Na mijn VWO ben ik begonnen aan een universitaire studie Pedagogische Wetenschappen. Ik keek er enorm naar uit; ik had de universiteit heel hoog staan. Hier zou ruimte zijn voor creativiteit, zouden kritische zienswijzen worden toegejuicht, zou ik al mijn ideeën kwijt kunnen, zou ik kennis opdoen binnen mijn interessegebied en kon ik hopelijk met mijn ervaringsdeskundigheid van jaren therapie, de wereld voor de volgende generatie een stukje mooier maken. Dat was het ideaalbeeld. Helaas bleek dat ook binnen de universiteit een gekaderd systeem bestaat, een duidelijk heersend paradigma dat alternatieven uitsluit. Hoewel ik op resultaten niet ben uitgevallen, voelde ik ten diepste dat ik (relatief) onderpresteerde. Ik voelde geen grond, geen begrip, geen draagkracht voor wat ik in me had. Wat ik bedacht viel buiten de lesstof, buiten het curriculum en de getoetste kennis. Tegelijkertijd haalde ik juist hierdoor slechte cijfers, omdat ik veel te moeilijk nadacht.

Gelukkig heb ik mijn Bachelor in de ‘gebruikelijke’ drie jaar gehaald. Wel frustreerde ik me elk tentamen weer over de beperkte kennis die gevraagd werd te worden gereproduceerd. Ik vond geen uitdaging en kreeg regelmatig te horen ‘dat we het voor het tentamen niet zo diep hoefden te kennen’. Er was een mogelijkheid tot een Honoursprogramma, maar mijn resultaten waren niet bovengemiddeld. Daarnaast had ik het idee dat het aanbod eerder ging om ‘meer werk’ dan om ‘dieper/uitdagender werk’.

Tijdens mijn afstuderen liep ik tegen de kaders van de wetenschappelijke schrijfstijl aan. Mijn scriptie heb ik een aantal keer moeten herschrijven, omdat ik te breed schreef. Ik kon echter niet anders, alles had voor mijn idee met elkaar te maken, elke associatie wilde ik toelichten of ontkrachten. Uiteindelijk is mijn scriptie een minuscuul deel geworden van de plannen die ik in mijn hoofd had. Voor mijn gevoel ben ik al die jaren van mezelf verwijderd geraakt omdat ik zoveel moeite had om mezelf aan te passen om binnen het kader te kunnen presteren. Dat ik anders denk dan anderen werd ook tijdens mijn stage duidelijk. Ik schoot alle kanten op, was in het begin totaal niet mezelf, omdat ik inmiddels het gevoel had dat hoe ik dacht en deed zo out-of-the-box was en daarom niet gewaardeerd zou worden. Vandaar ook de titel; een kat in het nauw maakt rare sprongen. In het proces van geforceerd conformeren ben ik een deel van mijn authentieke zelf kwijtgeraakt.

Wat ik in deze tijd heb gemist is een coach die mij hielp mijn opleiding te voltooien zónder mezelf kwijt te raken. Die me inzicht gaf in mijn manier van denken en dit accepteerde. Het systeem zal niet zo snel worden aangepast (hoogbegaafden zijn immers in de minderheid), maar hoogbegaafden kunnen wel worden gecoacht in het milder kijken naar zichzelf binnen dit systeem, de mismatch te erkennen en een balans te vinden in wat kan en wat mag. Daarbij zou ik graag willen zien dat de creatieve ideeën die hoogbegaafden hebben niet worden gestild doordat het niet in de leerdoelen of het curriculum zou staan, maar deze vorm van uitdaging juist wordt aangemoedigd.