Terwijl ik hier in mijn bloedhete zolderkamertje de ventilator hoor brullen, denk ik terug aan deze bizarre periode van verandering. Het diploma is binnen; ik ben geen student meer. De enige constante in mijn leven, het schoolleven, is nu dan toch definitief afgelopen. Solliciteren, mailtje hier, gesprekje daar, en dan maar wachten, en hopen. Wachten totdat de volgende fase van mijn leven mag gaan beginnen. En ondertussen zit ik hier maar, in mijn bloedhete zolderkamertje.
Ik heb altijd al moeite gehad met hitte. Boven de 26°C is al te warm voor mij, laat staan 36°C. En als het dan ook nog weken duurt voordat er enige verkoeling optreedt, brand ik gauw door mijn energie heen, en zonder energie ben ik prikkelbaar. Op deze heetste dag van het jaar kan erg weinig al erg veel zijn. Mijn gezicht heeft normaliter al een negatieve uitdrukking – dat is gewoon mijn neutrale gezicht – maar als ik me zo voel, dan staat mijn gezicht echt op standje donderwolk. Dan krijg ik honderdmaal per dag die éne vraag naar mijn hoofd geslingerd:
“Wat is er?”
Wat zeg je dan? Als je klaagt over de hitte, zeggen ze dat iedereen er last van heeft, dus je mag niet zeuren. Als je zegt dat je prikkelbaar bent, zeggen ze dat je dat dan gewoon ‘niet moet zijn’. Als je antwoordt met “Niks”… Dan zijn ze er vaak nóg meer van overtuigd dat er iets aan de hand is. Dit alles leidt vaak tot meer irritatie, en nog meer irritatie, en nóg meer irritatie… Eigenlijk zou er tijdens een hittegolf gewoon een verbod op socializen moeten komen.
Terwijl ik hier in mijn bloedhete zolderkamertje de ventilator hoor brullen, denk ik terug aan alle keren dat een irritatie leidde tot escalatie. Ik zie een gemene deler in al deze situaties: iemand interpreteert de woorden of de emotionele lading erachter compleet verkeerd. Vaak ben ik dat zelf – emoties herkennen in stemgeluid is en blijft een haast onmogelijke opgave voor mij – maar vaak genoeg ligt dat ook bij de ander. Denken dat ik boos ben op hen, langs elkaar heen praten, of gewoonweg een verkeerde verwoording. Het komt allemaal voor.
Soms denk ik verder, buiten de context van deze hittegolf… En dan zie ik dat dit probleem eigenlijk van alle tijden is. Een verkeerde opvatting van andermans woord of bedoeling leidt vaak tot misverstanden en miscommunicatie, met woede, schaamte, of mislukking als gevolg. Als het enige wezen op deze Aarde met dergelijk complex taalgebruik als het onze, zouden wij mensen toch beter moeten zijn in het communiceren, in het overbrengen van onze bedoelingen en gevoelens? Waarom rusten er dan zoveel verhalen over rampen, mislukkingen, en fouten op tragische miscommunicatie? Zoals Bassie al zei:
“Ik snap het wel, maar ik begrijp het niet.”
Geen enkel begrip heeft in mijn leven al voor zoveel gedoe gezorgd als “interpretatie”. Of ik nou iets verkeerd interpreteer, of iemand anders, dat maakt hier niet uit. Alleen al het feit dat woorden en uitspraken verschillende betekenissen kunnen hebben, afhankelijk van de context, is iets wat niet strookt met mijn interne logica. Ik denk niet contextueel, ik denk absoluut.
“De wereld is niet absoluut,” zegt men dan.
Nee, maar ik wel.
Interpretatie is iets waar ik altijd moeite mee zal hebben, net zoals plagerijen, of sarcasme, of inderdaad ook deze hitte. Ik snap dat interpretatie een integraal onderdeel is van onze spreektaal. Ik bedoel alleen te zeggen dat het voor mij persoonlijk een stuk handiger en logischer zou zijn als dit niet het geval was, en dat het voor alle mensen een hoop problemen kan voorkómen als onze spreektaal minder dubbelzinnig en contextueel zou zijn. Echter, ik zie ook wel dat dit niet reëel is. Zo werkt de wereld nou eenmaal, of niet?
Buiten blijft het kwik maar stijgen. Daar begon het allemaal mee. Hitte, en energie. Interpreteren kost mij energie. Als ik die weer heb, komt het allemaal wel weer goed met mij. Dan past deze kameleon zich weer aan de samenleving aan. Voor nu, even niet. Het is te warm om te interpreteren.