OPINIESTUK OORSPRONKELIJK GEPUBLICEERD IN HET NRC OP 12 JULI 2021. HIER GEDEELD MET TOESTEMMING VAN DE NRC-REDACTIE.

Onderwijsblog NRC Willen we dat het welzijn van kinderen op school prioriteit krijgt, dan moeten we stoppen met de rigide scheiding tussen onderwijs en zorg, schrijft , vrijwilliger van Stichting Hoogbegaafd (Werkgroep Onderwijs).

Het Nationaal Programma Onderwijs maakt veel los. De impact is groot wanneer een school besluit dat achterstanden op een bepaalde manier weggewerkt moeten worden of kinderen op een andere manier begeleid moeten worden. Als ouder van twee kinderen die op dagelijkse basis aanpassingen nodig hebben op de basisschool weet ik dat je een aanpassing niet zomaar doet.

Mijn kinderen zijn door het thuisonderwijs waarschijnlijk beter tot hun recht gekomen dan vóór de coronacrisis. Dus bekijk ik het nationaal programma met andere ogen, op zoek naar mogelijkheden waardoor mijn kinderen gemakkelijker het onderwijs en de zorg kunnen krijgen die ze sowieso nodig hebben. Die mogelijkheden kunnen ervoor zorgen dat kwetsbare kinderen minder afhankelijk zijn van de huidige willekeur door een gebrek aan kennis, de harde scheiding van onderwijs en zorg, de grote verschillen in gemeentelijk beleid en de inflexibele leerplicht met urennorm.

Stress

Doordat onze kinderen eigenlijk niet binnen het reguliere onderwijs passen, zijn de aanpassingen die ze krijgen erop gericht ze toch tot leren te laten komen met zo min mogelijk stress. Tijdens het thuisonderwijs was dit voor ons makkelijker te realiseren.

Ervoor zorgen dat ze zich veilig voelen en lekker in hun vel zitten staat voorop. Wij, ouders en school, proberen niet de stress te omzeilen of het gedrag aan te pakken, maar we kijken naar de oorzaken en manier van onderwijs. Doen we dat niet, dan is de kans erg groot dat ze depressief thuis op de bank belanden. Hun welbevinden is essentieel. Helaas lopen we regelmatig tegen de grenzen aan van beleid, kennis en financiën. Genoeg reden om in het Nationaal Programma Onderwijs te zoeken naar extra mogelijkheden.

Er is een hoofdstuk ‘Interventies gericht op het welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen’. Los van de term ‘sociaal-emotionele ontwikkeling’ – je sociaal ontwikkelen en je emotioneel ontwikkelen zijn echt twee verschillende punten – ben ik blij met dit onderdeel.

Geen onderwijstaak

Welbevinden noemen mijn man en ik meestal levensgeluk. Wanneer er weinig zaken bijdragen aan dit gevoel is dat voor volwassenen een reden om te kiezen voor een andere baan, andere omgeving en soms zelfs emigratie. Als je niet gezien en gewaardeerd wordt, of niet erkend wordt om wie jij bent, dan voel je je eenzaam en ongelukkig. Wanneer je kind hiermee op school te maken krijgt, is dat voor je kind en je gezin een groot probleem. Schoolwissels zijn ingewikkeld, switchen naar een andere vorm van onderwijs al helemaal en je kind thuishouden mag vanwege de leerplichtwet niet. Op school aangeven dat er wat moet gebeuren is ook ingewikkeld, want hoe dan en waar begin je? Voor je het weet beland je bij jeugdzorg omdat welbevinden geen onderwijstaak is.
Lees ook: Vijf lessen die we hebben geleerd van twee maanden thuisonderwijs

In het Nationaal Programma Onderwijs staat: „Bij welbevinden gaat het om het werken aan een omgeving die in brede zin bijdraagt aan de positieve ontwikkeling tot een gezond, sociaal en zelfstandig mens.”

Dit is iets waar we in het huidige passend onderwijs naar streven, maar wat lang niet altijd haalbaar blijkt te zijn.

Ook staat er: „Welbevinden en leerresultaten kunnen niet los van elkaar gezien worden.”

Maar welbevinden is in ons onderwijssysteem geen onderwijstaak. Het wordt gezien als (jeugd)zorg. En binnen de zorg is er geen ruimte voor onderwijs, omdat zorginstanties hun geld moeten uitgeven aan zorg. Het is dus een mooie, maar bijzondere uitspraak gezien het huidige systeem.

„Dat is niet nieuw, dat wisten we al lang vóór de coronacrisis.” Dus ook al wist men dit al lang, binnen ons onderwijs- en zorgsysteem zijn leerresultaten en welbevinden hard gescheiden.

Pleister

Vervolgens worden er mogelijke interventies als oplossing gegeven. Van trainingen voor de kinderen en de ouders tot cognitieve gedragstherapie en combinaties hiervan. En om het allemaal nog ingewikkelder te maken, staat er als voetnoot vermeld dat de uitvoer een taak is voor beleidsmedewerkers van onderwijs en gemeenten.

Wat ik als ouder mis, speurend naar hoe mijn kind beter in het onderwijs ondersteund kan worden, is een visie. Wat veroorzaakt het verminderd welbevinden? De coronacrisis is een oorzaak, maar er is nog zoveel meer. Wat heeft het kind nodig en hoe zorgen we daarvoor binnen het onderwijs, ook ver na de coronacrisis? Hoe zetten we in op preventie, zodat het niet uit de hand loopt?

Het plan voelt als even een pleister plakken zodat we na een training of therapie zo snel mogelijk terug kunnen naar ‘normaal’. Maar er is geen ‘normaal’ of ‘gewoon’. Dat is er nooit geweest, want elk kind is anders. Als we het erover eens zijn dat welbevinden en leren hand in hand gaan, dan moet hier structureel plek voor komen in het onderwijs. Ook daar moeten we zorg dragen voor onze kinderen. En even een pleister plakken is dan niet genoeg.

Tekst Marijke van der Pal, moeder van twee hoogbegaafde kinderen en vrijwilliger voor de Werkgroep Onderwijs van Stichting Hoogbegaafd! | Redactie voor verzending naar NRC Dr. Alice K. Burridge, voorzitter van Stichting Hoogbegaafd!

Wij steunen jou. Steun jij ons ook?

NU DONEREN

© NRC