In mijn klas kondigt mijn mentor een faalangsttest aan. “Oh ja, dat heb ik”, herinner ik aan mijn zangleraar van de basisschool. En ja hoor, ‘bingo’, ik mag op ‘faalangstreductietraining’. Braaf doe ik alle oefeningen en probeer ik ook thuis nog wat te oefenen; ik doe alles wat me gezegd wordt.
Aan het eind van het schooljaar krijgen we de test opnieuw. Want er zijn leerlingen die nu van de faalangst af zijn en leerlingen die dit voor altijd zullen hebben en ‘er maar mee moeten leren leven’. Dat klinkt onheilspellend. En ja, natuurlijk behoor ik tot die donkere groep. ‘Ermee moeten leren leven.’
Ook daar is een cursus voor, zo blijkt, en braaf doe ik wat ik moet doen. Maar ja, dit draag ik toch voor altijd me mee? Hmmm, dat is wel een self-fulfilling prophecy. Ik signaleer dat ik de twee trainingen lijdzaam heb ondergaan, maar dat ik hierin toch zelf de touwtjes in handen moet gaan nemen. Dus ik besluit vooraan te beginnen en mezelf te dwingen geen domme grappen meer te maken om af te leiden en mensen in de ogen te kijken als ik met hen praat. Oh wat is het moeilijk, maar het gaat steeds beter. Ik mag geen slachtoffer meer zijn van mijn faalangst en mag niet weglopen voor alles wat ik eng vind.
Dus ik schrijf me in voor enkele solistenconcoursen en win er zowaar eentje. Mijn spreekbeurt geef ik over faalangst, ik mag me echt niet meer verstoppen en geef me volledig bloot aan mijn klasgenoten. Aan het eind van mijn havo mag ik mijn diploma cum laude in ontvangst nemen en kan ik constateren dat ik al ver op weg ben.
Maar ik ben er nog niet helemaal. Dus ik schrijf me in voor het conservatorium. Als ik ergens wel mijn faalangst kan aanpakken is het daar wel. Mijn mentor heeft een indringend gesprek met mij. Quotes als ‘het mag er zijn’, ‘je bent een masochist’, ‘zoek iets wat bij je past, niet wat je vindt dat bij je moet passen’, ‘bouw je sterktes uit, koester je zwaktes’, vliegen langs mijn oren. En vliegen blijven ze, want het komt niet binnen.
Natuurlijk had ik een heerlijke tijd op het conservatorium met mensen die hun talent koesteren, graag studeren en creëren, maar oh, wat heb ik mezelf voor de leeuwen geworpen. Met buikpijn ging ik naar sommige lessen toe, slapeloosheid deed zijn intrede, trillende handen, knikkende knieën, een overslaande stem, valse noten, overgeven voor een stage, het kon nog altijd erger.
Vier jaar heeft het geduurd voordat ik besloot dat dit niet voor mij was.
Nog twintig jaar voordat ik zag dat deze faalangst zijn intrede doet op momenten dat ik niet bij mezelf ben. Dat ik iets doe voor de ander en niet dat wat voor mij kloppend is. Zo leer ik leven met mezelf en koester ik mijn antenne.
Heel fijn geschreven! Vooral doen wat bij je past en doe het voor je zelf en niet voor de ander. Min of meer herkenbaar.
Beste Geert Paul, Er is iets misgegaan met je bestelling, kan je even contact met me opnemen?
Vriendelijke groeten, Frans Corten