Ik heb dus wat herkansingen na het einde van dit eerste schooljaar. Schrikken was dat even, want ik kan dit immers toch wel aan? Politieke wetenschappen is wat ik al vanaf na mijn middelbare school wil studeren, net zoals m’n papa in de jaren ’70/’80, die zijn Bachelor in de politieke wetenschappen deed en zijn Master in de sociologie. M’n grote voorbeeld.
Het heeft dan even geduurd, met tussendoor wat afhakingen en een saaie, onafgemaakte studie op het HBO, maar ik zit nu toch eindelijk aan de universiteit, waar ik dacht m’n ei kwijt te kunnen. Vol enthousiasme begin ik aan m’n opleiding, maar na enige tijd komen toch de verveling en kritiek aanzetten. Waarom gaan ze niet dieper op de stof in? Waarom is er geen mogelijkheid om te discussiëren met de professor? Gaan we de theorieën ook nog toepassen of is het serieus de bedoeling dat we alles maar klakkeloos overnemen? Mij niet gezien hoor! Is dat echt zo, want ik geloof dat…. Tegendraadse Steph komt weer naar boven.
Ik denk het makkelijk aan te kunnen, zo moeilijk is het allemaal niet, maar heb dan toch die herkansingen een paar maanden later. Ik raak in paniek en bel uiteraard meteen mama die m’n intense emoties altijd zo goed aankan. Nuchtere mama die altijd raad weet met haar slimme, perfectionistische dochter. Wat een geduld heeft die vrouw.
Maar ben ik nu te dom voor de universiteit? Heb ik nu toch te hoog gegrepen? Dat wil ik precies weten, obsessief word ik bijna. “Steph, kijk eens naar je andere vakken,” zegt mama tijdens één van onze gesprekken. “Die heb je allemaal prachtig gehaald.” Ja ja ja.
Ik protesteer hevig, ben helemaal tegen het rigide onderwijssysteem, maar duik uiteindelijk toch maar weer in de studieboeken. Ik kan dit wel, dus wat is het probleem? Ik loop weer tegen de eenvoud van de vakken aan, hoe alles in de meest simplistische vorm uitgelegd wordt. Sommige dingen staan er maar ter informatie, je moet het er maar mee doen. Hoe kan iemand hier in godsnaam genoegen mee nemen?
En dan snap ik het. Geef mij iets complex en het lukt me geheid zonder al te veel moeite, maar geef mij iets eenvoudigs en ik faal dan zelfs. In m’n hoofd maak ik het namelijk veel ingewikkelder dan het is en mis zo de kern van de leerstof, omdat ik me écht niet kan voorstellen dat het allemaal zo eenvoudig is.
Een hoogbegaafd brein zit nou eenmaal anders in elkaar. We zijn gemaakt voor complexiteit. Simpele zaken zijn te simpel en daardoor moeilijker. Een paradox is het. Wedden dat ik veel beter en gemakkelijker zal presteren tijdens m’n Master over een paar jaar? Ik kan niet wachten.