Al lang vertel ik in mijn infosessies dat als we een kenniseconomie willen zijn, dat als we een sterke maatschappij willen hebben, we ook sterke mensen aan de top moeten hebben. Daarvoor moeten we die sterke mensen wel zien, begrijpen en ondersteunen.
Jaar na jaar gaan we ervan uit dat ze het wel alleen kunnen. Jaar na jaar gaan de middelen niet naar hen. Een structureel probleem, wanneer leerkrachten niet de tijd, niet de middelen, niet de kennis krijgen om deze kinderen te helpen en te begrijpen.
“Als Vlaanderen een kenniseconomie wil zijn, dan hebben we zeer sterke leerlingen nodig. We hebben innovaties nodig, mensen die patenten aanvragen voor uitvindingen, mensen die doctoreren, …” Duyck.
Ik hoor OESO-topman Dirk Van Damme in een interview zeggen dat we met onze talenten een verantwoordelijkheid hebben tegenover onze samenleving. Maar kan je het jongeren kwalijk nemen dat zij dat zo niet zien, wanneer zij nooit het gevoel hebben gehad iets van deze samenleving gekregen te hebben, maar net integendeel, tegen de stroom in het zelf hebben moeten uitzoeken?
Of is het toeval dat ook dit weekend een artikel verscheen dat thuisonderwijs in de lift zit, waarvoor Vlaanderen zelf als een van de belangrijkste redenen om hiermee te starten hoogbegaafdheid noemt?