LONGREAD

Cliënt: “Over twee maanden ben ik officieel uit dienst en na twee jaar stopt de uitkering. Voor die tijd moet ik wel weer een nieuwe baan hebben. Als dat niet lukt, dan ben ik over twee jaar werkloos. Het geld is dan op en ik ben kansloos op de arbeidsmarkt.”

Ik: “Ja, dat is wel een uitspraak die top of mind is, begrijp ik, ik heb het je vaker horen zeggen.”

Cliënt: *pretogen* “Ga je nu dan een blog over mij schrijven?”

Ik: “Haha, nou inderdaad, je vraagt er wel om. Zullen we je uitspraak eens van diverse kanten aanvliegen?”

Cliënt: “Ja, doe dat maar Ilona, ik moet uit mijn hoofd, het denken brengt me in de angst.”

Ik: “Hmmm, laten we het denken niet over één kam scheren. Laten we juist het denken gebruiken om te reflecteren op je acties en reacties van de afgelopen weken. Je bent nu vier weken weg uit je laatste functie. In de eerste week had je coaching ingeschakeld, in de tweede week begon je met het vrijwillig parttime inwerken van jezelf bij het ICT detacheringsbureau van een vriend van je, elke week voer je netwerkgesprekken, en je hebt net een persoonlijk ontwikkelingsweekend achter de rug. Om je liefde voor het creatief-artistieke opnieuw te ontdekken, duik je bovendien in je familiegeschiedenis en diep je de relatie met je moeder verder uit, waarbij je al terugkijkende en doorvoelende realisaties opdoet die je helpen om in een nieuw evenwicht te komen. Hoe zou je je houding in deze situatie omschrijven?”

Cliënt: “Razend actief. Haha.”

Ik: “Ja, ik bedoel je te spiegelen, zonder het voor je dicht te timmeren. Er zit een kleuring van mij in, dus… wat zou je er nog meer over kunnen zeggen?”

Cliënt: “Dat ik ver vooruit denk? Ja, ik moet dat niet doen, het denken haalt me uit mijn gevoel, houdt me weg bij mijn intuïtie. Als kind was ik bijzonder intuïtief, sensitief ook, ik ben dat verloren.”

Ik: “Verloren… hmm… dat klinkt pijnlijk, alsof er een definitief verlies is geleden. Verloren klinkt juist heel gevoelvol, vol spijt, verlangen, angst en besef van de gewenste richting. In een van de eerdere sessies bracht je jezelf in een spontane regressie waarin je gevoelens ontdekte vanuit je zeer vroege kindertijd. Dat ontstond organisch tussen ons, zonder voorbedachte rade, mijn bijdrage was om er te zijn, verder begeleidde jij jezelf. Dat was voor mij een unieke ervaring, dat jij als cliënt je eigen regressie tot stand bracht. Heel bijzonder vond ik het. Voor zover het enige referentiewaarde heeft, kan ik je zeggen dat je om zoiets te doen wel een nauwe connectie moet hebben met je gevoel, met je intuïtie. Jij volgde jezelf en dat bracht je nieuwe wijsheid. Besef je hoeveel wezenlijk leiderschap je daar toont?”

Cliënt: “Wezenlijk… ja contact met mijn eigen wezen, ik mis dat, het is zo belangrijk, als ik uit mijn denken ben, voel ik het wel, jij hebt de finesse om mij dat te laten voelen, jij kent die laag waarin het denken stilvalt. Het is alsof er dan een last van me af valt. Ik zit dan helemaal in het moment. In het ‘nu’.”

Ik: “Dat deel van het denken wordt ook wel het geconditioneerde denken genoemd. Het beslaat niet het héle denken. Het gaat erom hoe de denkruimte is gevuld en vrijgemaakt, hoe het denken wordt ingezet. Het denken kan die periode van twee jaar ook herkaderen als een vrije speelruimte waarin je wordt betaald om jezelf opnieuw te ontdekken… Daarstraks zei je ‘het denken brengt me in de angst’. Vertel daar eens wat meer over, wat denk je zoal?”

Cliënt: “Dat ik nog geen nieuwe baan heb, dat ik voor mijn vrouw wil zorgen, dat we een hypotheek hebben, dat we het financieel nog wel even uithouden maar dat het niet te lang moet duren, dat je bent afgeschreven op de arbeidsmarkt na je vijftigste, de vele spookverhalen online over de kansen op een baan voor 50-plussers, dat ik niet achter de geraniums wil zitten. Ik ervaar dat allemaal als heel angstig. Misschien ook wel uitzichtloos…”

Ik: “Zou het omgekeerde ook waar kunnen zijn: de angst brengt je in het denken? In dít denken? Dat de angst latent al aanwezig was en dat die, eenmaal getriggerd, het angstige denken op gang brengt?”

Cliënt: “Ja, een onrustig gevoel, een gevoel van haast en moeten, snel vooruit moeten omdat er anders stilstand dreigt.”

Ik: “Oké, kijk eens of je die angst kunt voelen, in een zo intiem-fysiek mogelijke kwaliteit. Om je er niet in te verliezen, geef je jezelf twee ankers. Visueel, door je ogen wijd en open te houden, en de visuele informatie van de ruimte waar je je nu in bevindt te laten binnenkomen. Je ontvangt de ruimte zogezegd, je blijft zien waar je bent. Daarnaast tactiel: je maakt met je handen en voeten actief contact met de bank en de vloer. Voel hoe de stof van de bank voelt en beweeg je voeten over het kleed. Verken de ruimte, speels, genotvol, improviseer.”

Cliënt: “Ah ja, oké dat gevoel is geruststellend. Daar kan ik van genieten. Ik bespeur bij mijzelf een plezierige sensitiviteit voor mooie stoffen. Stoffen fijn van structuur en vol van kleur. Schitterend gewoven designs doen mijn gevoel beroeren. Het brengt mijn artistieke verlangens weer naar boven. Beelden van schilderijen en muzikale klanken wisselen elkaar af of lopen door elkaar.”

Ik: “Wat intens… Een deel van je aandacht is nu bij dat geruststellende, genietende gevoel. Gelijktijdig voel je hoe de angst in je beweegt.”

Cliënt: “Die voelt nu al minder.”

Ik: “Dat kan, geef er dan iets meer aandacht aan, alsof je nieuwsgierig bent naar die angst, alsof je eraan gewend wilt raken. En houd jezelf ruimtelijk aanwezig door de buitenruimte te consumeren met je ogen en handen.”

Cliënt: “Nu voel ik inderdaad meer mijn angst. Ik kan ‘m als het ware aanraken. Ik moet daarvoor meer bij mijzelf naar binnen.”

Ik: “Welke gevoelens zijn daar nog meer te treffen?”

Cliënt: “Het gevoel voor mooie dingen raakt tegelijkertijd een gevoel van verdriet. Een gevoel van verdriet om iets te kunnen kwijtraken wat mij zeer dierbaar is. Het gevoel appelleert aan weer een artistieke reflectie, maar dan ook zintuiglijk. Het geeft mij een heel Baroque gevoel. Een gevoel dat verbeeld wordt in beelden die we ook wel kennen uit de films over de kastelen en de adellijke belevingen uit de Renaissance en baroktijd. Het is misschien wel daarom dat ik zo van Italië houd. Het gevoel weerspiegelt een beleving van literatuur, muziek, cultuur en culinaire extase en verfijning. Heel subtiel en zintuiglijk. Mijn innerlijk gevoel aanraken en bewust worden geeft ruimte. Maar om één of andere reden ook nog een gevoel van verdriet.”

Ik: “Verdriet…hoe is dat verwant aan je gevoel voor mooie dingen?”

Cliënt: “Ik realiseer mij opeens dat ik onbewust mijn leven en omgeving ook heb ingericht naar deze innerlijke beleving. Dit is meer onbewust gebeurd. Maar ik begrijp dat door het uiterlijk vormgeven naar aanleiding van een innerlijke referentie, er nu de kans bestaat dat ik, door het verlies van mijn baan en dus inkomen, deze uiterlijke levensinvulling kan kwijtraken. Dat doet pijn. Maar dit komt ook voort uit hechting. Scheiden doet lijden. Wel mooi om te beseffen dat de uiterlijke manifestatie van mijn (deels onbewuste) innerlijke belevingswereld daarmee verband houdt. Dit is misschien gelijk ook de legitimering van het belang van scheppende kunsten in onze samenleving. Maar goed, nu ben ik misschien weer te veel aan het analyseren en zit ik weer te veel in mijn hoofd in plaats van bij mijn gevoel.”

Ik: “Die twee gaan prima samen… Merk op hoe vloeiend er uit het gevoel inzichten kunnen ontstaan, en hoe dat creatieve, intuïtieve, persoonlijke denken kan overvloeien in een meer gerationaliseerd, abstraherend denken waarna het zichzelf kan afstraffen vanwege die overgang. Die laatste denkkwaliteiten ervaar je nu misschien als minder wenselijk; toch faciliteert en communiceert dat gelaagde denken ook een hoop gevoel.”

Cliënt: “Hmm, dat is wel zo… ik voel gewoon zoveel angst om mijn gevoel weer kwijt te raken.”

Ik: “Ga nog eens terug naar jouw gevoel en het verdriet dat je opmerkte. Blijf daar eens bij zonder het te willen analyseren. Wat voel je?”

Cliënt: “Ik voel een diepe behoefte om me creatief te uiten. Iets wat ik vroeger nog vakmatig had kunnen ontwikkelen maar waar het nu te laat voor is. Die weg is afgesloten…”

Ik: “Ah ja, een diep verlangen… houd daar contact mee. Wat zou je het allerliefste willen?”

Cliënt: “Het liefst zou ik weer willen musiceren, maar dat is door een blessure, opgelopen in het verleden, niet meer mogelijk. Dat gaat niet meer.”

Ik: “Hmm…betekent dat ook dat je artistieke weg is afgesloten? Ik verheug me op je kunstzinnige, creatieve, sensitieve ‘aanbod’, er spreekt zoveel passie uit.”

Cliënt: “Ja, misschien heb je wel gelijk en beperk ik me te veel door de lat voor mezelf weer heel hoog te leggen. Aan de andere kant weet ik wat ik kon en hoor ik wat het nu is. Daar zit wel een groot verschil tussen. Verder ben ik mij de laatste tijd ook meer bewust geworden van mijn innerlijke creatieve gevoel. Ik kan dat mogelijk ook in meerdere kunstvormen uiten. Ik ervaar het nu meer als mijn innerlijke creatieve bron. Creativiteit hoeft niet alleen door mijn instrument te stromen, maar kan ook vorm krijgen met behulp van een schrijfblok en pen of met een tekenblok en potlood. En, vergeet niet dat ik een groot liefhebber ben van heerlijk eten met bijpassende wijnen. Schrijven over mijn culinaire fantasieën lijkt mij ook geweldig. Het grappige is dat ik mij nu besef dat ik mijn kunst niet kan creëren maar enkel kan laten ontstaan. Niet ik speel of schrijf, maar ‘het’ speelt en schrijft. Nu ik dit zeg, ervaar ik ook een lichte tinteling in mijn lijf. Ik laat het toe in plaats van het te willen afdwingen. Door het toe laten, laat ik ook de controle los. Mijn enige baken is mijn creatieve ‘stem’, mijn scheppende ziel die gehoord wil worden. Dit voelt heel mooi, krachtig, maar tegelijkertijd ook heel subtiel. Het geeft mij ook een verlangen naar meer, naar meer scheppende uitingsvormen. Het geeft mij kracht en vertrouwen. Maar tevens ook een grote nieuwsgierigheid. Dit is mooi zeg!”

© Tekst Ilona Kuis van Begeleiding in bewustwording | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld via Unsplash | Stichting Hoogbegaafd!