De ontdekkingsreis door het hoogbegaafdheidsdomein leidt onvermijdelijk tot een ontmoeting met het begrip abstractie. Die ontmoeting kent twee uitersten. De een zal achter blijven in onbekendheid, terwijl de ander meteen zal begrijpen wat wordt bedoeld. Maar wat is abstractie nu precies en wat doet abstract denken met de mens?
Het weglaten van kwaliteiten of eigenschappen
Een simpele definitie van abstractie is ‘het weglaten van kwaliteiten of eigenschappen’. Zogezegd kan een auto dus worden geabstraheerd tot een ding. Van auto naar voertuig, van voertuig naar bewegend object, van bewegend object naar object, en van object naar ding. Daarmee wordt meteen het tegenovergestelde van abstractie zichtbaar, namelijk concretie. Als we immers hetzelfde rijtje teruglopen en kwaliteiten of eigenschappen toevoegen, dan maken we het ding concreet tot een auto.
Patroonherkenning door abstraheren
Het abstraheren als denkoefening is nuttig als we kwaliteiten of eigenschappen van dingen willen isoleren. De geïsoleerde kwaliteit of eigenschap kan vervolgens onderhevig worden gemaakt aan onze denkkracht. Hierin ligt in mijn optiek de oorzaak van patroonherkenning. Het continu abstraheren van de belevingswereld maakt dat de essentie van dingen gezien kan worden. Ofwel, de essentiële kwaliteit of eigenschap van een ding. De in het geheugen opgeslagen essenties van dingen worden vervolgens met elkaar vergeleken en vallen al dan niet samen tot een patroon.
Neem het simpele voorbeeld van het bekijken van de Olympische Spelen. Een concrete manier van kijken leidt tot de constatering dat elke sport eigen kwaliteiten of eigenschappen heeft en daarom verschillen de sporten van elkaar. Een abstracte manier van kijken leidt tot de constatering dat het bij de sporten altijd gaat om het leveren van een fysieke prestatie en daarom zijn alle sporten hetzelfde. In het laatste geval leidt het abstraheren van een één bepaalde sport tot het zien van één bepaalde essentie. Vervolgens worden andere sporten geabstraheerd en wordt dezelfde essentie waargenomen. En zo leidt abstraheren op vele vlakken tot patroonherkenning. Van het lezen van boeken tot het waarnemen van sociaal gedrag.
Groter machtsgevoel, maar minder vooroordelen
Abstract denken beïnvloedt de mens ook op psychologisch gebied. Een onderzoek onder studenten van de Universiteit van Amsterdam laat zien dat een abstracte mindset het machtsgevoel kan vergroten, de voorkeur voor machtsposities eveneens kan vergroten en kan leiden tot het gevoel van meer controle over de omgeving. De relatie tussen een abstracte mindset en machtsgevoel schijnt daarnaast twee kanten op te werken. Een abstracte mindset leidt tot een vergroot machtsgevoel, maar een machtsgevoel leidt ook tot een meer abstracte mindset.
Een ander onderzoek onder Amerikaanse kiezers laat zien dat mensen door een abstracte mindset minder vooroordelen kunnen gaan koesteren tegenover bepaalde groepen uit de samenleving. De afname in vooroordelen zou kunnen voortkomen uit een conflict tussen een abstracte sociale waarde en een concrete vooroordeel. Om in het voorbeeld van de Olympische Spelen te blijven, kan hier gedacht worden aan de sociale waarde van gelijkheid en het concrete vooroordeel van dopinggebruik door een wielrenner. Dat gaat niet zo goed samen en daardoor zou de abstracte waarde gelijkheid kunnen leiden tot het verdwijnen van het concrete vooroordeel van dopinggebruik door een wielrenner.
Overigens worden de proefpersonen in beide onderzoeken een abstracte of concrete mindset in geleid. Dat doen de onderzoekers onder andere door het stellen van vragen. In het geval van een concrete mindset wordt een how-vraag gesteld en in het geval van een abstracte mindset wordt een why-vraag gesteld. Daaruit en uit eigen ervaringen kan de conclusie worden getrokken dat het voeren van een gesprek op abstract of concreet niveau een invloed heeft op de mindset van de gesprekspartner. Daarbij is tevens de ervaring dat koetjes en kalfjes-gesprekken veelal plaatsvinden op concreet niveau.
Abstract denken behoort toe aan eenieder
Alles bij elkaar bezien kan worden opgemaakt dat abstractie een denkoefening is die de meeste mensen zou kunnen toekomen. Een ervaren gemak in het abstraheren brengt daarentegen een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. Het laveren tussen abstractie en concretie kan immers gevolgen hebben voor zichzelf en voor een ander. Niet alleen op psychologisch gebied, maar ook door het bezitten van inzichten in de samenleving door patroonherkenning. Om deze redenen is abstractie een verschijnsel dat een morele benadering verdient.
De Groot EDH, 2013. Synesthesie en abstractie. Over de relatie tussen synesthesie en abstractie. BSc thesis, Universiteit Utrecht, Nederland.
Henderson MD, Wakslak CJ, Fujita K, Rohrbach J, 2011. Construal level theory and spatial distance. Implications for mental representation, judgement and behavior. Social Psychology 42(3):165-173.
Luguri JB, Napier JL, Dovidio JF, 2012. Reconstruing intolerance: abstract thinking reduces conservatives’ prejudice against nonnormative groups. Psychological Science 23(7):756-763.
Smith AJ, 2010. Aristotle on abstraction. PhD thesis, The Johns Hopkins University, Baltimore, USA.
Smith PK, Wigboldus DHJ, Dijksterhuis A, 2006. Abstract thinking increases one’s sense of power. Journal of Experimental Social Psychology 44(2):378-385.
Mooi artikel, zou het woord macht hier alleen niet beter kunnen worden vervangen door controle? Je begrijpt wat er gaande is waardoor je meer controle ervaart…Macht heb je over iemand voor mijn gevoel. Controle over een situatie? Controle verlaagt angst en als er minder angst is durf je het concrete nog meer los te laten dus kun je verder abstraheren? Tot je je zo veilig voelt in de wereld dat je eenheid met alles ervaart in het extreme… Ik denk even een paar stapjes door voor de leuk 😉 De behoefte aan macht zou ik eerder zien als voortkomend uit een gevoel van gebrek aan controle, wantrouwen die angst oplevert en je wilt compenseren…is in het onderzoek aangetoond dat het abstractieniveau van iemand ten grondslag ligt aan behoefte aan macht of dat het een vaak samen gaat met het ander? met andere woorden is er een causaal verband of komen ze vaak samen voor?
Hoi Sandra, leuk dat je reageert op het artikel en dank voor de interessante vragen die je doet rijzen.
Het is inderdaad mogelijk om het begrip macht te interpreteren als controle. De auteurs van het betreffende artikel (Smith et. al., 2006) zien macht als een instrument om middelen te verdelen. Degenen met macht bepalen op welke wijze de middelen worden verdeeld over degenen zonder macht. Hierdoor hebben machthebbers dus controle over de machtelozen.
In het onderzoek worden op basis van dit machtsbegrip kort gezegd twee vormen van macht onderzocht:
1. Sociale macht (experimenten 2 en 3);
2. Persoonlijke macht (experiment 4).
De sociale macht heeft betrekking op relaties tussen mensen en groepen. En wordt onderzocht door de voorkeur van proefpersonen voor machtsposities in kaart te brengen. In deze context is het inderdaad zo dat je als proefpersoon macht hebt over iemand of anderen. Daarmee komt jouw gevoel over macht overeen met sociale macht.
De persoonlijke macht is het vermogen om controle te hebben over de eigen uitkomsten en omgeving. Het betreffende experiment geeft een iets concreter inzicht. De proefpersonen worden in dat experiment voor een computer gezet. Daarop verschijnt een letterreeks dat kort na het verschijnen ook weer verdwijnt. De proefpersonen konden reageren op de letterreeks en daarmee eveneens de letterreeks laten verdwijnen. De proefpersonen moesten vervolgens de computer zien te verslaan door eerder dan de computer de letterreeks te laten verdwijnen. De proefpersonen wisten na het verdwijnen van de letterreeks niet of dat door henzelf of de computer kwam. Wat bleek is dat de proefpersonen met een abstracte mindset vaker dachten dat zij de letterreeks zelf hadden laten verdwijnen.
Naast deze twee vormen van macht wordt een meer algemeen machtsgevoel onderzocht door het in kaart brengen van de karaktereigenschappen (experiment 1). Het machtsgevoel wordt in het onderzoek gemeten aan de hand van een vragenlijst met 25 onderdelen. Elk onderdeel bevat een 9-punts schaal van een karaktereigenschap. Van de 25 onderdelen waren er 7 onderdelen gericht op macht. Met onder andere de schalen onderdanig-dominant, afhankelijk-onafhankelijk en passief-actief.
De abstracte mindset heeft dus invloed op de voorkeur voor sociale macht, het gevoel van persoonlijke macht en het gevoel van macht in het algemeen.
De behoefte aan macht is een interessant onderwerp. Maar heb ik niet meegenomen in het artikel. Ik kan dus ook niet zeggen of er sprake is van een causatie of correlatie tussen het abstractieniveau en de behoefte aan macht.
En dan tot slot nog even doordenken voor de leuk. Abstraheren tot je eenheid met alles in het extreme voelt is immers erg interessant. Binnen de gegeven definitie van abstractie zie ik dat echter als groot abstraheren. En dat betekent dat je ook klein kunt abstraheren. Denk bijvoorbeeld aan onderzoekers die donkere materie of het bewustzijn proberen te ontdekken (zie de documentaire The Most Unknown (2018)). Ik zou daarom niet de focus leggen op het groot abstraheren. Maar op het laveren tussen abstractie en concretie, waarbij er geschakeld kan worden tussen de abstractieomvang.
Ik hoop dat ik enige helderheid heb kunnen geven. Mocht je nog meer vragen hebben, dan kun je ze gerust stellen.