Maart 2020, één jaar geleden, vakantie voor mij. Ik ben nog maar net twee dagen aangekomen bij onze huurwoning in het zuiden van Frankrijk, als ik te horen krijg dat de ganse regio in strenge lockdown gaat… In een staat van ongeloof keer ik onverwijld terug huiswaarts.
De rit door Lyon voelt als een naderende apocalyps. Nog nooit ben ik door dit stuk Frankrijk gereden zonder file. Nu is het straatbeeld leeg. Op de autosnelweg zijn alleen nog wagens met buitenlandse nummerplaten links en rechts van mij; de Franse bevolking mag zich immers niet meer zonder geldig motief verplaatsen. Wij ‘buitenlanders’ lijken allen op de vlucht, weggejaagd, niet meer welkom, paria’s, verketterd. Voor één keer voel ik me wezenlijk onderdeel van iets. Van een vluchtende groep. Voor het eerst in mijn leven ervaar ik een groepsgevoel. Dat is nieuw voor me.
Niet veel later wordt duidelijk dat niet alleen mijn privésfeer, maar ook mijn werk geaffecteerd wordt door deze oprukkende pandemie. Ik werk in een internationale context en wanneer rond 15 maart 2020 de Europese binnenlandse grenzen dicht gaan, word ik (zoals vele anderen) onverwacht werkloos.
Inmiddels is het meer dan een jaar later en bestaat het bedrijf waar ik werk nog steeds. Een wonder, want het balanceerde even op de rand van een faillissement. Ik werk nu tijdelijk in een soort beurtrol. Concreet komt het erop neer dat ik afwisselend (tijdelijk) werk en daarna weer even werkloos ben. Het is verre van ideaal, maar het is niet anders. Ik probeer het te zien als een unieke kans om eindelijk tijd te hebben voor wat ik naast mijn werk nóg allemaal leuk vind.
Daar horen heel gewone dingen bij zoals lange wandelingen en fietstochten, genieten van het voorrecht om in een huis mét tuin te wonen, het verzorgen van mijn bejaarde hondje, het luisteren naar prachtige muziekstukken.
Maar ook bijvoorbeeld sporadisch vrijwilligerswerk verrichten, dat me telkens opnieuw veel voldoening biedt. Iets proberen te betekenen voor iets of iemand anders, belangeloos, zonder verborgen agenda. Zomaar, omdat het kan.
En dan is er ook nog het lezen van oneindig veel boeken, schrijven over dingen die me bezig houden, online kennis vergaren over de meest uiteenlopende onderwerpen en nadenken. Diep nadenken. Nadenken over nadenken.
Soms bij het nadenken zomaar weemoedig worden, maar even vaak in volle extase tot een eigen inzicht komen, na wel honderdduizend associaties in mijn hoofd te hebben gemaakt over van alles en nog wat. Wat een verrukking soms, die heerlijke binnenwereld!
Simpelweg genieten van een vrije dag, een pluim of veer zien neerdwarrelen in de tuin en haar prachtige, fijne structuur en kleurschakeringen bestuderen, bedenken van welke vogel dat zou kunnen zijn, of de wind deze hierheen heeft gebracht (was er veel wind vandaag, de afgelopen dagen, hoe is het gesteld met de luchtdruk, welke wolken zie ik?), turend naar de hemel (waarom is de lucht nu ook alweer blauw?), bedenken hoe weinig ik weet over het heelal, nadenken over wat een supernova is, waarom planeten zweven, waarom ik de maan soms zie overdag, wat een melkweg is.
Begrijp ik dat wel allemaal? Nee natuurlijk niet, waarna ik weer dingen ga lezen, om daarover te filosoferen en om me te verwonderen. In de verte hoor ik iemand die piano speelt, het is prachtig.
De laatste tijd krijg ik heel vaak de vraag, of ik me na al die maanden werkloosheid niet begin te vervelen.
Verveel je je nog niet?
Of nog:
Dat moet toch lastig en vervelend zijn, tijdelijk werkloos zijn tijdens deze periode, wanneer er niks te beleven valt?
Hoezo, “niks te beleven valt”? Even is het voor mij de wereld op z’n kop. Meestal heb ik het gevoel dat mijn gesprekspartners mij niet begrijpen, maar deze keer is het omgekeerd.
Ik begrijp echt niet hoe ik me zou moeten vervelen. Er is zoveel te weten – en níét te weten. Zoveel om te creëren. Zoveel om over te fantaseren. Zoveel nieuwigheden om te ontdekken. Zoveel om verwonderd over te zijn, zoveel om over na te denken, zoveel oneindige mogelijkheden in denken, in verbeelding, in ontleden van gelaagdheid, in emotie. Hoe zou dat me nu ooit kunnen vervelen?
Verveel je je nog niet?
Neen, al begrijp ik vanwaar de vraag komt en ik voel de goede intentie. Toch is het zo dat ik me mede door zulke vragen soms een vreemde eend in de bijt voel op deze wereld. Een moeilijk te omschrijven, latent gevoel van disconnection.
Eén ding is zeker : alleen met mijn gedachten verveel ik me nooit! In gesprek met bepaald gezelschap daarentegen, verveel ik me wel eens.
Geweldig geschreven. Zelf verveel ik mij ook nooit, neem wel af en toe de tijd om te lummelen. Gaandeweg het proces waar ik in zit wordt steeds duidelijker waarom andere mensen zich vervelen en ik niet.
Dank voor jouw reactie!
Super, ik herken het helemaal 🙂
Bedankt Lieven!
Je bent duidelijk een geboren vertelster. Ik zou het zelf nooit zo helder kunnen verwoorden al kan ik me er helemaal in vinden. Af en toe heb ik echt behoefte om een dagje ‘niets te doen’. Eigenlijk ben ik dan vooral op zoek naar tijd om te denken, dingen op te zoeken, van het ene inzicht naar een of ander idee te komen. En vooral achteraf het idee te hebben vanalles ontdekt te hebben. Ik vloek heel dikwijls op die altijd voortdenderende gedachten maar zou ze toch niet willen missen.
Dank voor het compliment waarmee je opent! En ook algemene dank voor jouw reactie, het is altijd fijn om de (h)erkenning bij anderen terug te lezen.
Dank voor het compliment waarmee je opent ! En ook algemene dank voor jouw reactie, het is altijd fijn om de (h)erkenning bij anderen terug te lezen.