Begin jaren 80 ging ik een paar dagen per week naar een reguliere peuterspeelzaal. Daar merkten de leidsters op dat ik me op een afwijkende manier ontwikkelde, maar ook mijn moeder had zo haar vraagtekens. Volgens mijn moeder ben ik destijds geobserveerd door medewerkers van de GGD.
Voordat ik naar school ging kreeg ik een diagnose MBD (Minimal brain Danage).

Eenmaal op school vond men dat ik sociaal-emotioneel achterliep, en ik het schooljaar over zou moeten doen om die reden. Ik was heel erg gefocust op leren, en dat vond mijn moeder niet passend bij mijn leeftijd.

Mijn moeder heeft zelf de kweekschool tot kleuterjuf gevolgd, dus je zou wat pedagogische kennis verwachten.

Mijn moeder ging op zoek naar een basisschool die mij gewoon naar de volgende groep wilde laten gaan. We kwamen uit bij de Vrije School. Ik deed wel mee aan het klasgebeuren en aan de taken die er gegeven werden, maar het was zeker niet passend. Ik voelde mij een eenling, ook al werd ik niet echt gepest.

Ik had een bepaalde vorm van humor, waar de hele klas soms dubbel om kon liggen, en ik werd daarom een soort van geaccepteerd.

Ik kon niet automatiseren, dus de tafels opzeggen was een drama voor mij, sommigen vonden het blijkbaar leuk om mij uit te schelden op het schoolplein met Corien rekenmachien.

Ik was de enige in de klas die veel moeite had met automatiseren. Ik kreeg remedial teaching voor rekenen.

Ik heb nooit deelgenomen aan de CITO-eindtoets richting middelbare school.

De juf adviseerde mavo wegens een grillig leerpatroon. Daar begon de ellende, totaal geen aansluiting, gepest worden, en dan met name in de vorm van opwachten na school. Een club van zo een 8 jongens zouden mij wel even een lesje leren.

Ik moest elke dag een andere fietsroute namen, om die pestkoppen niet tegen te komen. Ik bleef ook wel vaak extra lang op school, wachten tot de pestkoppen afdropen.

Via het volwassenenonderwijs haalde ik in een jaar een mavo diploma, ik zakte helaas voor de havo die ik daarna ging doen. Alle leerstof kwam mij altijd aanwaaien, en nu moest ik ineens aan de bak, dat liep uit op een misser.

Op het MBO kon ik de theorie prima, ik keek nooit een boek in, en toch redde ik het daarmee. Ik kreeg vrijstelling voor Engels, Nederlands en computervaardigheden. Ik had geen aansluiting met leeftijdgenoten. Waar ik ook kwam, het vormde iedere keer een probleem.

Ik ben opgegroeid met emotioneel onvolwassen ouders; toen ik probleemgedrag ging vertonen in mijn puberteit, werd daar niets mee gedaan. Ik had woede-aanvallen, en ik vertoonde dwangmatig handelen. Ik had totaal geen vrienden, ik voelde mij ook een vreemde binnen het gezin van herkomst.

Ik heb veel aan het boek Matilda gehad van Roald Dahl, zoveel herkenning eindelijk! Niet dat ik net als haar zoveel boeken las, maar dat niet thuis voelen bij eigen familie was heel herkenbaar. Ik werd gepest door mijn eigen zus, met teksten als

“Jij bent dom, jij kan niks, je bent niet normaal, jij zal nooit een vriendje krijgen.”

Het nare was dat dit werd gedoogd in het gezin van herkomst. Ik heb nooit een opleiding afgemaakt, en ik kwam terecht in de ongeschooldensector. Ik had collega’s die alleen maar konden praten over GTST en seks. Ik voelde mij daar ook niet op mijn plek dus… Het pesten na werktijd in de vorm van opwachten was daar ook.

Op een gegeven moment werd het me allemaal te veel, zoveel afwijzing, zoveel geen aansluiting, ik kreeg een doodswens. Aan mijn familie had ik niets, ik had geen vrienden, ik voelde me nergens thuis of gewaardeerd.

“Ik zal wel gek zijn.”

Ik kwam in de ggz terecht met burn-outklachten, en al heel snel viel de diagnose Syndroom van Asperger en een identiteitsprobleem. Ik werd arbeidsongeschikt verklaard, omdat ik continu vastliep in eerst het onderwijs en daarna op de arbeidsmarkt, baan in baan uit.

Ik zit al jaren in een Wajong-uitkering, steeds meer hulpverleners geven aan dat ze mij helemaal niet Autistisch vinden maar eerder hoogbegaafd.

Toen ik de diagnose Aspergersyndroom kreeg, was er niemand die vroeg naar mijn gezin van herkomst. Ouders met ontzettend veel onverwerkt jeugdtrauma. Ze waren daar zo mee vervuld dat op een juiste adequate manier voor kinderen zorgen niet lukte.

Ik moest het maar zelf uitzoeken.

Als je je hele leven uit diverse hoeken hoort dat je niet spoort, ga je het geloven. Ik ben het helaas gaan geloven. Ik ben nu bijna 43 jaar oud, maar nog steeds heb ik mijn draai op de arbeidsmarkt niet gevonden.

Ik ben van mening dat passend onderwijs noodzakelijk is, niet een of ander luxedingetje.

Ik wil niet dat de generaties na mij eindigen in een uitkering, omdat onderwijs niet past.