Ik ben vaak een alles of niets mens genoemd. En met recht.

Zo bedacht ik me jaren geleden dat ik wel een legpuzzel wilde maken. Dus ik ging naar de legpuzzelwinkel. Automatisch keek ik alleen naar puzzels voor vergevorderden. Gelukkig was daar een puzzel bij die ik ook mooi vond, een van de grootste met 10.000 stukjes. Als het er 5.000 waren geweest was de lol er bij voorbaat al af geweest.

Zo heb ik me, wat jaren later, ook laten verleiden tot het meedoen met een georganiseerde fietstocht, door zeer heuvelig terrein. Omdat ik niet erg getraind was werd mij sterk aangeraden het eerste jaar met de kortere afstand te beginnen. Maar dat kon natuurlijk niet, alles of niets, meteen vol erin! En het volgende jaar stond ik zelfs heel vroeg op om een dubbele afstand te fietsen (heen en terug). Dat viel niet mee en de jaren daarna reed ik gewoon zoals ieder ander, maar het is voor mij nooit meer zo interessant geworden.

Als ik een schrijver goed vind moet ik al zijn of haar boeken lezen. Als ik een band goed vind moet ik alle muziek hebben. Compleet zijn is heel belangrijk. Ik hou van klassieke muziek, en als een componist meerdere symfonieën heeft geschreven, moet en zal ik die ook allemaal in mijn collectie hebben (hartelijk dank, Mozart!). Dit is geen verzamelwoede, maar komt door een zeer sterke drang om alles te willen uitzoeken, alles te willen weten en ervaren, en tot op zekere hoogte ook alles te doen. Herkenbaar?

Ik heb altijd een sterke drang gehad om te reizen, en mijn droom was dan ook niet zozeer om veel landen te bezoeken, maar om alle landen te bezoeken. Als ik een bucketlist zou maken, zou het een driedelige bundel worden. Wanneer mijn interesse wordt aangewakkerd (niet moeilijk) begint de ellende. Een volledige encyclopedie van de wiskunde, alle werken van Shakespeare, alle boeken van Stephen King (weer zo iemand, dank je Stephen King! Ga toch met pensioen). Alle Suske en Wiskes.

Of niets. Vaak is het werk, en de tijd die het kost om dit alles tot me te nemen en te ervaren, zo overweldigend dat ik er dan maar helemaal niet aan begin. Dan werkt het verlammend. Of de taak die ik op me neem, bijvoorbeeld het verzinnen van een verhaal bij alle 78 tarotkaarten, is zo groot dat ik wel begin, maar het niet afmaak. “Jij maakt nooit wat af” heb ik dan ook vaak gehoord. Ja, maar ik begin tenminste ergens aan. Er zijn overigens door de jaren heen genoeg dingen die ik wel voltooid heb, maar dat schijnt toch sneller te zijn vergeten dan de dingen die ik niet heb afgemaakt. Typisch.

Op werk is dat ook altijd zo geweest. Ik doe iets 150% of helemaal niet, zo is de reputatie. In de praktijk valt dat allemaal wel mee, zeker nu ik meer ervaring heb, maar omdat ik hier anders genoeg in ben dan de meeste mensen valt het op, en blijft het hangen. Ik kan niet lang hetzelfde doen, en wat ik aanpak doe ik grondig, volledig en snel. Al snel mag iemand anders het overnemen. Dat wordt niet altijd begrepen.

Recentelijk kwam ik er achter dat deze karaktertrek ook een kenmerk is van hoogbegaafdheid. Er zijn dus meer mensen die zo bezig zijn! Zijn jullie ook zo moe? Ik heb zelfs bewust oefeningen gekregen om met minder genoegen te nemen. Vroeger weg op een feestje, of een halve koningsdag. Een onvolledige geschiedenis van oost Zimbabwe. Een half museum. Maar ik kan er niet warm van worden. Dan dus liever helemaal niet.

Ik zou niet anders willen, en ik weet niet hoe ik anders zou kunnen. Het is vermoeiend, zeker, maar ik zal toch altijd de meest volledige set met kleurpotloden willen hebben, alle doedelzaktechnieken willen leren, alle stations van Nederland willen bezoeken en iedereen, of anders niemand, uit willen nodigen op mijn verjaardagsfeestje. Kom je ook?

© Tekst Martin van Elmpt van Ze Leve Hoog | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld Corrie Grupstra van Byldwurk | Stichting Hoogbegaafd!