Cliënt: “Dat is ook wel een beetje hoe ik ben.”
Ik: “Hoe ben je?”
Cliënt: “Nou, dat jolig omgaan met de lastige kanten van het leven, niet echt bij dingen stilstaan, zo ben ik nu eenmaal, dat is mijn stijl.”
Ik: “Oh ja?”
Cliënt: “Onze familie is nogal hedonistisch, genieten van de goede dingen en niet te moeilijk doen over de nare dingen. Die horen erbij, we praten er even over, vervolgens worden al snel de filosofie en het wereldleed erbij gehaald, we lachen om de dramatiek van het menselijk bestaan, we drinken wat en we gaan weer door. Het leven is te kort om niet van te genieten.”
Ik: “Ah ja…stuk voor stuk prachtige en waardevolle elementen van een vervuld leven. En momenteel lijken ze je geen voldoening te geven…”
Cliënt: “Ja klopt, haha…”
Ik: “Hee, een lach…?”
Cliënt: “Nou… jij zegt weinig en dat voelt ongemakkelijk… ik ben dat niet gewend, in mijn familie was ik allang door minstens drie personen onderbroken, lekker geinen over en weer, de competitie aangaan, ook wel gerustgesteld worden, hoewel je na afloop toch met een onbevredigd gevoel achterblijft. En ik moet toegeven dat als ik mezelf zo hoor praten, dat ik ook wel besef dat daar ‘iets’ zit.”
Ik: “Iets? Wat zou dat zijn?”
Cliënt: “Ja, een… iets… wat ik nog niet heb ontdekt.”
Ik: “Hmm… en hoe sta jij tegenover ontdekken?”
Cliënt: “Dat ligt aan de te verwachten ontdekking. Hmm, haha, dat is een paradox.”
Ik: “Niet te snel. Onderzoek en splits ‘m uit.”
Cliënt: “Okee… in controleerbare situaties, waar het gaat om kennis, nieuwe leerstof, nieuwe leerprocessen, andere landen, nieuwe ontmoetingen, daar sta ik te trappelen om te ontdekken. Ik pluis alles uit, lees alles wat er te lezen valt over een bepaald onderwerp, op vakantie vind ik de leukste en beste plekken.”
Ik: “Dat toont een aantal van jouw capaciteiten: vindingrijkheid, groot leervermogen, creativiteit, kracht, leiderschap. Allemaal uitingen van jouw levenslust, zo begrijp ik! En wanneer ben je behoudender in dat proces van ontdekken?”
Cliënt: “Als het over mezelf gaat. Als het dichtbij komt.”
Ik: “Okee, dus als ik je frivool mag samenvatten: hoe verder weg, hoe makkelijker. Herken je dat?”
Cliënt: “Hmm, ja… in grote lijnen wel ja…”
Ik: “Kijk er eens opnieuw naar. Is je verhouding tot ontdekken inderdaad paradoxaal?”
Cliënt: “Hmm… misschien niet… misschien meer… vloeiend, als ontdekkingsreizen in de wereld en in jezelf. Maar: de werkelijkheid is een ongedeeld geheel, Advaita, boeddhisme, non-dualiteit, ook de wetenschap houdt zich daarmee bezig. Dus er is geen verschil tussen binnen en buiten, tussen jou en mij, op moleculair niveau zijn er geen grenzen.”
Ik: “Merk je wat je nu doet?”
Cliënt: “Ja, ik ga rationaliseren, dat moet ik niet doen, een bekende valkuil.”
Ik: “Goed opgemerkt. En wat gebeurde er daarna; merk je hoe je mentaal-emotioneel op het opmerken van die valkuil reageerde?”
Cliënt: “Ik remde mezelf… terechtwijzend misschien.”
Ik: “Hè, wat naar… bedank je gedachten voor het meedenken, laat ze je niet verharden, laat ze je leiden naar je gevoel, laat ze je inspireren, in het voordeel werken van jouw evolutie… Wat je net zei, over die ongedeelde werkelijkheid, wat betekent dat voor jouw persoonlijke ervaring?”
Cliënt: “Geen idee, er zit overal wel iets in denk ik, elke zienswijze heeft zo zijn voor- en nadelen. Het uitsluitende antwoord heb ik nog niet gevonden.”
Ik: “En wat is de volgende plek waar je gaat kijken? Waar kun je een volgende slag slaan op weg naar voor jou bevredigende antwoorden denk je?”
Cliënt: “Ja, dat zal dan wel weer in mezelf zijn. Maar waar en hoe??”
Ik: “Jij weet wel waar. En hoe… misschien kun je het meer in de toepassing zoeken? Subtiel, creatief en integraal toepassen van wat je leest. Toetsend… voelend… luisterend… Onderzoeken hoe het voor jou is. Vanuit welk gevoel begon je te vertellen over de dynamieken in je familie?”
Cliënt: “Gemis. Een gevoel van verdriet, eenzaamheid, iets wat onvervuld is. Ik voel me beperkt, alsof we over het leven heen dansen, maar het niet echt aanraken ofzo… maar ik wil mijn familie niet afvallen.”
Ik: “Dat begrijp ik… jouw wens en loyaliteit kunnen naast elkaar bestaan. Wat zou je willen?”
Cliënt: “…ja, er is verdriet, maar als ik ga huilen, dan ben ik bang dat ik niet meer kan stoppen.”
Ik: “Zou dat waar zijn denk je? Visualiseer dat eens, jij die begint met huilen en daar dan jaren mee doorgaat, zonder een droog moment? En stel dat er veel verdriet bovenkomt, is dat dan een reden om het niet toe te laten?”
Cliënt: “Maar verdriet is toch op zichzelf ook een illusie? Er is toch geen werkelijke reden tot leed?”
Ik: “Hm-mm… dat klinkt als een weergave van wat je hebt gelezen over diverse bevrijdingsleren… maar het komt mij voor dat dat niet de relatieve betekenis is van jouw reactie. Je zei: ‘er is toch geen werkelijke reden tot leed, verdriet is een illusie’… voel en hoor die woorden eens opnieuw, wat doen zij met je?”
Cliënt: “…pfff… ja, het zijn andermans woorden… ze… houden me tegen.”
Ik: “Dat wat zich aandient, is jouw unieke, persoonlijke startpunt. Zoek de verzachting en geef je over aan wat er is. Dat mag nu of later, op een moment dat jij prettig vindt.”
Cliënt: “……”
Een innerlijk vervuld leven
Dit gesprek is gebaseerd op de persoonlijke ontwikkelingswensen van cliënten, en hun herkenbare en toch hoogsteigen weg richting een innerlijk vervuld leven.