Toen ik begon met schrijven voor Stichting Hoogbegaafd! had ik nog niet kunnen bevroeden wat het effect ervan zou zijn op mijzelf en mijn lezers. Ik blijk het erg leuk te vinden om te schrijven en de reacties van herkenning die ik ontvang zijn talrijk. Mijn columns zijn hopelijk voor sommigen een steuntje in de rug, voor anderen gewoon leuk om te lezen, of ze zijn een weg naar meer kennis en begrip van het onderwerp hoogbegaafdheid.
Echter maken sommige reacties mij ook verdrietig. Juist uit de (voor mij) overweldigende herkenning kan ik opmaken dat het nog steeds zeer slecht gesteld is met die kennis, en dan met name met betrekking tot het onderwijs. Vooroordelen en onkunde heersen nog alom.
Vele verhalen die ik lees gaan over wegkwijnende en rebellerende kinderen waarvan de ouders met de handen in het haar zitten. Waarom is het toch dat er zo gemakkelijk gedacht wordt over (ouders van) hoogbegaafde kinderen: ‘die redden zichzelf wel’?
Voor diegenen die bijvoorbeeld fulltime hoogbegaafdenonderwijs onzin vinden zal ik nog eens het volgende klinkende voorbeeld geven. Op de intelligentieschaal is 100 het gemiddelde IQ. Een zwakbegaafd persoon heeft een IQ van (vanaf) 70. Dat is dus zo’n 30 punten lager dan het gemiddelde. Een zwakbegaafd kind wordt gemakkelijker herkend en krijgt veelal passend onderwijs en/of ondersteuning aangeboden, waar wellicht een deel van vergoed wordt en daar is verder helemaal niets mis mee. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ van (vanaf) 130. Dat verschil is dus óók zo’n 30 punten maar dan hoger dan het gemiddelde.
Maar krijgen deze kinderen passend onderwijs? Over het algemeen niet. Fulltime hoogbegaafdenonderwijs is prijzig, om over vergoedingen van dure IQ testen, leerlingenvervoer (omdat zo’n school meestal niet naast de deur ligt), aanvullende onderzoeken, begeleiding en dergelijke nog maar te zwijgen… Dat moeten de ouders vrijwel allemaal zelf ophoesten, uitzonderingen of meewerkende gemeentes daargelaten. Er zijn ouders die minder gaan werken, of zelfs stoppen met werken om hun kind(eren) beter te kunnen begeleiden of thuisonderwijs te geven, vaak noodgedwongen. Een aardig aantal daarvan is zichzelf ook gaan specialiseren in een of andere vorm van begeleiding of ondersteuning voor hoogbegaafde kinderen, sommigen beginnen zelfs een eigen praktijk. Ze doen dit alles simpelweg omdat ze hun kind (en andere hoogbegaafde kinderen) gelukkig willen zien! Hoogbegaafde kinderen zijn zelden zo zorgeloos als ze zouden moeten zijn op hun leeftijd. De nood aan hulp en kennis blijkt groot.
En passant lijkt er evenwel een zorgelijke scheiding te kunnen gaan ontstaan als hoogbegaafde kinderen van minder welgestelde ouders om deze reden minder kansen zouden krijgen om op te bloeien of hun potentie te ontwikkelen, wat ook weer door zou kunnen werken in de rest van hun leven.
De al dan niet (h)erkende hoogbegaafde kinderen die op het regulier onderwijs (moeten?) blijven krijgen te maken met veel onbegrip omdat de kennis van hoogbegaafdheid gewoon nog niet wijdverbreid is. Deze kinderen gaan bijvoorbeeld met buikpijn naar school of komen onhandelbaar uit school omdat ze niet gezien noch begrepen worden. Vaak komt die frustratie er op verschillende manieren en op niet gerelateerde momenten uit. Probeer dan, op dat moment, er de vinger maar eens op te leggen wat nu precies de werkelijke oorzaak is… Dat is de puzzel. (N.b. Eén bevlogen leerkracht op het reguliere onderwijs kan al het verschil maken en zelfs op het hoogbegaafdenonderwijs valt er nog het een en ander te verbeteren).
Op een doorsnee reguliere school wordt van deze kinderen, zodra bekend is dat ze hoogbegaafd zijn, gedacht en verwacht dat ze continu hoge cijfers halen en extra werk makkelijk aankunnen. Maar daar zit nu juist een bottleneck. Mijn zoontje reageerde daarop met de redenatie:
‘als ik alles snel en goed afmaak krijg ik alleen maar méér van hetzelfde werk!’
Met als resultaat dat hij er met de pet naar ging gooien.
Dát is dus het punt waar bijvoorbeeld verrijking ingezet zou moeten worden, oftewel verdieping met betrekking tot de actuele stof of verbreding, door het aanbieden van andere stof. Op die manier behoud je de motivatie van het hoogbegaafde kind in plaats van het te vernietigen door steeds maar weer meer van hetzelfde aan te bieden (ze haten herhaling).
‘Everybody is a genius in his/her own way’.
Maar al met al is er nog veel werk aan de winkel.
Ik ben blij dat ik zo, op mijn eigen manier, toch een steentje kan bijdragen aan de weg naar meer begrip, uitwisseling en verdraagzaamheid.