Hoe het verder ging…
Kev’s ouders waren opgelucht toen, door middel van een test, duidelijk was geworden dat hij hoogbegaafd was en dat ze de labels autisme en ADHD, die anderen op hem wilden plakken, konden verwijzen naar het land der fabelen.
De opluchting die ze voelden over zijn hoogbegaafd zijn, had niets te maken met het feit zelf – Kev’s moeder had zich voldoende ingelezen om te weten dat hoogbegaafd zijn het leven voor velen niet makkelijker maakten – het had te maken met het idee dat er nu op school maatregelen konden worden genomen om het Kev meer naar de zin te maken en hem te laten opbloeien.
Vele gesprekken met de intern begeleidster volgden en tijdens deze gesprekken werd al snel duidelijk dat de intern begeleidster het ‘veel te druk’ had om zich met de problemen van Kev bezig te houden en eigenlijk niets wist van wat hoogbegaafd zijn nu eigenlijk inhoudt; zij vroeg regelmatig aan de moeder om informatie over het onderwerp. De leerkrachten van Kev wilden wel, maar kregen van de school geen medewerking. Heel veel ideeën en suggesties voor materialen werden door de ouders aangedragen.
Kev werd ondertussen steeds ongelukkiger en ten einde raad zijn zijn ouders op zoek gegaan naar andere scholen. Inmiddels hadden ze zich ook aangemeld bij Pharos om in contact te komen met andere ouders, maar vooral om Kev in contact te laten komen met peers. Bij één van de uitstapjes ontmoetten ze een stel met een hoogbegaafde zoon van Kev’s leeftijd. De jongens konden heel goed met elkaar overweg en ook tussen de ouders was een klik. Van hen hoorden de ouders van Kev dat er in Heerhugowaard een Leonardo school zou komen.
Kev werd meteen aangemeld en zou mogen starten wanneer deze school er daadwerkelijk zou komen. Tijdens voorbereidende bijeenkomsten werd aan de ouders gevraagd sponsoren te zoeken om de school van de nodige geldelijke middelen te kunnen voorzien. Het werkelijk opzetten van de school was nog slechts een kwestie van het tekenen van een overeenkomst door verschillende schoolbesturen in Heerhugowaard. Helaas is het daarop blijven hangen; de school zou er niet komen.
Na te zijn bijgekomen van deze schok is Kev aangemeld op een school in zijn eigen dorp waar meer aandacht was voor de individuele behoeften van kinderen. Ze hadden er een plusklas, waar kinderen elke morgen gedurende drie kwartier een project mochten doen dat ze ook meenamen in de klas. Wanneer het reguliere werk dan af was, mochten ze hieraan verder werken. Kev is na de zomervakantie overgegaan naar deze school en gestart in groep 4.
Meteen na zijn start is Kev geobserveerd en is er met hem gesproken. De bevindingen van deze observaties en gesprekken werden in een persoonlijk gesprek met zijn ouders besproken:
- Zijn concentratie kon hij gemiddeld 1 minuut en 2 seconden vasthouden, terwijl dit gemiddeld voor een kind van zijn leeftijd 15 minuten zou moeten zijn
- Hij zat heel gespannen in de klas en oogde ontzettend zenuwachtig. Mede hierdoor was zijn handschrift heel slecht. Waarschijnlijk ook de reden dat hij er een verschrikkelijke hekel aan had om te schrijven
- Hij was bang om vragen te stellen en om fouten te maken (faalangst)
- Hij gumde heel veel uit alsof hij niet tevreden was over het resultaat of bang was dat het niet goed zou zijn
- In een gesprek met de juf van de speciale groep heeft hij gezegd: ”Intelligent zijn is raar en gek”
- Als hem iets gevraagd werd gooide hij al zijn kennis m.b.t. de vraag eruit, alsof hij zeker wilde zijn dat er in ieder geval iets bij zat dat goed was
Er werd afgesproken dat Kev iedere ochtend zou starten in de plusklas om zijn weerzin tegen school te verminderen; normaal gesproken gingen kinderen één keer per week naar deze klas.
Eenmaal op deze school knapte Kev op: hij werd vrolijker, stelde weer vragen, speelde weer en begon weer te zingen. Hoewel hij niet meer huilend naar school ging en af en toe zelfs zei dat hij er zin in had, bleef school een plek waar hij liever niet was en zijn prestaties bleven ernstig achter bij zijn capaciteiten. Er zijn vele gesprekken geweest tussen de verschillende leerkrachten en de ouders en er zijn vele acties ondernomen om Kev uit zijn onderpresteren te halen. Helaas bleven deze acties vruchteloos.
Kev snapte zichzelf niet meer:
“Hoe kan het nou dat ik hoogbegaafd ben en toch zo slecht presteer op school?”
Hij accepteerde zichzelf niet zoals hij was en werd weer steeds minder vrolijk. Op advies van de intern begeleidster hebben we contact gezocht met een psychotherapeut met verstand van hb. Zij constateerde bij Kev een beginnende depressie en heeft hem gedurende een jaar iedere week behandeld.
Ondertussen was de moeder van Kev op Facebook lid geworden van Hoogbegaafd!. Hier vond ze eindelijk het begrip dat ze zo nodig had. De tips vlogen haar om de oren en één van die tips was dat Kev wellicht een beelddenker was en dat hij de informatie die hij kreeg op school eerst moest omzetten naar beelden en vervolgens de beelden weer naar woorden. Bovendien, en dat wist ze ook wel, zou Kev waarschijnlijk bij iedere vraag naar hartenlust associëren, waardoor hij moeilijk tot antwoorden kwam of waardoor hij een antwoord gaf dat voor de leerkracht niets met de vraag te maken had. Gevolg van deze tip was dat Kev in groep 8 werd aangemeld voor een kernvisie traject.
Door de therapie kon Kev zichzelf inmiddels accepteren en hij veranderde van een onzekere jongen in een krachtige persoonlijkheid die niet bang meer was om vrienden kwijt te raken en zijn mannetje ging staan. De jongens in zijn klas merkten dit blijkbaar en waar hij zo naar hunkerde gebeurde: in groep 8 was hij deel van een hecht groepje van vier jongens dat later door klasgenoten lachend ‘het groepje’ werd genoemd. Hij zat mede hierdoor steeds beter in zijn vel en zijn ouders merkte dat vooral doordat hij veel zong en gek deed.
De kernvisie therapeut kwam bij Kev thuis en leerde hem zijn manier van leren toe te passen in het reguliere systeem. Voor een aantal vakken kon hij dit al, maar vooral rekenen was een vak dat hem zeer moeilijk af ging.
Helaas is dit traject wat laat ingezet en kon de leerkracht niet anders dan VMBO advies geven. Dat had niet alleen te maken met het feit dat zijn prestaties achterbleven, maar ook met zijn houding. Kev is het naar school gaan blijven zien als een noodzakelijk kwaad. Hij is een jongen die niet verplicht iets wil leren. Hij is een heel duidelijk voorbeeld van iemand die zelf wil bepalen wat hij leert en wanneer dat gebeurt en niet iemand die je op moet sluiten in een lokaal, waar op een moment dat door anderen bepaald wordt wat hij moet leren. In groep 6 heeft hij eens letterlijk gezegd:
“Een stel voor mij onbekende mensen van de overheid bepaalt dat ik nutteloze dingen in een schrift moet schrijven.”
Wanneer je zo over school denkt, is het heel moeilijk je ervoor in te zetten.
Uiteindelijk heeft Kev gekozen voor een groene VMBO, waar hij veel praktijk krijgt en waar hij zo min mogelijk theorie hoeft te doen; “Ik ben geen jongen voor met mijn neus in de boeken.” Zijn ouders hebben hem die keus zelf laten maken en toen hij eenmaal wist dat ze achter hem stonden is er een last van zijn schouders gevallen. Hij dacht dat zijn ouders hem naar het VWO wilden hebben. Zijn moeder heeft hem echter uitgelegd dat ze vooral wilden dat hij gelukkig was en misschien door deze weg te nemen lol zou krijgen in het leren.
Op dit moment heeft Kev zijn weg gevonden op zijn nieuwe school. Het blijft een plek waar hij naartoe moet en dat vindt hij niet leuk, maar hij gaat vrolijk heen, komt vrolijk thuis en heeft besloten dat hij dierenarts wil worden. Hij weet dat hij daarvoor nog een lange weg te gaan heeft, maar weet ook dat leren leuker wordt wanneer je iets doet dat je leuk vindt.
Hij zit weer net zo goed in zijn vel als voordat hij naar de kleuterschool ging en bedenkt de leukste experimenten, waardoor hij thuis op zijn eigen tempo de dingen leert die hij wil leren.
Kev komt er wel!
[…] Previous Next […]