Mijn dochter was als baby al heel nieuwsgierig. Haar bijnaam was uiltje en dat was niet voor niks. Zij draaide haar hoofd alle kanten op om maar niks te missen. Na een drukke of lange dag was het vooral veel huilen. Nu begrijpen wij dat ze compleet overprikkeld was. Toen nog iets minder.
Ze was altijd vrolijk en leergierig. Maakte zichzelf dag- en nachtzindelijk nog voor zij 2 was. Wees dingen aan op straat om de letters te vragen en koppelde dit aan de namen van de mensen die zij kende. Zij kende de tientallen, doorzag hoeveelheden en kon heel goed tekenen.
Op de eindrapportage van het kinderdagverblijf stond echter dat ze nog geen interesse in cijfers en letters toonde. Dat vond ik wel gek maar ik legde het naast mij neer. Toen kwam, na de zomervakantie, de start op de basisschool. Waar zij eerst zo erg naar uitgekeken had was nog voor de herfstvakantie een drama. Het leek elke dag erger te worden. In de herfstvakantie kwam zij een beetje los en kwamen de verhalen; mama, waarom herhaalt de juf alles elke keer? Dat weet ik nu toch wel. Waarom speelt dat kindje niet met me want we hadden dat wel afgesproken en nu speelt hij opeens met iemand anders.
Tussen de herfstvakantie en de kerstvakantie liep ze op haar tenen. Thuis hadden wij de ene meltdown na de andere. Op school was het zo’n leuk meisje, sociaal, paste goed in de groep, kende de regels en deed perfect mee. Uiteindelijk op aanraden van een orthopedagoog ging zij na een half jaar onderwijs gevolgd te hebben halve dagen naar school. Zij vertoonde tekenen van overspannen zijn. De meltdowns werden langzaam wat minder. In groep 2 ging zij hele dagen, ze was inmiddels immers leerplichtig. Elke dag hadden wij meltdowns na schooltijd. Op school kwam ik niet verder qua passende begeleiding; nee, er is niks met haar aan de hand. Ze doet het perfect. Voorlopen op de rest? Daar merken wij niks van, ze maakt immers foutjes en is best een beetje onzeker. Instructie op lezen met open en gesloten lettergrepen? Nee, onmogelijk. Wat moet ze straks dan doen. Maar thuis vlagen de boeken door het huis van de frustratie. Van ons als ouders wilde ze niks aannemen. Gevolg? Er werd niet meer gelezen en ook voorgelezen worden wilde ze niet meer. De hoop was op groep 3 gevestigd. Daar zou ze, na lang zeuren voor rekenen en taal in een groepje geplaatst worden met andere kinderen die al wat verder waren of wat meer konden. Ik was die lastige moeder die toevallig ook leerkracht was. Ik moest vooral niet denken dat ik het beter wist…
In groep 3 ging zij finaal onderuit. Niet op school, natuurlijk niet. Altijd het perfecte meisje. Thuis was haar welbevinden heel laag en haar naar school krijgen werd een grote uitdaging. Halverwege zijn wij, in overleg met de ergotherapeut en onze casemanager overgestapt naar een andere school. Tegelijkertijd zijn ook de onderzoeken gestart. Daar kwam uiteindelijk, eind groep 3, een IQ uit van 142. De nieuwe school heeft alles gedaan wat in hun macht lag. Ze spreken met de ergotherapeut over hoogsensitiviteit. Zochten in overleg het beste plekje voor de tafel van mijn dochter etc etc. De nieuwe juf gaf aan dat mijn dochter gelijk in de groep opgenomen was. Ze kreeg heel veel pluswerk en extra uitdaging. Maar, hoe kon het toch dat ze met de makkelijke opgaven zoveel begeleiding nodig had? Korte lijntjes met de juf, veel kleine aanpassingen gedurende het schooljaar en we zijn groep 3 eigenlijk wel oké uitgefietst. Omdat wij als gezin gehoord werden en onze dochter gezien werd. Wat een verschil! Deze school dacht in oplossingen i.p.v. in moeilijkheden. Deze school geloofde ouders i.p.v. alleen af te gaan van het beeld dat zij in de klas zagen.
In groep 4 zou de plusklas starten. Eenmaal per week kreeg een select groepje met leerlingen van groep 4 t/m groep 8 extra uitdaging. Mijn dochter was zó enthousiast en keek er onwijs naar uit. Tot ze 1x geweest was en het schooljaar een paar weken begonnen was en groep 4 eigenlijk helemaal niet zo heel anders was als groep 3. Haar welbevinden ging met grote sprongen achteruit. De meltdowns kwamen weer dagelijks terug. Meerdere keren per dag eigenlijk. Ook voor schooltijd wanneer ze net wakker was begonnen ze al. Ze deed zichzelf pijn, wenste zichzelf soms zelfs dood etc. Het was een hele zware en ingewikkelde tijd. De juffen zagen niks aan haar. Bleven in gesprek met mij en met haar. Uiteindelijk is zij doorgetoetst en bleek dat ze makkelijk 2 groepen kon overslaan. Terwijl de juffen met de orthopedagoog druk bezig waren met proberen alles aan te passen bleef haar welbevinden slechter en slechter worden. Ze moest steeds vaker een dagje thuis blijven. Thuisonderwijs tijdens de lockdown van december 2020 was een verschrikking. Waar het de 1e lockdown al niet ging, was het nu wereldoorlog 3 elke dag in huis. Uiteindelijk met school besproken dat zij dus niks meer hoefde te doen en dat de primaire taak bij ons lag om haar weer wat beter in haar vel te laten komen. Het leek eventjes iets beter te gaan maar uiteindelijk is zij in in de meivakantie versneld en vervroegd over gegaan naar het speciaal basisonderwijs omdat de leerkrachten, wij als ouders en het samenwerkingsverband zagen dat het niet goed ging. Tussen het moment dat de procedure is gestart en zij over is gestapt zitten ongeveer 6 weken. Het ging opeens heel snel omdat iedereen zich grote zorgen om haar maakte.
Over school nr 2. geen slecht woord. Zij hebben alles gedaan dat in hun macht lag en eerlijk aangegeven dat zij hun grens bereikt hadden. Het onderwijs daar is nooit passend geweest, maar ze hebben er wél heel hard hun best voor gedaan. En de geloofden ons, iets dat mij nog steeds raakt. Want vechten voor je kind, om te zorgen dat mensen je geloven en begrijpen. Dat is onmogelijk zwaar en heftig als ouder zijnde. Je voelt je compleet machteloos staan.
Ze zit nu in een speciale Da Vinci-groep met andere hoogbegaafde kinderen. Ze is gestart met 1 uur per dag en per week en heeft dit tussen de meivakantie en de zomervakantie uitgebouwd naar volledig naar school gaan. Wij hebben een ander kind teruggekregen. Ze gaat met plezier naar school, had binnen een paar weken 5 verschillende vrienden gemaakt. Daar waar zij eerst altijd alleen kennissen had. Ze komt vrolijk uit school, vertelt verhalen en wilde thuis opeens weer spelen, ze wilde weer voorgelezen worden en was weer begonnen met zelf lezen.
We zijn er nog niet, hebben nog een lange weg te gaan en er blijven veel pijnpunten op school maar daar gaan wij komend schooljaar keihard aan werken. Met elkaar. Want ook hier worden wij gehoord en gezien.
Eindelijk een beetje adem.
Geef een reactie