De afgelopen jaren verscheen er in Nederland een flink aantal boeken over en voor hoogbegaafde volwassenen. Wat dit boek bijzonder maakt is dat het opgevat kan worden als een boek van hoogbegaafden. Het is een boek waarin hoogbegaafde volwassenen zélf beschrijven hoe hun leven eruit ziet en wat zij daarvan vinden.
Hoe komen wij aan de informatie die aan dit boek ten grondslag ligt? In 2008 startten wij cursussen voor hoogbegaafde volwassenen. Het leek ons toentertijd goed om onze cliënten de kans te geven om dat wat zij aan hun hoogbegaafdheid beleefden in groepsverband met elkaar te delen. Zodat zij met elkaar konden uitvogelen hoe ze dat hoogbegaafd-zijn zouden kunnen inzetten voor een aangenamer leven. Dat bleek een succes.
Niet in de laatste plaats omdat de groepsleden voorafgaand aan elke bijeenkomst een groot aantal vragen beantwoordden inzake hun herinneringen, gedachten, gevoelens en verlangens betreffende allerlei aspecten van het hoogbegaafd-zijn. Dat was bedoeld als een soort dagboek voor henzelf en dat werkte, zoals wij ook verwacht hadden, helend en motiverend. Wij lazen hun teksten – met hun instemming uiteraard – met hen mee en bewaarden ze in hun dossiers. Door de jaren heen groeide daarmee een enorm archief aan ‘levende’ kennis.
Dit enorme databestand hebben wij onderworpen aan een handmatige inhouds-analyse. Daarbij zijn alle door de groepsleden geproduceerde teksten systematisch samengevat en geanalyseerd. Het doel dat wij daarbij voor ogen hadden was hoogbegaafde volwassenen, die vastlopen, of die pas recent hebben ontdekt dat zij hoogbegaafd zijn, herkenning te kunnen bieden. We wilden de acceptatie van hun ‘zó zijn’ bevorderen en handvatten aanreiken om te komen tot oplossingen voor lastige kwesties inzake hoogbegaafdheid.
Wij denken dat de inhoud van dit boek niet alleen voor onze clientèle opgaat, maar evenzeer van toepassing is op hoogbegaafden die succesvol zijn en goed functioneren. Dus ook op hoogbegaafde volwassenen die nooit (of niet zo heel ernstig) met zichzelf of met hun omgeving in de knoei kwamen (of zullen komen) en derhalve nooit in de ggz zullen belanden. Wij zijn deze mening toegedaan omdat wij in ons privéleven veelvuldig contacten onderhouden met andere hoogbegaafden en daar vaak dezelfde verhalen horen en dezelfde eigenschappen en verschijnselen zien.
Onze belangrijkste bevinding is dat het uitermate helpend is om hoogbegaafden met elkaar te laten reflecteren op hun bijzondere en niet veel vóórkomende staat van zijn. Het is belangrijk om te beseff en dat je maar met weinigen bent, maar ook dat je op een flink aantal punten héél anders in elkaar steekt dan het merendeel van de bevolking – dat dit een zekere mate van eenzaamheid impliceert en een zekere eis tot aanpassing. Samen uitknobbelen hoe je het beste kunt omgaan met al het moois dat je bij geboorte meekreeg droeg zeker bij aan het levensgeluk van de hoogbegaafden in onze groepen.
Steun Stichting Hoogbegaafd! door dit boek te kopen
Bestel dit boek via onderstaande link en steun Stichting Hoogbegaafd! dankzij het bol.com commissieprogramma.
Geef een reactie