Cliënt: “Zo’n gevoel van stil staan, de tijd verstrijkt, iedereen gaat door, en ik doe niks. Er gebeurt niets. Ik heb zo’n 10 jaar gewerkt als zelfstandig professional in de creatieve sector. Nieuwe opdrachten volgden elkaar op en mijn kennis en kunde heb ik voornamelijk al werkende ontwikkeld. En nu blijven de opdrachten al sinds vorige zomer uit. Dat kwam voor mij zeer onverwacht. Als een shock. Omdat ik nu geen baan heb, sta ik al maandenlang stil.”
Ik: “…”
Cliënt: “En ‘stilstand is achteruitgang’ is zo’n uitspraak.”
Ik: “Hmm, dat kan wel lastig te verduren zijn, dat gevoel van stilstand.”
Cliënt: “En het is afwijzing op afwijzing op afwijzing… Dan denk je ‘leuke baan, ik doe er een sollicitatie uit’, en weer word je het niet. Op een gegeven moment denk je dan ‘waar doe ik het voor?’”
Ik: “Ah ja, die cyclus van solliciteren, afgewezen worden, solliciteren, afgewezen worden zet ook een interne cyclus van hoop en vrees in gang. Ik begrijp dat dat allerminst plezierig kan voelen… Het jargon rondom sollicitaties en audities doet ook weinig goed denk ik. Het woord ‘afwijzing’ is geen neutrale beschrijving van de situatie en raakt je emotionele beleving. Wat zou je dat gevoel van stilstand willen geven, wat heeft dat gevoel nodig?”
Cliënt: “Een baan, haha, gewoon weer een dagbesteding waar ik mijn handen kan laten wapperen en mijn creativiteit kan inzetten.”
Ik: “En welke boodschap geef je daarmee aan je gevoel, je gevoelens?”
Cliënt: “……dat ze weg moeten? Dat ze geen functie hebben?”
Ik: “Ja… misschien is een interessant perspectief dat je in feite je sociaal-maatschappelijke situatie verinnerlijkt zodra je je innerlijke beleving dezelfde werkloze status toekent…?”
Cliënt: “Even processen hoor… dus dan zet ik mezelf buiten spel omdat ik maar wacht en wacht totdat anderen me eindelijk die baan geven…”
Ik: “De zin die je net uitsprak, over dagbesteding, wapperen en creativiteit, zou je die nog eens willen beluisteren in gedachten en ontleden op mogelijke behoeften die erdoorheen klinken?”
Cliënt: “Hmm… het gevoel hebben dat je ertoe doet.”
Ik: “Iets als gewaardeerd worden, erkend, bevestigd?”
Cliënt: “Ja, zoiets. En zin om aan de slag te gaan, bezig te zijn.”
Ik: “Actief en zinvol bezig zijn. En op creatieve wijze, dat noemde je zojuist ook.”
Cliënt: “Ja.”
Ik: “Zou dit ook een antwoord kunnen zijn op de vraag wat je gevoel, van stilstand in het bijzonder, nodig heeft? Dat het gewaardeerd wil worden, erkend en bevestigd? Dat het actief effect mag hebben, zin mag hebben, en creatief benaderd en geuit wil worden?”
Cliënt: “Hmmmmmmmm…”
Ik: “Vind je het oké om die even te laten sudderen terwijl we nog wat verder verkennen?”
Cliënt: “Ja, dat is goed…”
Ik: “Je zei ‘stilstand is achteruitgang’, nu lijkt dat een wat stereotiepe uitspraak waarin de ervaring van de spreker stellig is verwoord ten koste van de nuance. Vergelijkbaar met de spreekwoorden en gezegdes die we op school leren. Als een uitspraak taalkundig niet klopt, stilstand ís tenslotte per definitie niet hetzelfde als achteruitgang, dan lees ik dat als een aanwijzing om de uitspraak in context en wellicht symbolisch te begrijpen. Een signaal om de uitspraak naar jezelf toe te vertalen om er de mogelijke waarde, diepere wijsheid en toepasbaarheid uit af te leiden. Kun je herleiden hoe die uitspraak in jouw geest terechtkwam?”
Cliënt: “Het is zo’n standaard opmerking, vrienden zeggen het, je leest het.”
Ik: “Vind jij zelf ook dat stilstand achteruitgang is?”
Cliënt: “Nou, zo voelt het wel. En in mijn portemonnee ook!”
Ik: “Daar wil ik zo graag op terugkomen. Een helder antwoord op de vraag, van jou, lijkt belangrijk te zijn. Dus, vind jij dat stilstand achteruitgang is?”
Cliënt: “Hmm… nee, dat ook weer niet, maar even gezien vanuit een voor mij heel praktisch en vooral belangrijk oogpunt: het zien krimpen van mijn financiële buffer.”
Ik: “Wil je dat eens tekenen, dat beeld van het zien krimpen van je financiën, wat zie je dan precies voor beeld?”
Cliënt: *pakt lachend een stift, tekent een slinkend banksaldo* “Het is te vaag om te verwoorden, laat staan om te tekenen.”
Ik: “Omdat het fantasie is…! Wat werkelijker is, is je huidige ervaring. Waar raakt dat financiële aspect aan, aan welke waarde of behoefte?”
Cliënt: “Dat financiële is belangrijk omdat ik dat sterk koppel aan autonomie.”
Ik: “Autonomie, één van je meest basale zijnskenmerken vertelde je eerder. Autonomie is een ervaring die je alleen nú kunt beleven. Of juist nú kunt missen, onderzoeken, vergroten, vormgeven. Dat vraagt om het oefenen van je opmerkzaamheid ten opzichte van je binnenwereld. Bijvoorbeeld de tekst ‘stilstand is achteruitgang’. Die woorden vatten nu een geheel aan elementen uit je gevoelservaring samen en die samenvatting leidt je af van een meer subtiele waarneming van de andere bewegingen in die ervaring. Als je die tekst weer in je gedachten opmerkt, kun je proberen ‘m met zachte moed te doorvoelen op emotionele betekenis. Erbij stil staan…”
Cliënt: “Dus de gedachte bedoelt dan eigenlijk precies het omgekeerde, terwijl het zo overtuigend klinkt: stilstand is achteruitgang. Maar het kan dus ook het tegenovergestelde betekenen voor de emoties. Wel moeilijk hoe dat dan werkt, maar zoiets als: door stil te staan, kom ik vooruit.”
Ik: “Precies! Je zei net dat stilstand wel vóelt als achteruitgang. Een van de elementen van die ervaring is, zo meen ik uit eigen waarneming, juist je bewuste besef van tijdsverloop. Herken je dat en zou het volgens jou een afgeleide van doodsangst kunnen zijn?”
Cliënt: “Jeetje… dat klinkt wel erg groot… hmm…”
Ik: “Aangevuld met de sterke wens om te leven?”
Cliënt: “Ja, en stilstand voelt als een houdgreep tussen die beide uitersten. Ik leef nú en dat besef verlamt me zodra ik dat leven niet zinvol kan invullen.”
Ik: “In één van onze eerdere gesprekken vertelde je dat je ouders een eigen bedrijf hadden, altijd aan het werk waren. Enig idee wat jij van hen hebt geleerd over stilstand?”
Cliënt: “Nou, dat woord kennen ze niet, dat zit niet in hun vocabulaire, er is altijd werk te doen, je werkt keihard voor je geld, ook op de feestdagen.”
Ik: “Het kan zijn dat je daar de regel uit hebt vertaald dat de aanwezigheid van werk een gegeven en een noodzaak is. En welke ideeën over stilstand, werk, en waardevol zijn heb jij uit jouw jeugd meegenomen je volwassen leven in?”
Cliënt: “Aha… ja dat stilstand nergens toe dient, dat het tijdverspilling is. Als je geen werk hebt, dan sta je stil. Dan voeg je geen waarde toe, ben je niet nuttig.”
Ik: “Zouden hun overtuigingen jouw ervaring van stilstand hebben beïnvloed?”
Cliënt: “Ik heb blijkbaar geleerd te denken dat ik pas nuttig ben als ik werk. Dat ik dan pas recht heb om te leven.”
Ik: “Autonomie is een belangrijke waarde voor je, zei je zojuist. Misschien is het zinvol om voor jezelf te onderzoeken welke waarden van je ouders je hebt verinnerlijkt, hebt overgenomen, en wat eigenlijk jouw eigen standpunt is. Dat waar jij in gelooft en voor wilt gaan. En om in je dagindeling je focus te verleggen van werk als enige middel om je behoeften te vervullen naar andere mogelijkheden om in je behoeften te voorzien. Wat kan je nog meer doen om je gewaardeerd, erkend, bevestigd, actief, zinnig en creatief te voelen?”
Cliënt: “Dat geeft al wel energie, iets waar ik wat mee kan. Alsof ik weer meer kind kan zijn en mijn eigen wijsheid, of nou ja, iets van inzicht of intuïtie, opnieuw kan volgen in plaats van me aan te passen aan wat anderen schijnbaar van me vragen.”
Ik: “…je mag die ruimte innemen. Ik meen dat die stilstand, als fluctuatie in beweging, een gezond en noodzakelijk onderdeel is van ontwikkeling. Het hoort erbij, en zou kunnen worden gezien als de ontstaansgrond van alles… Misschien geeft dat besef net die verruiming om vruchtbare afstand te nemen van je gevoelens. Er zijn vast andere personen, organismen, die ook periodes van schijnbare stilstand, van verlaagde activiteit, hebben. We hebben dat alleen niet zo door…”
Cliënt: “……omdat we dan te druk zijn met onze eigen stilstand of juist volop in actie zijn…?”