Als ik mijn columns doorlees zie ik dat het element ‘wachten’ veel vertegenwoordigd is. De titel van mijn eerste column spreekt al voor zich: ‘Wanneer wordt mijn kind weer gelukkig?’ maar bijvoorbeeld ook ‘Het zit er wel in, maar het komt er niet uit’ is het aanwezig.
Als hoogbegaafd kind moet je veel wachten…
Het begint met wachten op ‘gezien worden’, …
daarna wachten op de IQ test en op de uitslag daarvan, waardoor je in de tussentijd weer moet wachten…
tot je eindelijk de juiste stof aangeboden krijgt…
of wacht om toegelaten te mogen worden op fulltime hoogbegaafdenonderwijs.
Hier kunnen echt jaren overheen gaan!
Wat hierboven beschreven is geldt overigens meer voor de kinderen van nu, want vroeger was er sowieso nog erg weinig bekend over hoogbegaafdheid en ging je gewoon naar “de school om de hoek”.
Omdat hoogbegaafde kinderen anders denken interpreteren ze de standaard aangeboden stof meestal ingewikkelder dan deze is. Hierdoor, vaak in combinatie met het ondertussen begonnen onderpresteren, worden ze veelal niet herkend als hoogbegaafd, of zelfs met ‘er mankeert iets aan’ bestempeld.
Een voorbeeld. Vroeger kreeg ik redactiesommen naar het globale idee:
Als Jantje en Pietje elkaar vanuit huis tegemoet lopen, en Jantje loopt 2 km/pu en Pietje 4 km/pu, waar/wanneer komen ze elkaar dan tegen?
Mijn brein dacht dan het volgende. Ja maar wat als Pietje bedacht: ‘ik ben nog wat vergeten’ en terugloopt, of wat als Jantje onderweg een mooie etalage ziet en daar even blijft stilstaan, of er onderweg een stoeptegel scheef ligt en één van de twee erover struikelt en valt, of als Jantje tegenwind heeft, of er ligt sneeuw, of Pietje wordt onderweg niet lekker en gaat zitten, of of of…
Ik bedacht allemaal scenario’s omdat de informatie die we kregen simpelweg voor mij te summier was. Dat was natuurlijk niet helemaal de bedoeling, dus ik wachtte daarna eerst maar weer op een voor mij duidelijke uitleg, inclusief kaders.
Dit wachten zet zich dan ook vaak voort in het leven als volwassene. De hoogbegaafde volwassene van nu wacht veelal óók nog steeds op erkenning of bijvoorbeeld op die baan waar hij of zij dan eindelijk de kans zal krijgen om zijn/haar potentie ten volle te kunnen en mogen benutten. N.B. Als je het woord ‘potentie’ eens goed onder de loep neemt, kan je daar eigenlijk ook al het element wachten in vinden.
Het gevolg van dit vele wachten, al vanaf de prille jeugd, is dat hoogbegaafden vaak ontmoedigd worden. Velen van hen hebben dan ook geen zin meer om nog naar de universiteit te gaan, die hebben “het schoolse leven” allang gezien en zijn al dat wachten tot de rest ook eens klaar is zat. Die willen de wereld ontdekken en zèlf het tempo bepalen! Het nadeel is wel dat ze meestal niet de banen krijgen waar ze zouden floreren omdat ze het vereiste “papiertje” dan niet hebben. Het aantal hoogbegaafden dat voor zichzelf begint is dan ook relatief groot.
Een onderdeel waar het element wachten evenwel, zij het onbewust, in aanwezig is, is het ‘leren leren’ (= het leren hoe je moet leren). Hoogbegaafden pikken vanaf zeer jonge leeftijd al dingen héél erg snel op; ze kunnen gelijktijdig verschillende verbanden leggen en dat alles gaat “als vanzelf”, waardoor ze eigenlijk niet zo veel moeite hoeven te doen om informatie tot zich te nemen, één keer horen, doen of doorlezen is voor de meesten al voldoende. Voorwaarden zijn over het algemeen wel dat het onderwerp ze moet interesseren, moet kunnen (blijven) boeien en ze moeten er vóóral ook het nut van inzien.
Wat dat snelle denken dus wel als nadeel heeft, is dat niet zo gauw ‘leren leren’. De meeste hoogbegaafden lopen daar pas op de middelbare school of nog later tegenaan, als er een gedegen planning en veel huiswerk bij komt kijken, het zogeheten “suffe stampwerk”, of als ze een presentatie moeten voorbereiden. Dan pas merken ze dat ze nooit hebben ‘leren leren’, noch plannen… Volgens mij zijn vele hoogbegaafden ook notoire uitstellers, omdat ze gewend zijn dat alles op het laatste moment ook nog wel lukt.
Eigenlijk bestaat het hele leven, voor iedereen, uit een aaneenschakeling van wachtkamers op velerlei gebieden. Soms zit je er kort en soms wat langer, maar vergeet alsjeblieft niet tussendoor ook nog te Leven! In een wachtkamer voel je je vaak machteloos. Realiseer je echter dat je in sommige gevallen gewoon zelf de macht en kracht hebt om op te staan en weg te lopen! ‘Stilstand is achteruitgang’…
The Waiting Room:
a place between two lives.
Between the life we had to exit to be happy and the life we have yet to enter.
Most people stay in The Waiting Room because they think it is their second life.
And not just a space in between.
Christina Rasmussen