au·to·no·mie
(de; v) 1 zelfbestuur 2 zelfstandigheid
Toen onze dochter anderhalf jaar oud was liet ze al duidelijk merken dat ze een grote behoefte had aan autonomie.
Zelluf!
Het was een snikhete dag op een camping in Zuid-Frankrijk. Na een ochtend vol zwemplezier en een boterhammetje was het tijd voor het middagdutje van onze dochter. En van papa en mama trouwens ook. De relaxstoel in de schaduw en het dikke boek waar ik nog niet aan toe was gekomen riepen mijn naam. Het was ook thuis iedere dag een uitdaging om onze dochter tussen de middag in haar bed te krijgen en dat was nu niet anders.
Maaaamaaa… Nee slapen! Spelen!
Zo jong als ze was had ze al verdraaid goed in de gaten dat er op de camping veel leukere dingen te doen waren dan in een campingbedje te gaan liggen en je rust te pakken die je eigenlijk ‘oh zo hard’ nodig had.
Maar nu waren we dus op de camping en de kans dat onze dochter zou gaan slapen was bijzonder klein.
Weet je wat, dan kom maar bij papa in de hangmat lekker luilakken. Dan kunnen jullie samen even uitrusten.
Tut en beer mochten ook mee in de hangmat en ze nestelde zich tegen de borst van papa aan. Fingers crossed. Je weet maar nooit. Het heeft toch maar liefst vijf minuten mogen duren en toen was ze het beu.
UIT!
“Mama, zwemmen?” vraagt onze dochter, terwijl ze haar allerliefste snoetje erbij trekt.
“Nee, we gaan nu niet zwemmen. We gaan even rusten bij de tent,” was mijn antwoord. “Pak binnen maar een boekje om fijn in te kijken.”
Onze dochter hobbelt enigszins teleurgesteld naar binnen maar zeurt niet verder. We horen haar binnen wat rommelen en vrolijk zingt ze een liedje. Onze dochter dwingen tot slapen heeft totaal geen zin. Hier wordt ze alleen maar dwars en opstandig van. Als ze zo haar rust pakt, dan is het ook prima.
Ik leg mijn benen op de stoel tegenover me en sla dan eindelijk mijn boek open. Papa ligt met kleine oogjes in de hangmat en het lijkt erop dat we toch even wat kunnen gaan relaxen.
En dan zie ik ineens een klein meisje voorbijwandelen. Met een klein roze zwembroekje met stippen en froezels, achterstevoren aangetrokken over een zwemluier. Met een wit zonnehoedje op haar bolletje. Twee zwembandjes ongeveer ter hoogte van haar elle bogen. En een blauwe stoffen schoudertas over haar schouder, slepend over de grond. Ze blijft even stilstaan op het grindpad, draait zich naar ons om en zegt:
Ikke zwemmen. Daaaaag.
Een flauw zwaaitje in onze richting en ze wandelt dapper verder.
Het beeld van dit moment staat nog zo helder op mijn netvlies. Enerzijds omdat ik wist dat er van rust deze vakantie weinig zou gaan komen. En ook omdat toen al duidelijk was dat onze dochter zich niet zomaar een kant op zou laten sturen.
We hebben haar tot het einde van het grindpad laten lopen. Het was zo’n mooi plaatje. Ik ben nog steeds benieuwd hoe ver ze doorgelopen zou zijn als we niet achter haar aan waren gegaan. Vol overtuiging dat ze dit wel alleen zou kunnen.
Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Karaktereigenschappen waar je heel ver mee kunt komen als je er goed gebruik van leert maken. Blijf luisteren naar jezelf, lieve dochter. Wat zal jouw pad je dan op mooie plekken gaan brengen. Ik heb er alle vertrouwen in.