Intense mensen groeien rap. Medemensen, omgevingen, beroepen, locaties… groeien niet per se even hard, even behoeftig met hen mee. Je kunt als intens mens wel eventjes de groei “on hold” zetten, maar al gauw stoom je alsnog door. De wereld lonkt, thema’s fascineren, vraagtekens volgen denkbeelden op.
Hoe geven we bedding aan de groeispurt, hoe honoreren we tegelijkertijd verbondenheid?
Groei impliceert verandering, verandering schudt stress in je los. Dat is fysiek misschien spannend en rusteloos, maar ook op andere levensgebieden een potentiële uitdaging. Wanneer je in de diepte van je Zijnsbeleving een groeinood voelt broeien, voorzie je wellicht ook het beëindigen van een vriendschap, een noodzakelijke verhuizing of een derde huwelijk in dit éne, toch juist al zo mooie huwelijk. Dan is zo’n verijdelde groeidynamiek doodeng. Zeker als je in jongere jaren geleerd hebt dat jouw anders-zijn ook eenzaamheid betekent. Dat jouw wensen andermans grenzen zijn. Of dat groeien een vermoeiende strijd en geen wonderlijk levensgegeven is.
Zo kom je gevoelsmatig klem te zitten tussen je vanzelfsprekende groeigretigheid en je aangeleerde terughoudendheid. De comfortabele twijfel bezigt je denken en vermijdingsdrang – als geconditioneerde pose van je spontane persoonlijkheid – domineert je gedrag.
Je voorziet wellicht dreigende Leegte, gedurige onbestemdheid of passieve weerstand. Soms verzand je in gedachten als “was ik maar tevreden”, “wat een gedoe”, “wat moeten anderen wel niet van mij denken”. Mogelijk vermijd je doemende eenzaamheid, regeert angst in je denken en voelen, resulteren de complexe emoties die kenmerkend zijn voor verandering in een staat van verwarring, herken je deze emotionele roering niet als voorwaarde van groei.
De opwinding die er ook is, de avontuurzin die je groeispurt karakteriseert, wordt getemperd door innerlijke roerselen. Je voelt je als het ware in jezelf vastgedraaid, in conclaaf met gemoedsbewegingen, verontrustend zelfbewust.
Opwinding wordt angst, en angst duid je als onwenselijk. Zo staat de groei die je lief is, je ineens tegen. Een kenmerkend vrijelijk deel van je psyche staat je tegen, geniet geen moeiteloze goedkeuring meer, en het innerlijke conflict dat daarom je denken preoccupeert, voelt als een gemis aan zelfvertrouwen en kouwelijke afstand tot je prikkelende, eigenlijk te ontdekken omgeving.
Misschien bestaat de twijfel voornamelijk uit de eisende gehechtheid van je omgeving aan de persoon die je nu bent, die je feitelijk was, maar die je voor hen altijd een beetje zal blijven. De intense mens die anderen aanmoedigt om verandering aan te durven, die je omgeving om deze reden nabij zich wil houden, onveranderd en oervertrouwd.
Maar, nota bene, je groei-imperatief is niet hetzelfde als verbindingsangst. Is nabij contact beangstigend? Dan ligt daar je groeimogelijkheid. Er kunnen namelijk mensen op je pad komen die met jouw groeidynamiek mee kunnen bewegen, ook als hun weg een ándere is. De levenskunst is om jullie ritmes, tempo en cadans af te stemmen, zonder je verkrampt aan elkaar aan te passen. Er is in jou en in de ander – zeker in de relatie die jullie scheppen – mogelijk meer dan genoeg ruimte om met autonomie-in-verbondenheid het leven te ontwerpen dat jullie groeizaam goed doet. Wat hier speelt, is de uitdaging om niet alleen je eigen intensiteit tegemoet te komen, maar ook de intensiteit van Leven te leren aanvoelen, en in ieders groeiwensen zowel het individuele karakter bevestigd te zien als een doodnormaal levensproces te ontwarren.
Groeien is zo belangrijk voor de intense mens, dat de wens hiertoe ironisch genoeg grotendeels onpersoonlijk is. Wie als persoon groeit, verandert relaties. Wie zichzelf als intens mens bestempelt, mag de beweging die we Leven noemen, leren belichamen.
Hoewel angsten je tot somberheid aan toe afremmen, leeft er een levenskracht in je die de verandering vastberaden voortstuwt. Je vraagt je bewust af:
“Hoe kijk ik straks terug op mijn leven?”
Een vraag die je jezelf – en ondanks minst gemakkelijke weerstand ook anderen – dagelijks durft te stellen. Je voelt aan je wateren dat verandering van alle tijden is. Water stroomt waar het kan. Als intens mens zie je een veelvoud aan mogelijkheden. Je relaties, carrière of dit gehele levensproces indammen, vitaliteit ontzeggen, is op absurde wijze néé zeggen terwijl je ontvankelijk-voor-prikkels continu, en eigenlijk volautomatisch, já zegt tegen verandering. Je lijf weet allang welke kant het op bewegen wil, je relatie is geen gestolde entiteit, je bent een open systeem, rust vind je ook door onrust toe te staan. Als je terug zou kijken op je Leven, dan had je gewild dat je de ongemakken voor lief nam, omdat je het Leven lief hebt gehad, omdat je jouw Wilde Zelf een beredeneerd podium schonk. Ook als dat betekent dat het inslaan van nieuwe neurale paden je zenuwachtig schuldig maakt en de indruk wekt dat je anderen verlaat of verraadt. Dat zijn indrukken, slechts wijzen waarop wij betekenis geven aan duizendvoudige ervaringen. Kies je duiding wijs; verandering is een constante; levendigheid mag je gouden standaard zijn.
Groeien is een imperatief, ook als je hiermee de groepsdichtheid ontregelt, dat geef je wellicht schuchter of overschreeuwend toe. Je geeft er – impulsief én na overweging – de voorkeur aan om de barensweeën van levensfases bij een eerste aankondiging serieus te nemen, je er niet aan te onttrekken, met je hand op je buik een duik in het gevoelsmatig diepe te nemen.
Je wilt relaties leven als voeding, niet als een valkuil. Liefde is een dans, meer dan een symbiose, en jij bent leergierig genoeg om telkens weer nieuwe danspassen aan te leren. Je wilt gepassioneerd liefhebben, grenzeloos de wereld in je verbeelding exploreren, en daarbuíten. Al was het maar in je achtertuin, het onkruid tot exotische bloemen benoemend, in dialoog met je onvervreemde buurman of onderweg naar de steeds maar verlegde horizon. Veelzijdig als je bent, zijn leerprocessen jouw levensaders. Het zij zo, het is een kans om soepel mee te bewegen, misschien wel de grootste inherente levensles, en voor wie je lief is een uitnodiging tot ‘meer’.
Vrienden, familie, kennissen… ánderen nemen wellicht waar dat je veranderd bent. Het is ook aan jou om hen te spiegelen dat verandering meer-dan-okee is. Dat jouw keuzes geen opportuniteit voor andermans oordeel zijn, maar een bevestiging van je openheid, zelfstandigheid en levensvolheid. Van je onwetendheid, uitproberen en fouten maken. Van wat ís en wordt, in een inademing en een uitademing. De benauwende wereldbeelden van hen die niet meebewegen met jouw vérademende groei leer je erkennen als een zoekende uitdrukking van hun verbondenheid met jou. Niet door woorden, maar door keuzes leef je alsnog de ingezette groei, en juist dit zal je omgeving met de tijd leren waarderen. Waarderen door zonneklaar hun persoonlijke processen te leven.
Groei is belangrijker dan baden in het bekende; je voelt je wellicht gauw vastzitten en hebt behoefte aan bewegingsvrijheid. Tuurlijk, zo leeft het, zo beleef jij! Het Goede, Juiste en Ware inspireert je doen en laten, al ben je telkens weer verwonderd door je beperkte levenskunde in deze. Waarheidsbevindingen zijn je hopeloos falende regime. Groeipijn neem je op de groei toe, wetende dat het een conditie voor groeivreugde is. Lijden, twijfels en sensitiviteiten zijn oké, zolang ze zin hebben. Dit is initieel geen gemakkelijke levenshouding, op momenten vol vereenzaming en kwetsbaarheden. Maar. Dit is jouw weg. Zonder steen of steun, je neemt ‘m toch. Dit is een weg vol opwinding en onzekerheid, vol versnelling en verrijking, bol van perikelen en prikkels. Een weg vol rouw, en soms angststuipen. Een weg vol wegen die als omweg bij het open einde brengen. Een weg vol omdenken en navoelen, een weg vol dynamische transities, zoekend naar de juiste woorden, zonder kaart onderweg. Tot het subtielste aan toe, als vingertoppengevoel of verbeelde “Time Lapse” van innerlijke gevoelsverschuivingen. Een weg die binnengewoon natuurlijk aanvoelt, die je desondanks het prangende zelfbewustzijn in de juiste flow stemt. Een weg die geen weg is. Een weg zo onhelder, juíst omdat het proefondervindelijk de jouwe is, vol ongebaande gemoedswegen.
En, weet wel….
Op enig moment groei je zó hard, dat “groei” geen “groei” meer is, maar een constante beweging, typerend Leven.
En dan sta je daar intens te wezen. Intens Wezen. Op de plaats rust, zinderend wakker. Daar, ontvankelijk voor wat Leven brengt, zelfs zonder je Wil op te leggen. Want groeien doe je toch wel, tot de eindigheid aan toe.
Intensiteit, zo bekeken, is het keurmerk van wakker groeipotentieel. Als je dat liefhebt, gun je de medemens tegelijk een inspirerende blik waardig op jouw levenslust.
Oei, dit is groei!
Vrij compleet herkenbaar, (intens0 groeien gaat met falen (wat ook mag) en opstaan om weer verder te groeien.