Allerlei diagnoses
Tijdens de eerste sessie vertelde een cliënte:
“Ik loop al heel lang in de hulpverlening rond. Ze weten zich met mij geen raad. Zo’n 15 jaar geleden kreeg ik de diagnose autisme MCDD, rond het overlijden van mijn moeder zeiden ze dat ik een depressie had, ook heb ik borderline opgeplakt gekregen, in ieder geval stond vast dat ik ernstig psychiatrisch gestoord was. En momenteel reikt de psychiater me medicijnen aan tegen mijn paniek- en angststoornissen.”
In deze sessie gaf ze blijk van intense zelfafwijzing die zich doorvertaalde in afwijzing van haar hulpverleners. Ze vertelde openlijk en emotioneel, toonde snelheid in haar oplossingsgerichtheid, en bleek vanzelfsprekend meta-reflectief en -communicatief via opmerkingen als ‘wat een goede vraag, die hebben ze me al die jaren nog nooit gesteld’.
Tijdens die eerste sessie luisterde ik vooral, me bewust van het belang om allereerst te onderzoeken hoe haar ontwikkeling is verlopen, met het besef dat ik mogelijk niets toe te voegen heb aan de reeds aangereikte hulp. Kortom: informatie verzamelen, de kern achterhalen, en inzicht verkrijgen in haar interactie met de omgeving.
Reactie op de eerste sessie
Cliënt: “Onze bijeenkomst en je aandacht en woorden hebben veel indruk op me gemaakt en laten me ook sterker voelen. Maar ik denk ook dat ik de meeste woorden alweer vergeten ben en de oude kennis er weer doorheen slijt. Toch is er onbewust wel wat achter gebleven.”
Ik: “Oké, vertel verder.”
Cliënt: “Eerst voelde ik me opgelucht door de diagnose autisme en de kenmerken die daar schijnbaar bij horen. Ik had geen empathie en kon niet organiseren. Maar nu, een paar jaar later vraag ik me af of dat werkelijk zo is. Ik voel een nieuwe motivatie, een nieuwe ruimte om te gaan leren en de statistieken ongelijk te bewijzen.
Ik ben afhankelijk van hulpverleners en hulp om een basisinkomen via de WIA te kunnen verkrijgen. En dat knaagt aan mijn autonomie. Ik las een blog van je over stilstand, financiën en autonomie, en onrust als een afgeleide van doodsangst. Ik denk dat het daar bij mij over gaat, die doodsangst. Dat is namelijk precies wat er aan de hand is en waar volgens mij de depressies van de laatste jaren vandaan komen.
Bij mij gaat het ook nog over die geestelijke gestoordheid die ‘de geleerden’ me hebben opgeplakt, waardoor het diepe verlangen naar erkenning, waardering, nut nog dringender wordt. De afsnauwingen, het door me heen praten om me te laten zwijgen, het zuchten of de veelbetekenende stiltes of snel overgaan op een ander onderwerp van familie en kennissen waardoor ik het gevoel krijg dat ‘ik’ er niet mag zijn. Dat gebeurde weer, toen ik de afgelopen dag het contact met anderen weer even aandurfde. Ik heb zelfs gehuild, gisteren een paar seconden.
Het gaat dus om doodsangst, of om ‘leven met de dood’ als enige zekerheid, en er dus liever vrienden mee worden. Daar gaan die paniek- en angststoornissen over die nu door de psychiater worden bestreden met medicijnen die ik niet kan innemen. Liever wil ik alles aanzien en er vrede mee bereiken. Sorry, dit is een waardeloos verhaal, ik praat al veel te lang.”
Ik: “Nee hoor, je praat niet te lang. Een ‘waardeloos verhaal’ zeg je. Ook daar roert zich de afwijzing, het gebrek aan liefde, dat je zo enthousiast hebt verinnerlijkt. Volgens mij zit er veel taal in je, verhalen die verteld moeten worden, ervaringen die gedeeld moeten worden, emoties die om ruimte vragen.”
Associaties rondom ‘erkenning’ en ‘waarde’
Vervolgens vroeg ik haar om mij per e-mail haar associaties te sturen rondom de woorden ‘erkenning’ en ‘waarde’. Dat deed ze, in een uitgebreid verslag van 10 pagina’s, waarop ik haar in 5 pagina’s spiegelde op haar zijn en capaciteiten, pijn, conditioneringen, patronen en dynamieken, te maken keuzes en concrete uitvoeringen daarvan. Hieronder een samenvatting:
Ik: “Je beschrijvingen kunnen alleen maar gestoeld zijn op een rijk reservoir aan capaciteiten, die zich door de jaren heen, gevoed door pijn, hebben vertakt in allerhande patronen, dynamieken en gedragingen waar je nu last van hebt, een last die wordt uitvergroot door een gemis aan betekenisvolle intieme relaties. Ik wil je voor nu vragen om de mogelijkheid open te houden dat je negatieve gedachten over jezelf niet waar zijn, maar het ingewikkelde resultaat van jarenlange ervaringen die niet zijn begrepen, zijn afgewezen, niet adequaat zijn begeleid en gespiegeld.
Onbewuste pijn doet iets heel wonderlijks: het laat je álle capaciteiten die je tot je beschikking hebt inzetten op een helaas schadelijke manier, die nieuwe pijn kan genereren voor de persoon zelf en voor de omgeving waarmee die persoon interacteert. Zo meen ik in je mails te lezen dat je gevoelens van eenzaamheid, verdriet, gemis en machteloosheid je verfijnde waardesysteem laten verharden tot onwrikbare principes, waar het aanpassingsvermogen waarvan je ook blijk geeft geen verzachtende rol meer speelt. Tevens lijkt het erop dat je vermogen om je eigenbelang ondergeschikt te maken aan een groter geheel, mogelijk ook heeft geleid tot een ontkenning van je eigen behoeftes en randvoorwaarden.”
Cliënt: “Wat een reactie. Zo uiterst zorgvuldig en ook herken ik je feedback op groeipunten. Door jouw manier van benadering ben ik daar juist uiterst ontvankelijk voor.”
Ik: “Mooi! Je lijkt op een punt te zijn gekomen dat vraagt om een aantal radicale voornemens. Samengevat begrijp ik je roep om hulp als een hoognodig besluit: een radicaal besluit tot zelferkenning. Aanvullend zou ik je willen adviseren: wees bereid minder ruimte te geven aan lagere motivaties en de bekende emotionele paden, ten gunste van een nieuwe zelforganisatie.”
Cliënt: “Inderdaad is organisatie en radicaal besluiten nodig. De laatste jaren lijk ik alleen nog impulsief te kunnen schrijven: óf het wordt een soort van hysterische woordenbrei van hersengekronkel van van alles, óf helemaal niks. Dat is nu zo, dat hoeft niet zo te blijven. Ik tracht nu verder geen negatieve woorden over mezelf te bezigen.”
Ik: “Fijn.”
Cliënt: “Ik voel me helemaal rustig. Ik merk dat ik me veel positiever voel door jouw erkenning. Daar toont zich die afhankelijkheid van externe waardering.”
Ik: “Ja, en dat prettige effect mag je ook voelen en ervan genieten, dat is óók erkenning. En daarnaast herken je in dat prettige effect je diepe behoefte aan erkenning. Die waarneming voeg je dan toe aan je dataverzameling genaamd zelfkennis.”
Cliënt: “Dataverzameling, dat vind ik een leuke. Ik ben gewoon data aan het verzamelen. Zonder oordeel en in grote getale.”