LONGREAD
Zelfs mijn psycholoog snapt het niet.
Regelmatig zijn hoogbegaafden de molen van hulpverlening al deels of geheel door geweest. Ze hebben verschillende vormen van therapie gehad, verschillende hulpverleners, ze hebben medicijnen geslikt of ze zijn thuisgekomen met een label dat later soms ook weer weerlegd is. Soms zijn ze zelfs uitbehandeld verklaard terwijl ze in hun beleving eigenlijk nog niet eens begonnen zijn met passende hulp. Wat gaat hier mis?
Een voorbeeld uit de praktijk
Een hoogbegaafd meisje van 13 met een verleden van een eetstoornis, zelfmutilatie d.m.v. snijden, depressie en suïcidale gedachten: waar en waarom is dit meisje zo afgegleden? Waarom heeft ze deze weg bewandeld en wat is eraan te doen?
“Uitbehandeld, we komen niet vooruit, niet te helpen” kregen de ouders van haar behandelaars te horen.
Een gesprek met haar moeder leverde op dat het meisje een gemeten IQ heeft van 128 en dat ze al vanaf zeer jonge leeftijd last heeft van faalangst en somatische klachten. Ze is zeer sensitief en loopt vast op school. Ze voelt zich anders heeft een hoge behoefte aan veiligheid, liefde en connectie en daar is het eigenlijk allemaal mee begonnen.
Om dit te begrijpen moet je eerst iets meer weten over hoogbegaafdheid. Wat betekent het eigenlijk om hoogbegaafd te zijn?
Wonderkinderen?
Hoogbegaafde kinderen zijn wonderkinderen die alles snappen, alles kunnen, geen uitleg nodig hebben, sociaal wat achterlopen en eigenlijk gewoon een luxeprobleem hebben. Dit is het standaardbeeld wat hoogbegaafdheid bij veel mensen oproept. Niets is minder waar!
Hoogbegaafdheid is veel breder dan alleen het hebben van een hoog IQ.
Als er sprake is van hoogbegaafdheid is de cognitie snel, associatief, en worden er in hoog tempo creatieve verbanden gelegd. Dat is allemaal redelijk bekend. Ook de IQ-getallen zijn bekend. En toch is dat allemaal vrij abstract.
Hoogbegaafd zijn heeft een heleboel kanten die veel minder bekend zijn.
Hoogbegaafdheid gaat bijvoorbeeld samen met een verhoogde gevoeligheid in de breedste zin van het woord. Dit kan een emotionele, auditieve, visuele, tactiele, olfactorisch en/of gustatorische gevoeligheid zijn. Simpel gezegd kun je het zien alsof ze meer voelsprieten hebben of leven met een vergrootglas. En dit vergrootglas richt zich niet alleen op cognitie, waardoor ze vaak perfectionistisch zijn en een hoge streeflat hebben, maar ook over de algehele sensorische informatieverwerking. En de meeste hoogbegaafden zijn zich daar niet eens van bewust; ze denken dat iedereen dat zo heeft. Maar in de praktijk blijkt dat niet zo te zijn.
Al op zeer jonge leeftijd voelen hoogbegaafden haarfijn aan dat ze anders zijn dan hun omgeving. Ze hebben interesse in andere dingen, zijn vaak veel serieuzer in vriendschappen dan leeftijdsgenootjes en ze denken en leren anders dan aangeboden wordt op school. Vaak willen ze dingen heel graag heel erg goed doen en hebben ze een sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Ze zijn gevoeliger en ervaren soms emoties van anderen alsof die van zichzelf zijn, zonder zich dit te beseffen. Dit gevoel van anders zijn heeft vaak grote gevolgen, zoals een eenzaamheid die de mindset, het zelfbeeld, de gezondheid en het hele doen en laten kan gaan beïnvloeden. Peers in de hulpverlening zijn hierbij echt van levensbelang!
Hoogbegaafd? Ik zie het niet.
“Ik weet niet of dit kind wel hoogbegaafd is, want de resultaten zijn er helemaal niet naar, nooit geweest ook.”
Dat hoeft ook niet, goede resultaten zijn van veel meer afhankelijk dan van het talent dat aanwezig is. De volgende som laat dat heel duidelijk zien.
Talent x inzet x strategie x staat = resultaat.
Als hoogbegaafden niet op hun niveau uitgedaagd worden heeft dit grote gevolgen. In deze som is te zien waarom het hebben van talent niet automatisch leidt tot de beste resultaten. Vul hem nu maar eens een in.
Een gemiddeld kind dat een goede inzet heeft, een passende strategie uitoefent en goed in zijn vel zit komt uit op 5 x 10 x 10 x 10 = 5000.
Een hoogbegaafd kind dat nooit geleerd heeft dat inzet nodig is, dat passende strategieën mist en niet goed in zijn vel zit zal uitkomen op 9 x 1 x 1 x 1 = 9. De 9 wordt vergeleken met de 5000 en er wordt aan de intelligentie getwijfeld. Bij de persoon zelf en bij de omgeving.
Als een resultaat tegenvalt bij een intelligent kind, is er iets mis met de andere ingrediënten. Dat moet je uitzoeken.
Als er geen (passende) strategie beschikbaar is, er niet geleerd is zich in te zetten of als de emotionele staat van zijn niet op orde is, zal het talent dat van binnen aanwezig is niet volledig tot bloei kunnen komen. Vaak wordt er dan ten onrechte van uitgegaan dat een kind niet hoogbegaafd is omdat het aan de resultaten niet te zien is. En als je dan tegen zo’n kind zegt dat het lui is, help je het heel snel naar de afgrond. Het is niet lui, het mist skills.
Waar gaat het mis in de hulpverlening aan deze doelgroep?
Als de oorzaak van de problematiek ligt in ‘het niet begrepen en niet gezien worden door je omgeving’, zou er al een lampje moeten gaan branden. Als deze cliënten zich door hun hulpverlener ook niet begrepen voelen zal de aangeboden hulp, hoe goed misschien ook voor anderen, vaak meer kwaad doen dan goed bij deze doelgroep. De complexiteit van de patronen in emotie, gedrag en denken zullen doorzien en doorbroken moeten worden, evenals dat de behoefte die achter het gedrag schuilgaat boven tafel moet komen om er iets aan te kunnen doen. De problematiek is complex en vaak is er sprake van onopgemerkt trauma.
Trauma en tolerantievenster
Alle levende wezens hebben een overlevingssysteem meegekregen vanuit miljoenen jaren evolutie. Deze is onder te verdelen in drie verschillende reacties: vechten, vluchten of bevriezen.
Mens en dier hebben een bepaald tolerantievenster waarbinnen het individu zich veilig voelt. Dit kan je schematisch tekenen met twee horizontale lijnen. Als dingen zich opstapelen, komen we buiten ons veilige tolerantievenster. Een of meer van de drie overlevingsreacties zal plaatsvinden. Iedereen heeft ze allemaal, maar vaak heb je één primaire manier van reageren als je je niet veilig voelt.
Bevriezen is een natuurlijk proces dat optreedt als vluchten en vechten geen optie meer zijn en de dreiging van buitenaf te intens is. Het bevriezen of gevoelloos worden wordt ook wel de shockrespons genoemd. Dit voorkomt in de natuur dat dieren extreem veel pijn ervaren als ze levend opgegeten worden. Maar wat als de leeuw zijn prooi, waar hij al even aan geknaagd heeft, even laat liggen om met een naderende hyena te vechten? Dan ontwaakt zijn prooi uit deze bevriezingstoestand, komt terug in de vluchtreactie en gaat ervandoor. De tijdelijke bevriezing heeft zijn leven gered.
Als er sprake is van trauma, kan er een ‘loop’ in het systeem ontstaan binnen deze drie responsen en is het tijdelijk of zelfs helemaal niet meer mogelijk terug te keren binnen het veilige venster. Hoe langer je buiten je tolerantievenster bent, hoe meer problematiek er zichtbaar wordt. Medicijnen kunnen hier de pieken afhalen, maar die zullen de oorzaak niet aanpakken en het venster eerder kleiner maken dan verbreden. Je kunt deze mensen beter helpen hun venster te verbreden en hen de tools geven om zelf weer binnen dit venster te kunnen komen op de momenten dat ze daarbuiten komen. Je kunt deze mensen het venster zelf leren verbreden.
Het tolerantievenster bij hoogbegaafdheid, hoogsensitiviteit en autisme
Zoals ik al aangaf zijn hoogbegaafden gevoeliger dan gemiddelde mensen. Hetzelfde geld voor hoogsensitieve personen en mensen met autisme. Hun tolerantievenster is smaller dan gemiddeld en ze raken sneller overprikkeld en komen dus sneller buiten hun venster.
Niet gezien en niet begrepen worden door je omgeving kan trauma veroorzaken, wat dit venster nog verder versmalt. Dit resulteert in een dubbele complexiteit van een smal venster van nature plus een extra vernauwing door trauma. Dat maakt dat de hulpverlening hier in veel gevallen spaakloopt. Dit smallere venster en bijbehorende drie responsen zijn de redenen waarom hoogbegaafden vaak een misdiagnose van autisme, ADD of ADHD krijgen. Er wordt vaak enkel gekeken naar het gedrag dat optreedt als de persoon zich buiten zijn/haar tolerantievenster bevindt. De complexiteit van de achterliggende oorzaken en behoeften blijven onopgemerkt.
De invloed op het dagelijks functioneren, op school en binnen het gezin
Als een kind emotioneel in de knoop komt en zich niet veilig voelt, kan het zich cognitief niet optimaal ontwikkelen. Andersom is het ook zo: als een kind cognitief niet (h)erkend, ondersteund en uitgedaagd wordt, kan dit grote gevolgen hebben voor het emotionele welzijn van dit kind. Dit heeft impact op het dagelijks functioneren op school en ook binnen het gezin. In ernstige gevallen treden er langdurige en hardnekkige problemen en patronen op. Er ontstaat een verhoogd risico op een gevoel van onveiligheid, decompensatie, vastlopen of drop-out, negatieve overtuigingen en een slecht zelfbeeld. De problematiek uit zich zeer divers en hoogbegaafdheid wordt hierbij vaak niet als onderliggende oorzaak herkend.
Hoogbegaafd en faalangst
Ja, dat lijkt misschien raar, maar ongeveer 75% van de hoogbegaafden kampt met faalangst. Dit heeft meerdere oorzaken:
- Hoogbegaafden kijken naar wat er allemaal van een onderwerp te weten valt en kijken daarna naar wat zij ervan weten en schieten in hun ogen dus altijd tekort. Ze hebben niet door hoe hoog ze hun eigen streeflat leggen.
- Hoogbegaafden worden vaak vreemd aangekeken door leeftijdsgenoten en hun leerkrachten wanneer ze niet begrepen worden. Dit wordt ervaren al een afwijzing. Zij zijn blijkbaar niet normaal en daar begint het overtuigingssysteem vaak met het vormen van negatieve overtuigingen die uiteindelijk kunnen leiden tot een slecht zelfbeeld met alle gevolgen van dien. De pijn die dit oplevert leidt tot angst voor nog meer afwijzing, waardoor ze zich vaak als een kameleon gaan gedragen en zich in allerlei bochten wringen om maar te zijn zoals de rest. Het continue aanpassen ten koste van jezelf brengt naast een hoop andere klachten een enorme faalangst met zich mee. Want stel je voor: als je niet bent zoals de anderen, word je wéér afgewezen.
- Nog een oorzaak van faalangst is dat deze kinderen vaak niet genoeg uitgedaagd worden in het onderwijs. Het werk is vaak lange tijd te makkelijk, waardoor ze niet leren omgaan met het maken van fouten, ze leren geen strategieën te verzamelen omdat ze die bij te makkelijk werk niet nodig hebben, ze leren geen tijd in leren te steken, of moeite te doen of door te zetten wanneer iets moeilijk wordt. Hulp vragen kennen ze vaak niet eens omdat ze dat nooit nodig gehad hebben. De gevolgen hiervan openbaren zich pas op het moment dat ze wel uitgedaagd worden, en dan missen ze al deze skills en slaat de paniek snel toe.
- Hier komt bij dat de gemiddelde hoogbegaafde ongeveer een factor 10 meer vragen en zorgen heeft dan een gemiddeld persoon. Als deze vragen onbeantwoord blijven en deze zorgen geen aandacht krijgen, kan dit zich evolueren in angst, doemdenken en piekeren. Een logisch gevolg hiervan is faalangst.
Faalangst beïnvloed het dagelijks functioneren op school en binnen het gezin en het beïnvloed relaties zowel vriendschappelijke als arbeidsrelaties.
Somatische klachten
Met dit allemaal in je achterhoofd zal je misschien wel snappen waarom hoogbegaafden ook sneller somatische klachten kunnen ontwikkelen en sneller uit balans kunnen raken dan gemiddelde mensen. Hun tolerantievenster staat scherper afgesteld en ze hebben vaak gewoon wat hulp nodig bij hoe ze hier goed mee om kunnen gaan. Laat je dit aan het toeval over, is de kans groot dat dit helemaal misloopt. Veel hoogbegaafden die ik gesproken heb, ervaren hun hoogbegaafdheid daardoor eerder als een vloek dan als een geschenk. Dat kan, en dat moet anders! Deze verhoogde gevoeligheid is een enorme kracht als je deze leert herkennen, positief leert inzetten en de valkuilen leert tackelen.
Behoeften achter het gedrag
Voordat ik terugga naar mijn praktijkvoorbeeld, wil ik wat uitleggen over de behoeftes die schuilgaan achter gedrag en waarom het (h)erkennen hiervan van levensbelang is. Achter elk soort gedrag, of dit nu positief, neutraal of negatief is, zit een behoefte verstopt. Deze kan je onderverdelen in twee hoofdgroepen: van pijn weg en naar plezier toe. Daarnaast zijn deze behoeften in zes categorieën te verdelen:
- Zekerheid en veiligheid
- Variatie en verrassingen: ook onzekerheid en problemen horen hier thuis
- Ertoe doen, gezien worden, speciaal zijn, gewild zijn en/of de beste ergens in zijn
- Liefde en connectie
- Groei en vooruitgang
- Een bijdrage leveren aan iets wat niet over jouzelf gaat: dit levert een pure vorm van geluk op
Terug naar mijn voorbeeld…
Als je via deze kennis van het tolerantievenster en deze behoeften kijkt naar het gedrag van deze cliënt, zal je wellicht opvallen dat zowel de eetstoornis, het snijden, de depressie en de suïcidale gedachten exact dezelfde oorzaak zouden kunnen hebben. Haar omgeving zag dit allemaal als aandacht vragen. Maar wat is aandacht? Aandacht dekt het totaal niet en is te vaag om te kunnen doorgronden. Is aandacht het zoeken naar een vorm van veiligheid en controle? Is aandacht een vorm van connectie en liefde, is aandacht gezien willen worden of een vorm van variatie?
Met dit meisje zijn we met behulp van bovenstaande naar al haar problemen gaan kijken. Conclusie? Ze heeft helemaal geen stoornis, ze heeft alleen verschillende ongezonde strategieën ontwikkeld om veiligheid en zekerheid, liefde en connectie en gezien worden te ontvangen. Behoeften die alle mensen hebben. Behoeften die ze nu nog via een destructieve manier probeert te vervullen. Behoeften die er gewoon mogen zijn en ze alleen maar hoeft te leren vervullen op een neutrale of positieve manier.
“Veiligheid en zekerheid vervullen via snijden of anorexia?”, zult u wellicht denken. Gedrag zoals snijden en eetproblematiek heeft in de meeste gevallen te maken met een behoefte aan controle. Controle over iets waar ze zich machteloos in voelen en waarbij een enorme emotionele pijn ervaren wordt. Een wereld waarin je niet gezien en niet begrepen wordt als hoogbegaafde is onveilig en brengt gevoelens van pijn en machteloosheid met zich mee. Instinctief wordt er geprobeerd dit op te lossen door controle te zoeken. Controle is een vorm van zekerheid. Snijden is een vorm van controle, niet meer eten is een vorm van controle. Verwaarloosde hoogbegaafdheid kan dus de achterliggende oorzaak zijn van dit soort problematiek.
Vaak is snijden ook een poging emotionele pijn te overstemmen met fysieke pijn. Dit proces is eigenlijk een natuurlijk proces, zoals dieren dat ook laten zien onder extreme gevoelens van stress. Het overstemmen van de pijn is een kortetermijnstrategie om zekerheid en veiligheid te verkrijgen, een bescherming tegen emotionele pijn.
Wat ook voorkomt is dat kinderen zoveel emotionele pijn ervaren, dat ze instinctief afstand hiervan nemen (de bevriezing). Ze dissociëren en voelen helemaal niets meer. Als een mens in deze bevriezingsrespons terechtkomt, worden gevoelens grotendeels of geheel afgesloten en kan iemand instinctief het snijden gaan gebruiken om weer uit deze toestand te komen, om überhaupt weer iets te kunnen voelen. Vecht-, vlucht- en bevriezingsreacties kunnen al heel jong optreden en kunnen volledig ontsporen, mits die (h)erkend worden. Wat belangrijk is om te weten, is dat bij vecht-, vlucht- en bevriezingsreacties de cognitie losgekoppeld wordt en het onbewuste het over neemt. Hiermee zeg ik niet dat jezelf snijden een goede oplossing is, maar ik hoop dat je de instinctieve reden hiervoor gaat herkennen, evenals de achterliggende behoefte van overleven. Vaak bestaat er veel schaamte bij deze problematiek. Die schaamte valt weg als mensen snappen dat ze eigenlijk proberen te overleven en dat dat ook anders kan.
De behoeftes achter suïcidaliteit
Net als de hierboven genoemde voorbeelden van zelfbeschadiging is suïcidaliteit ook een vorm van controle, en eigenlijk alleen maar het weg willen nemen van extreme emotionele pijn. Achter suïcidaliteit ligt een overlevingsbehoefte hoewel dat waarschijnlijk zeer tegenstrijdig zal klinken.
Suïcidaliteit is niet dood willen, maar het willen wegnemen van pijn en hier geen andere manier meer voor zien. Daarom is het slechtste wat je bij al deze problematiek kan doen zeggen “dat moet je niet doen”. Het zijn onbewuste overlevingsstrategieën. Maak deze bewust! Snap de behoefte erachter, veroordeel ze niet, maar bied een neutraal of gezond alternatief wat hetzelfde oplevert. Een alternatief dat niet alleen op de korte termijn werkt, maar ook op de lange termijn geen schade toebrengt.
Uitbehandeld? Geen vooruitgang? Niet te helpen? Misschien is hij/zij wel hoogbegaafd!
Ik begeleid in mijn praktijk al 7 jaar hoogbegaafde kinderen, jongeren en volwassenen. De problematiek waar ze mee binnenkomen varieert van faalangst, eenzaamheid, niet meer naar school willen, ongewenst of ongezond gedrag, gepest worden, psychische en sociale problematiek, somatische problematiek, drop-out, diagnoses zoals OCD, ad(h)d, autisme, depressie tot en met suïcidaliteit.
Zo zat er een keer een volwassen man van halverwege de vijftig voor me. Hij had verschillende psychologen en psychiaters gehad. Hij had jarenlang veel medicatie geslikt en niets hielp. Tijdens zijn eerste sessie bij mij zei hij:
“Je bent de eerste die het snapt!”
En hij is niet de enige bij wie ik dat te horen kreeg.
Dus nogmaals… Uitbehandeld? Geen vooruitgang? Niet te helpen? Hoogbegaafdheid heeft passende hulp nodig. En passende hulp is schaars en wordt vaak niet vergoed.
De (vaak kromme) regels van vergoedingen binnen de jeugdzorg
Hier moet echt iets veranderen in Den Haag en dit moet snel. Het komt véél te vaak voor dat niet-passende hulp reeds ingekocht is en passende hulp gewoon niet vergoed wordt.
Ik ben ervaringsdeskundige hoogbegaafdheid omdat ik zelf een IQ heb van 152 en 2 kinderen van 145++. En met mijn opleidingsexpertise wordt mijn hulp vaak alsnog niet vergoed. Gelukkig worden er soms uitzonderingen gemaakt door wijkteams en worden PGB-trajecten goedgekeurd. Toch heb ik de afgelopen 7 jaar meerdere malen huilende ouders aan de lijn gehad. Eindelijk hadden ze iemand gevonden die hun kind écht begreep en kon helpen, maar de vergoedingen bleven uit.
Ik weet vanuit mijn eigen ervaring en van collega’s in dit vak dat de regelgeving rondom jeugdzorg een dikke muur is waar amper doorheen te komen is. Een SKJ, BIG of AGB is nou eenmaal verplicht. Dat er controle is op de kwaliteit van jeugdzorg is natuurlijk goed, maar in dit geval is het schrijnend dat expertise op het gebied hoogbegaafdheid geen eigen keurmerk lijkt te hebben. Er zijn zat hulpverleners met SKJ-, BIG- of AGB-registraties zonder kennis en kunde rondom hoogbegaafdheid. Maar omdat dit de enigen zijn die wel vergoed worden, komen deze kinderen daar terecht en lopen ze in veel gevallen alleen maar meer schade op. Met een omweg komen ze, soms na een paar jaar, dan alsnog bij mij terecht met het labeltje ‘uitbehandeld’, naast vaak nog ander labels. Moet je eens uitrekenen wat dat kost aan geld, tijd, en extra schade.
Dit is echt onacceptabel. Den Haag moet wakker worden en dit anders regelen. Ik weet dat er een EVC-traject bestaat. Een instantie waar je je diploma’s, kennis en kunde kunt laten toetsen. Je moet dan al je diploma’s en opleidingen schriftelijk onderbouwen en rond de 1500,- betalen. Dit onderbouwen kost je ongeveer een half jaar aan tijd, zo zei de dame van het EVC. Vervolgens moet dat gekeurd worden door iemand die geen verstand heeft van dit specialistische werk. Een hopeloze, kostbare en tijdrovende kwestie. Ik heb gevraagd aan de medewerkers van het nationale congresbureau of er een andere manier is om door dit doolhof van Nederlandse regelgeving te komen om hoogbegaafde kinderen de passende hulpverlening te kunnen geven die ze nodig hebben. Ze gaven aan dat dit de enige optie was. Dit moet echt anders!
Grote dank voor dit fantastische artikel.
Je inhoud is volledig to the point en superduidelijk omschreven.
Ik weet nu al dat ik info uit je artikel nog vaak zal doorgeven aan (deels) onwetenden.
Grote dank!
Zeer herkenbaar.. het dedain van de reguliere ggz heb ik als meest pijnlijk ervaren. “Uitbehandeld” en nou opgehoepeld…
Beste Maaike,
Ik deel het deel “rekenmethode”van je tekst op Facebook ADHD cafe Arnhem onder verwijzing naar dit artikel hier
Ik deel het hele artikel ook op Linked in.in mijn grote netwerk van hulpverleners. Dank voor je stuk.
Nog nooit zo’n heldere samenvatting gelezen., Ineke
Beste Maaike, met belangstelling dit artikel gelezen. En met een vraag voor jou: kan er met een disharmonisch intelligentieprofiel (hoog VI laag PI) toch sprake zijn van hoogbegaafdheid? Mijn dochter past helemaal in dit plaatje, echter classificatie autisme. Ik heb nog mijn twijfels. Groet, Carlijn
Hai Carlijn, ik weet niet meer zeker of ik al gereageerd had op je vraag. Dus…. Beter 2x dan helemaal niet.
Ik ben van mening dat het zeker kan. Ik ben het niet eens met de regel dat je een gemiddelde moet nemen van de verschillende IQ’s. Een lage verwerkingssnelheid zie ik ook anders dan de meesten. Wat er van buiten traag uit kan zien zegt niets over de binnenkant. Van binnen ligt de verwerkingssnelheid namelijk vele malen hoger omdat HBers gemiddeld 10x meer vragen en zorgen hebben dan anderen. Deze vragen en zorgen worden van meerdere kanten belicht en onderzocht en dat kost tijd.
Mooi beschreven en heel herkenbaar.
Dank u wel!