ERVARINGSVERHALEN HOGER ONDERWIJS

OP NAAR HOOGBEGAAFDENONDERWIJS DAT PAST, OOK IN HET HOGER ONDERWIJS!

Hoger Onderwijs dat past. Daar maken wij ons hard voor. Want helaas zijn er veel hoogbegaafde studenten in Nederland die niet het onderwijs krijgen dat aansluit bij hun ontwikkel-, leer- en ondersteuningsbehoefte. Zij voelen zich eenzaam, lopen vast, vallen uit of krijgen een burn-out of bore-out.

Lees hier de ervaringsverhalen van alle hoogbegaafde studenten in het Hoger Onderwijs die hun verhaal met ons gedeeld hebben. Op naar Hoger Onderwijs dat past!

Leerplicht

Ik ben moeder van 3 slimme kinderen en gehuwd met een slimme man. Mijn man zijn jeugd bestond al uit het feit dat hij vanwege zijn mond niet kunnen houden en slimmer zijn dan de leerkrachten, meer op de gang stond,van in de klas zat. Hij is uiteindelijk door de leerplicht vrijgesteld van onderwijs. Hij was niet geschikt voor klassikaal onderwijs was het oordeel. Hij heeft uiteindelijk werkend in de fabriek via volwassenenonderwijs zijn vwo-diploma gehaald en is wiskundige geworden.

Dus voor onze schoolkeuze keken we naar montessori-onderwijs. Daar zou je moeten mogen leren op eigen niveau. Enfin dat bleek niet zo te zijn.

Toen onze middelste op – jarige leeftijd depressief werd van naar school gaan, hebben we besloten de kinderen te testen. Vooral onze jongste bleek extreem hoog IQ te hebben. De oudste was tegen de 130 en de middelste zo rond de 140.

Alle afspraken met school ten spijt, onze middelste verkoos om naar Leonardo onderwijs te gaan. Hij was zo opgelucht dat hij eindelijk mocht leren. Hij koos ervoor om versneld de basis af te ronden en begon tegelijkertijd met zijn zus de middelbare school. Hij verveelde zich kapot. Bleef bijna 2 keer zitten, maar gelukkig had deze school wel begrip voor zijn situatie en liet hem overgaan. Zijn zus daarentegen kreeg steeds in de onderbouw te maken met leerkrachten die meenden dat zij er te hard voor moest werken en wilden haar steeds terugplaatsen naar de havo. Ze zagen haar broer de zaken met 2 vingers in de neus doen. Uiteindelijk is het ons gelukt school ervan te overtuigen dat onze dochter naast school een intensieve zwemcarrière had en ervoor koos al het huiswerk in schooltijd te doen. Dat wisten ze niet, maar toch vonden ze haar broer vele malen slimmer. Tja ach, daar is als ouder niet tegenin te praten. Onze dochter werd super faalangstig. In de bovenbouw kreeg ze een mentor die het begreep en haar adviseerde eerder te stoppen met leren en lekker te gaan netflixen. Tienen halen was niets voor pubers, gewoon lekker in je vel zitten.

Onze jongste kreeg gedragsproblemen op school. Hij ging ook naar HB-onderwijs, fleurde op maar helaas de school ging failliet. Met de hele klas zijn we toen naar een andere HB-school in de regio gegaan. Wat een spijtige keuze bleek te zijn. Onze jongste is daar psychisch en fysiek, zo bleek later, gepest door de schoolleiding. Enfin ook hij heeft groep 7 en 8 in een jaar gedaan en ging naar dezelfde middelbare als zijn broer en zus. Ook hij was afgeleid, werd veel ziek en toen begonnen de onderzoeken. Lang verhaal kort, de jongste heeft zich tot 4VWO weten te redden met slechts één paar uur naar school. Hij werd chronisch vermoeid, viel uit en kreeg nu ook gedragsproblemen thuis. Want tja de leerplicht was heilig, ook voor ons ouders.

Nu is hij via VSO, VAVO op 19-jarige leeftijd klaar met zijn VWO en studeert een dubbele bachelor.

Ook de aanpassing om hem tot eenzijdige bèta op te leiden, leverde problemen op. Zijn oorspronkelijke school wist niet dat die aanpassing mocht. De VSO zei dat ze bèta konden opleiden, maar dat bleek niet waar. Enfin een hoop jaren van zorg en helaas ook van agressie in huis. Gelukkig zijn we nu van leerplicht en onderwijs af… een hele opluchting.

Onze middelste zoon ging ook niet goed aan de universiteit. Hij was geen 18 en kon niet meer stappen. Hij kon niet op kamers, want huurcontracten en huurtoeslag geldt pas vanaf je 18e. En 18 is een heilig getal. Dus daar was geen uitzondering op te regelen. Onze zoon kreeg van de universiteitspsycholoog te horen dat hij niet geschikt was voor klassikaal onderwijs omdat dat voor hem te traag ging. Het advies: ga zo min mogelijk naar college, doe aan zelfstudie en accepteer dat je zo slim bent.

We hebben hem geadviseerd vooral geen master te doen, maar om een Young professional programma te doorlopen bij een bedrijf waar er meer slimme gasten rondwandelen. Hij heeft het eindelijk naar zijn zin.

Onze dochter doet het goed met een dubbele masteropleiding. Gelukkig ook een echte bèta gebleken, want ook dat was iets waar ze meisjes anno nu bij weg willen houden. Te gek voor woorden. Maar ongemerkt gebeurt dat nu nog steeds. Kortom, mijn les die ik heb geleerd: was ik maar thuisonderwijs gaan geven, dat had ons een hoop ellende bespaard. Onze kinderen zijn echter blij dat ze tussen leeftijdsgenoten mochten opgroeien en zijn blij met de keuze voor wel schoolonderwijs. Maar alle 3 zeggen ze dat onderwijs te afhankelijk is van de kwaliteit van goede docenten en dat leuk naar school, echt niet leuk was. Zij mochten immers niet leren, zij moesten zich aanpassen.

Ook in onze vriendenkring zijn er veel kids die afhaken, uitvallen, of kelderen in hun niveau.

Gelukkig hebben we dat kunnen voorkomen, maar ik ben blij dat we deze fase echt achter de kiezen hebben.

Riette Habes
Ouder
27 december 2021

Onderwijs: het is goed genoeg als je het goed doet

Ik heb van basisschool, middelbare school en het hbo (2x) veel steun ervaren. Ik merkte ook dat als mijn resultaten goed waren, de reactie eerder was: ‘nu, dan ben je toch klaar’ en niet ‘mooi, dan bieden we je mogelijkheden om een stap verder of dieper te gaan.’ Zonde. Zonde van het leerpotentieel en de kansen om als school of opleiding meer dan de standaard op te leveren.

Ik heb zelf mijn uitdagingen opgezocht en zodoende mijn schooltijd tevreden genoeg doorlopen. De scholen gaven mij die ruimte, maar wel vanuit een passieve houding. Op de basisschool ontstond de uitdaging vanzelf doordat ik door ziekte en ziekenhuisbezoeken heel veel schooltijd miste. Zelfs na maanden thuis zitten, kon ik na dat schooljaar gewoon over.

Op de middelbare merkte ik in de eerste dat ik toch het een en ander aan hiaten had opgelopen. Desondanks voelde het eerste jaar havo/vwo als een platte herhaling van de basisschool en deed ik weinig voor school. Ik mocht gymnasium doen. Ik heb een leerstoornis op taalgebied, waardoor Frans, Duits en Engels achterbleven op alle andere vakken. Latijn is een leertaal en daar stond ik prima voor. Toch maar naar vwo 3. Maar een taalstoornis zonder ondersteuning lost niet vanzelf op en de uitdaging van gym (Latijn) wegnemen, helpt daarin niet. Door naar havo 4. Daar sloeg verveling toe en docenten en leerlingen vroegen zich hardop af wat ik er deed met mijn 8’en en 9’s, ik ook. Het schoolsysteem is rigide, dus de profielvakken op vwo-niveau doen was uitgesloten. Leerkrachten hadden me niets uit te leggen, ik legde eerder hen en klasgenoten de lesstof uit (serieus waar). Zodoende kreeg ik vrijstellingen voor alle profielvakken. Zo zonde om er niets voor in de plaats aangeboden te krijgen vanuit school. Ik richtte me op werk en vrijwilligerswerk tijdens die twee veel te eenvoudige laatste jaren havo.

Door naar het hbo. Ik wilde wat betekenen voor de maatschappij, dus wist ik niet wat ik dan met zo’n theoretische opleiding in het wo moest. Liever iets praktischer. Het eerste jaar maakte ik er nog wel wat van, maar ik vond de theorie veel te eenvoudig en oppervlakkig. Na elke toets kregen we een korte enquête en ik gaf elke keer aan dat het toch moeilijker moest worden. In de tweede veranderde helemaal niets. Uit protest en om mezelf nog ergens mee uit te dagen, besloot ik om geen boek open te slaan dat schooljaar en geen enkele aantekening terug te lezen. Ik zou alleen de lessen en hoorcolleges volgen. De cijfers gingen inderdaad naar beneden, maar onvoldoendes haalde ik nog steeds niet. Met het ‘bewijs’ in handen dat de opleiding echt te makkelijk is, werd ik niet gehoord. Niemand keek op of om. Dat voelde wel eenzaam. In de derde met stages ervoer ik dat ook het werkveld mij erg tegenstond en ik oriënteerde me op een andere hbo-opleiding.

Het vierde studiejaar stond voor de deur en in het afstuderen met een onderzoek had ik erg veel zin in. Eindelijk weer iets leuks. Ik zou de opleiding dus wel afmaken. Maar wat moest ik nu in hemelsnaam met 5 maanden afstuderen doen? Ik deed effectief al maar 2 dagen i.p.v. 4 omdat ik anders te snel ging. De andere dagen deed ik vrijwilligerswerk elders. Dus besloot ik alvast met die andere opleiding te beginnen die ik had gevonden. Zo hield ik mezelf beter bezig. Het afstuderen heb ik met een mooi cijfer afgerond. Zo had ik een paar maanden na mijn afstuderen ook al de propedeuse van de 2e opleiding te pakken en door vrijstellingen nog maar 2,5 jaar te gaan van de nieuwe studie.

De nieuwe opleiding was inhoudelijk ook minder diepgaand dan ik wilde. Ik stelde voor om onderwerpen aan de opleiding toe te voegen. Docenten zeiden ja, maar deden nee. Zonde. Ik frustreerde hen ook op mijn beurt. Een docent had hard gewerkt aan een toets die je niet zou kunnen halen als je niet had geleerd. Ik zat vol in het afstuderen van de eerste opleiding dat ik geen tijd meer had om voor deze toets te leren en haalde een 6,4. De docent tijdens een evaluatiegesprek vroeg waarom ik dit cijfer haalde en accepteerde mijn antwoord dat ik niet had geleerd absoluut niet. Moest zij nou net mij tegenkomen… Dat gesprek bleef me bij, ook omdat het mij met 1 tiende verschil afhield van cum laude afstuderen.

Vooral in de stages en het afstuderen in de tweede opleiding begon ik te twijfelen over het latere werken. Ik moest voor een aantal weken 4x 8 uur werken aan mijn stage- of afstudeeropdracht, maar ik wist echt niet hoe ik dat moest gaan doen. Met minder dan de helft van de tijd haalde ik al mijn planning ruimschoots. Ik had veel en veelte veel tijd over. Hier kwam wederom geen verrijking vanuit de opleiding en was iedereen al heel blij met mijn resultaten.

Gelukkig is het flexibele werken de norm geworden in mijn werkveld, maar ik worstel nog steeds met de discrepantie tussen de tijd die ik nodig heb en de resultaten met bijbehorende tijd die de werkgever verwacht. Niemand die dit lijkt te begrijpen. Het is mijn stille geheim, mijn stille worsteling.

Lies
1 augustus 2021

Van Cito 545 en vinkje hoogbegaafd naar 6 jaar HAVO, uitval op HBO tot uiteindelijk wel HBO-niveau

Onvoldoende uitdaging, geen interesse, daardoor ging het snel bergafwaarts. Na 2 jaar VWO, werd het HAVO 3, 2 jaar HAVO 4 en daarna heb ik met de hakken over de sloot het examen gehaald.

Studeren, daar waar er een match was en veel uitdaging had ik zeer hoge scores, maar andere onderdelen liet ik compleet liggen. Na 2 mislukte studies en een ziekte bedacht ik voor mezelf dat voltijds onderwijs krijgen niet iets voor mij was.

Vanuit fabriekswerk, schoonmaak en callcentra ben ik uiteindelijk in de ICT beland en stap voor stap (>10 jaar, gesteund door thuis en werkgever) heb ik kunnen groeien. Met vertrouwen en vooral zelfacceptatie. Waarbij pas de afgelopen jaren het kwartje echt viel. Ik denk anders, ik ben anders, dat is mijn kracht, en mijn valkuil. Had ik het maar eerder geweten. Al was de les wellicht dan ook niet zo hard (en goed) geweest. Maar ik heb ook geluk gehad, want velen krijgen die kans/mogelijkheden niet.

Nu zit mijn zoontje in groep 3, en ja, ik herken veel van mij in hem. En inmiddels wordt meer en meer duidelijk dat ‘de standaard’ niet passend is. Tot nu toe gaat het goed, ook met de ondersteuning op school. Signalering is goed en er zijn goede gesprekken met leerkrachten, IB’er en directrice. Ik hoop, en ik vecht ervoor, dat we hem blijvend goed kunnen ondersteunen in zijn reis. So far so good, maar ook hier wel de zorg en het besef, dat we het zeer waarschijnlijk getroffen hebben. Maar ook dat we blijvend scherp moeten zijn of het ‘systeem’ in staat is het individu te ondersteunen.

Ide Koops
15 april 2021

Maar je kunt toch zoveel?

Ik ben zo’n wonderlijk persoon die langs heel veel dingen lijkt te glippen en daarmee weliswaar flink avontuurlijke, maar ook veel ‘past-net-niet’-verhalen heeft. In het kort: van jongs af aan hoorde ik dat ik heel fijn en heel beschaafd was in de klas. Ik kon me best heel goed inpassen en van kinderen zoals ik wilden de leraren wel een klas vol hebben. Maar naast dat was ik wel ook de eeuwige dromer en haalde ik niet exorbitant hoge punten. En ook al wisten zowel mijn ouders als mijn basisschoolleraren dat ik veel meer in mijn mars had, kreeg ik geen specifiek inhoudelijke hulp om te achterhalen wat er was, om mijn executieve vaardigheden op een beter peil te brengen of iets anders.

Met HAVO-verwijzing ging ik naar een HAVO-VWO brugklas. Sommige vakken scoorde ik warempel superhoog in. Jammer alleen dat die in kennisland ondergewaardeerd worden: Techniek, tekenen, muziek. Oh, en ruimtelijk rekenen. En, wat ik nu weet maar toen niet, ook al toonden mijn punten het niet altijd, was ik stiekem best goed in het leren van vele talen. Met een multiculturele achtergrond kwam het dan ook voor dat ik mijn hele schoolperiode bezig was met het leren perfectioneren van 5(!) talen tegelijk, iets wat doorgaans niet wordt aangeraden daar dat over de ideale hersencapaciteit van kinderen gaat. Maar mij werd het wel aangeraden. Ruimtelijk rekenen moest gedropt worden en ik werd voor de noodzaak gesteld om met nog maar één van mijn allerbeste vakken door te gaan (tekenen). En een speciaal verzoek van mij in de brugklassen om aan te mogen schuiven bij het klassieke onderwijs, daar ik al sinds mijn 9e een enorme fascinatie had voor de oudheidkunde en mythologieën, werd niet gehonoreerd. Werkend op de snede van mijn sterkheden en zwakheden en met nauwelijks een benul van hoe de boel goed in te plannen modderde ik wederom zonder hulp door, zakte alsnog af naar een HAVO-klas en behaalde godenzijdank wel ook dat papiertje. Dragelijk gemaakt doordat ik gelukkig sociaal wel goede aansluiting vond bij meiden uit een ander jaar die gymnasium studeerden, de musicalvereniging, de leerlingenraad alsook de multiculturele raad. En ook grappig genoeg toen al met redelijk wat aanzien fungeerde als halve coach-therapeut voor mijn omgeving.

En hoewel ik écht ontzettend veel kan, dingen vrij snel kan leren en oppakken, een heel goede spin in het web kan zijn zijn en zelfs organisatorisch voor anderen best heel sterk ben geworden was er iets wat ik niet kon: organisatorisch sterk voor mezelf zijn. Of voor mezelf opkomen op wat het beste bij mij paste. Veel van mijn opleidingswensen werden (met alle beste bedoelingen van de wereld) opzijgeschoven door mijn ouders en er werd gepoogd om me om te kopen om richting ICT te gaan. Wat uiteindelijk na veel wikken, wegen en zoeken eindigde in een compromis: interaction design aan de kunstacademie. An sich een best goede plek waarin ik kon voldoen aan bijna alle voorwaarden die mijn eigen kern, mijn ouders en school oplegden. Behalve een heel cruciale: planning. Als 17-jarige met zwakke executieve skills losgelaten worden op een kunstacademie / HBO is nogal wat en mislukte dan ook. En wederom bleef ik ook zonder hulp, want volgens mijn omgeving liet ik wel alsmaar zien dat ik zoveel in mijn mars had. Ik werkte een jaar, ik deed een poging tot de PABO omdat dat was wat mijn ouders wilden (ik niet, ik wilde inmiddels iets grafisch of kunstleraar worden of iets dergelijks) maar dat bleek zeker niet mijn plek te zijn. Ik deed pogingen om thuisstudies te volgen in mijn eentje (grafisch ontwerp en binnenhuisarchitectuur) maar ook dat bleef erin. Braaf werken en ondersteunen kon ik echt wel ook heel goed dus dat deed ik. Extreem veel werken en gelukkig ook veel ruimte krijgend voor zelfontwikkeling en ontwikkeling tot manager.

Een studie Kunst en Economie volgde (want een inhoudelijk kunstzinnig vak was nog steeds not done volgens mijn ouders) en daar kwam ik wat verder. Maar ook daar liep ik tegen enorme muren op: de richting die ik wilde studeren (game management) bestond simpelweg niet en ondanks toezeggingen dat ik het ook kon leren als ik media management zou doen bleek dat extreem moeilijk. Met twee jaar moest ik dan ook stoppen, want het lukte me nog steeds niet. Het was heel tof en ik leerde ontzettend veel en onthield ook heel veel, net zoals in de andere opleidingen, maar mijn plek was het niet en nog steeds had niemand door waarom ik alsmaar uitviel en dat ik zulke erbarmelijke zelf-organisatie-vaardigheden had als het aankomt op complexe zaken als een studie managen. Deeltijd grafisch ontwerp zou volgen alsook een droombaan in de gamesindustrie. Godenzijdank zagen ze daar wel mijn potentie en mocht ik me zowel op management niveau als wel grafisch niveau flink ontwikkelen. Dat was het einde van mijn HBO-pogingen. Werkelijk álles wat ik had geleerd en opgezogen als een spons in al die verschillende opleidingen nam ik mee en ik beproefde mijn geluk met het leren in de praktijk. Drie banen in de gamesindustrie zou ik hebben en met heel veel plezier en enorme zelfontwikkeling maken. Alsook een 10-jarige samenwerking met een theatrale middeleeuwse zwaardkunstvereniging waar ik zoveel van mijn eieren kwijt kon, dat ook die debet is geweest aan mijn flinke ervarings- en expertiseontwikkeling. Ik was contentmanager, grafisch en conceptdesigner, stuurde dozijnen aan stagiairs, afstudeerders en medewerkers aan, produceerde korte films, schreef dozijnen aan flink goed onderbouwde artikelen, ontpopte mijn technisch-handvaardige skills verder (zo kan ik meubels maken, eigenhandig een huis verbouwen, conciërge spelen, escape rooms beheren en meer), bracht mijn talen naar nog hogere niveaus, leerde veel meer sociale vaardigheden, ontwikkelde een enorme zelfstudie op psychologie en meer. Oftewel: alles wat ik ooit had gestudeerd en waar ik weliswaar geen papiertje voor heb gehaald heb ik meermaals en ook succesvol toegepast, en al die skills en interesses blijven continu in mijn leven terugkomen en opnieuw in nieuwe formaties ingezet worden. Plus, sindsdien zijn er nog vele cursussen, duizenden studie-uren en bakken vol zelf geïnvesteerd geld besteed aan het leren van nog meer relevante vaardigheden alsook het nu nog leren van een hoop dingen die ik eigenlijk al lang had moeten en kunnen leren tijdens het reguliere onderwijs…

En toch, zelfs met dat alles, zou ik tot om en nabij mijn 30e het gevoel met me meedragen dat ik niet zo slim was als vele anderen. Dat ik altijd extra hard moest werken om te komen waar ik maatschappelijk gezien en vanuit het oogpunt van anderen moest uitkomen. Ik zou zowat altijd alles alsmaar moeten leren omdenken. Leren te bewegen op en genieten van de omwegen van het leven. Flexibel zijn tot en met. Succes meten op onconventionele wijzen. Totdat uiteraard het elastiekje brak. De rek was er uit, ik was inmiddels moeder van twee, met weliswaar zo gruwelijk veel vaardigheden en wilskracht en meer maar ook nog steeds met relatief slecht ontwikkelde executieve vaardigheden. Zelforganisatie ging net, emotiemanagement ook maar tegelijk was ik wel al zo lang zo veel aan het accepteren en wegstoppen geweest en de verbinding met mijn lichaam was tamelijk ondergesneeuwd in alles en mijn energie was op.

Een lange weg naar herstel en met nog heel veel meer werk- en studie-avonturen alsook relatie-uitdagingen werd de mijne. Ik leerde dat ik hoogbegaafd was (iets wat me kortstondig even flink van mijn stoel liet vallen want hoe kan dat nou? Ik was niet eens slim genoeg om een opleiding af te maken…), leerde uiteindelijk ook dat er sprake is van flinke AD(H)D (de zogenaamd ‘onoplettende’ variant waarbij er vooral veel hyperactiviteit in mijn hoofd meetbaar is) en heel misschien ook nog een overlap naar het spectrum (dat ben ik nu nog aan het uitzoeken). En hiermee leerde ik eindelijk, wederom nagenoeg volledig onbegeleid, omdat ook mijn burn-outherstel en mijn lange zoektocht naar waarom mijn energie me met vlagen nog maar belachelijk weinig effectieve werkuren op een dag oplevert volledig in eigen handen werd gegeven door eenieder die me ziet en hoort en denkt: die kan het zelf.

En ultiem is de waarheid dat dat waar is en simultaan niet waar is. Ik kan zo veel, ik sta nog steeds en ik kan ook op vele alternatieve manieren mijn waarde en successen meten. En tegelijk ben ik nog steeds aan het leren hoe ik mijn executieve vaardigheden en -uitdagingen versterk en beter ondersteun. Ook fluctueer ik de laatste jaren tussen af en toe weer zoals vanouds meer dan 10 effectieve werkuren op een dag tamelijk geconcentreerd en slagvaardig kunnen werken, en als er teveel levenszaken tegelijk op me afkomen (scheiding, werkverlies, verlies ouder, het opvangen van de ontwikkeltrajecten van mijn – hoe kan het ook anders – meer- tot hoogbegaafde, niet-neurotypische kinderen, COVID en door dit alles vaker dan gemiddeld ziek zijn) zak ik af naar maar 3 tot 4 effectieve werkuren op een dag. En zelfs met al die vaardigheden die ik heb, mijn netwerk, mijn successen en meer, is mijn huidige leven en waarheid dat ik momenteel als single en gescheiden moeder (met gelukkig dan wel weer een geweldige co-ouder) enorme moeite heb om de financiële en energetische eindjes aan elkaar te knopen. Ik kan geen passende parttimebaan vinden die past bij mijn situatie of capaciteiten. Ook mijn pogingen tot het neerzetten van een eigen onderneming en een heel flinke en relatief degelijke zelfcoachingsmethode/boek in wording, waarmee ik weet dat ik bij slagen mezelf volledig zou kunnen dragen, loopt uiteraard verre van over rozen. Het is vaker wel dan niet dat ik struikel over alle stekels en uitdagingen die mijn leven en rijk is. Gelukkig zie ik ook de vele rozen, de vele facetten, de vele mogelijkheden en blijf ik zelfs nu relatief wendbaar en strijdlustig en sta ik nog steeds ook vaker op dan ik val, maar ook ben ik er flink van overtuigd dat heel veel van deze uitdagingen heel veel beter begeleid hadden kunnen worden als ik ergens eerder dan mijn 30e beter gezien en ondersteund was geweest.

Het is dan ook een van mijn eigen hoogste prioriteiten om mijn kinderen (en andere mensen, millennials in mijn geval) wél zo goed mogelijk te begeleiden op de paden naar hun eigen zelfkennis, volledige ontwikkeling op hun tempo, hoe asynchroon die ook moge zijn, zo goed mogelijke ondersteuning op hun eigen executieve uitdagingen en meer. Alsook mijn eigen heropvoeding en heropleiding. Omdat ik nu eindelijk begrijp dat een groot deel van mijn uitvallen in energie ook enorm veel te maken heeft met de grote onwetendheid die er voor zo lang is geweest en dat ik veel te lang heb proberen mee te draaien in een maatschappij waar ik an sich zeker wel in pas, maar inderdaad wel extra hard voor moet werken en zelfs veel meer extra geld (studie en therapie) voor moet inleggen om echt volledig in te kunnen passen. Flink onevenredig hard… En als mijn verhaal er eentje is die kan helpen dit te voorkomen bij anderen, dan deel ik hem graag…

– A. Thomas

VOEG JOUW VERHAAL TOE

A. Thomas
Studio Wondervol
13 april 2021

Een merkwaardige reis, against all odds

‘Ik, hoogbegaafd?’ Dat had ik niet verwacht, toch bleek het vijf jaar geleden zo te zijn. Op achttienjarige leeftijd kwam ik erachter toen zich al een heel onderwijsverleden in mijn rugzak bevond.

In 2010 ben ik begonnen aan mijn eerste middelbare school; op VMBO-basis. Waarschijnlijk denk je nu iets als: VMBO-basis en hoogbegaafd? Dat rijmt toch niet met elkaar?

Jaarlijks worden er nog ontzettend veel leerlingen niet herkend en geplaatst op een niveau wat niet bij ze past, met alle gevolgen van dien. Schooltrauma’s, thuiszitten en fysieke en mentale uitputting zijn vaak het gevolg van eindeloos niet begrepen worden en vastzitten in een systeem dat alsmaar gericht is op presentaties, zonder te kijken naar het kunnen van een individu. Heeft het kind wel aanspraak met gelijkgestemden? Voelt het zich prettig op school? Is het niet alleen?

En hoe was dat voor mij? Ja, intens alleen. Maakte niet uit wat voor onderscheiding ze me gaven, die leegte vult het niet. Uiteindelijk heb ik nu mijn vrijheid en kan ik na mijn beschadigde onderwijsverleden een nieuwe start maken, maar dan wel deels op mijn voorwaarden en inspraak.

VMBO-basis? Daar ben ik niet gebleven, uiteindelijk heb ik het VWO bereikt, ben ik thuiszitter geweest en gestopt met mijn voorgaande studie, heb ik een intelligentietest gedaan (145+) en een baan gekregen bij de overheid, want momenteel volg ik een traject tot software-ontwikkelaar, waarbij ik intern word opgeleid. Ver weg van het reguliere onderwijssysteem, want daar ga ik voor geen goud meer heen.

Om anderen te helpen houd ik mij naast mijn baan en opleiding bezig met het verbeteren van onderwijs. Er is nog een lange weg te gaan voor ons, maar ik weet als geen ander dat alle grote successen klein beginnen.

Zsa Zsa Zonnenberg
Geboren met 27 weken
Geboortegewicht: 540 gram

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Zsa Zsa Zonnenberg
9 april 2021

Faalangst werd een arbeidshandicap

Ik ben Els, 36 jaar en psychiatrisch verpleegkundige. Daarnaast werk ik als redactrice en medewerker communicatie. Ik ben ook schrijfster en schrijftherapeute op zelfstandige basis. Eigenlijk wilde ik psychologie gaan studeren op de universiteit, maar ik durfde niet…

In het eerste leerjaar bleek snel dat ik snel dingen leer. De juf plaatste me op een bankje achteraan in de klas met moeilijkere oefeningen, alleen… Dat was wellicht met de beste bedoelingen, maar ik voelde het aan als straf. Ik leerde me daardoor aanpassen en ging onderpresteren.

In het middelbaar voelde me ik me echt niet goed meer op school en ik was er diep ongelukkig. In het vierde middelbaar haalde ik mijn eerste tekorten. Ik begreep er niets van en was diep teleurgesteld in mezelf. Men was vooral kwaad want ik was “slim genoeg”. Ik wist niet hoe te studeren. Mijn faalangst werd groter en groter. De faalangst maakte me zodanig ziek dat ik vaak thuis moest blijven.

Voor de universiteit was mijn faalangst te groot, daar heb ik nog steeds spijt van. Ondertussen ben ik 36 en speelt de opgelopen faalangst me zodanig veel parten dat het een heuse arbeidshandicap geworden is. Dat had voorkomen kunnen worden.

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Els Lambrecht
4 april 2021

Positieve schoolervaring/zo kan het dus ook!

Ik ben zelf hoogbegaafd, en weet dit al vanaf mijn vierde (nu 27 jaar). Mijn cognitieve ontwikkeling ging destijds zo extreem snel, dat mijn ouders de hulp van een deskundige op het gebied van hoogbegaafdheid inriepen om met de basisschool te bespreken wat het handigste was. Ik heb een klas overgeslagen, kreeg extra werk zodat ik niet intellectueel onderprikkeld raakte en kreeg het aanbod om nog een klas over te slaan, maar gelukkig gingen mijn ouders hier voor liggen. Het verschil op sociaal-emotioneel niveau met mijn klasgenootjes zou anders te groot zijn geweest.

Eigenlijk is mijn schoolperiode heel fijn verlopen, zo fijn dat ik wel eens bij mijn moeder aan kwam met “mama, school is net een pretpark!”. Het scheelde trouwens wel dat ik op een school zat met behoorlijk wat slimmere kinderen, en dat mijn beste vriendjes ook een klas hadden overgeslagen. Daardoor heb ik me nooit heel anders gevoeld.

Iets anders was het op de middelbare school, waar ik opeens te maken kreeg met wat oudere kinderen en kinderen die intellectueel toch iets meer achter liepen, ook al was het een gymnasium. Daar heb ik me wel vaker anders gevoeld dan de rest, al hoort dit misschien ook bij de leeftijd. Qua schoolprestaties ging het goed, zo goed eigenlijk dat ik bang was dat ik door anderen als ‘nerd’ werd gezien (terwijl ik juist totaal niet leerde en er zelfs een beetje met de pet naar gooide). Ik had ook verbreding, maar eerlijk gezegd stelde dat niet zo heel veel voor. Uiteindelijk is het toch een periode geweest waar ik met warme gevoelens op terugkijk. Ik heb het gymnasium met bizar hoge cijfers afgerond, en kon het uiteindelijk met de hele jaarlaag wel goed vinden, ondanks mijn verlegenheid in de eerdere klassen. Tot aan mijn 17e ging het dus erg goed.

Toen kwam de universiteit. Ik studeerde geschiedenis, en was hier verreweg de jongste met mijn 17 jaar. De studie was veel te makkelijk voor me, en weg was plotseling de vaste schoolstructuur die ik gewend was. Met maar een paar contacturen in de week en zonder goede begeleiding (laat staan op HB-gebied) viel ik sociaal-emotioneel gezien in een gat. Ik was erg onzeker, en ben veelvuldig fors over mijn grenzen gegaan. Zo erg zelfs, dat ik na het afronden van mijn bachelor lichamelijke klachten begon te krijgen; het begin van de eerste van twee flinke burn-outs; ik ben nu nog herstellende van de tweede.

Of dit ook was gebeurd als ik HB-ondersteuning had gehad op de universiteit weet ik niet; misschien lag het sowieso al wel op de loer voor me met mijn karakter. Wel weet ik dat ik het achteraf gezien jammer vind dat ik in deze periode geen coach op dat gebied heb gehad. Daarom deel ik mijn verhaal; omdat ik denk dat het belangrijk is om op de universiteit als hoogbegaafde ook ondersteund te worden – zeker als dat op de basisschool en middelbare school hartstikke normaal was!

Tom
4 april 2021

School was een gevangenis

Stel je voor, dat je ergens heen wil, maar dat de massa waarin je loopt zo traag loopt dat je gefrustreerd wil. Het enige dat je telkens hoort is dat je moet ‘wachten’. Ik heb heel mijn schooltijd alleen maar gewacht. Totdat anderen klaar waren, totdat ik eindelijk iets nieuws mocht doen. Ik werd er zo gefrustreerd van, maar werd gestraft als ik dat uitte. Ik haatte mezelf en de wereld, het voelde zo wreed aan. Niemand heeft mij toen geholpen. Het enige dat me op de been hield was de hoop dat het ‘later allemaal beter zou worden’, als ik niet meer naar anderen hoefde te luisteren. Voor nu moest ik mijn ziel en wil aan de kant schuiven om zo maar door de molen van het schoolsysteem te gaan. Er werd niks voor mij gedaan, wat bij me paste, waar ik een goed gevoel van kreeg.

Later, op de universiteit, bleek het helemaal niet beter te zijn. Vrije gedachten nog steeds onwelkom. Alles volgens het boekje. Ik stortte in, wou niet meer leven in deze wereld waar alles zo wreed en hypocriet leek. Ik heb nooit iemand gehad om me te helpen, maar wat had ik het nodig.

Het schoolsysteem en de gevangenis zoals het voelde heeft mij volledig getraumatiseerd. Ik vertrouw er niet op dat iemand weet wat goed voor mij is. Ik kan bijna niet beschrijven hoe naar het is geweest, en het lastigste is dat niemand het begrepen of gezien heeft, en dat nu nog mensen het niet snappen. Dat dit nog toegestaan is. Ik hoop dat er z.s.m. verandering in komt. Het is systematisch zo schadelijk voor mensen tot op het punt waarop ze niet meer willen leven. Het is ongekend dat hoogbegaafde kinderen nog zo behandeld worden.

Margot
27 maart 2021

Met horten en stoten

Mijn lagere schooltijd in de jaren ‘80 was zwaar voor mij – ik was verlegen en wilde het punt dat ik anders was het liefst verbergen. Ik werd nogal eens tot voorbeeld gesteld en dat maakte me niet populair in de klas.

Door mijn zeer hoge tempo was ik snel klaar met alle taken die beschikbaar waren en nadat ik in groep 7 al het lees- en rekenmateriaal had doorgewerkt inclusief plustaken, moest ik me maar bij de ‘leesmoeders’ voegen en groepjes kinderen uit groep 3 begeleiden. Iets wat ik vreselijk vond.
In mijn rapporten stond dat ik met mijn neus uit de boeken moest – en in onze kleine bibliotheek in het dorp had ik als enige kind toestemming om de boeken voor volwassenen te lezen omdat ik alles voor de jeugd al uit had. Ik las vooral graag biografieën, boeken over mythologie, etc.

Mijn hoogbegaafdheid uitte zich op de lagere en middelbare school door mijn (fotografisch) goede geheugen en hoge tempo. Ik was weer de beste van de klas, maar in de vwo-brugklas voelde ik me beter thuis. Goed presteren was niet meer iets om me voor te schamen.

Mijn mentor belde met mij ouders over hoe zonde het was dat ik niet op het gymnasium zat, maar zelf wilde ik dat niet want dan had ik een ander rooster dan mijn vriendinnen en dan zou ik alleen moeten fietsen.

In de bovenbouw werden mijn cijfers wisselvalliger en ging ik grote periodes niets doen – afgewisseld met korte momenten van hyperfocus, vlak voor de deadline. Hoewel ik nooit heb leren leren, slaagde ik zeer ruim.

Ik ging een studie doen aan de Universiteit Utrecht en doorliep deze op dezelfde manier, met vlagen productiviteit. Ik vond het enorm fijn om origineel te zijn (iets wat zich op het vwo ook al uitte in mijn boekenlijst voor Engels) en deed twee specialisaties en een aantal pittige keuzevakken van andere studies om een uniek geheel te maken. Soms was ik even in paniek omdat ik het gevoel had écht te laat ‘mentaal ingestapt te zijn’ bij een vak. Aansluiting met medestudenten had ik weinig want ik werd onzeker van hun verhalen over hard blokken en voelde me een impostor – ze keken vaak zo goed te weten wat ze wilden en waar ze het over hadden. In die tijd heb ik ook intelligentieonderzoek ondergaan – ik hoopte dat de bevestiging (IQ van 141) me zelfverzekerder zou maken, maar helaas gebeurde dat niet.

In de afstudeerfase deed ik ook ‘te veel’ – ik moest een stage doen en een afstudeeronderzoek/thesis maar voor die laatste deed ik ook nog een stage/grote praktijkcomponent. Net na mijn 22e verjaardag haalde ik mijn doctorandusdiploma, als eerste in mijn familie. Ik kreeg een baan aangeboden bij het bedrijf waar ik afgestudeerd was, omdat ik voor hen een subsidie had binnengesleept. Eigenlijk wilde ik een promotietraject doen maar de werkgelegenheid was slecht op dat moment dus dit baanaanbod was een enorme kans. Bovendien vond ik mezelf daar te slordig voor én was ik nooit als ‘slim’ opgevallen bij de wetenschappelijke staf. Sommige andere studenten hadden al een baantje als student-assistent.

Er kwam een fase van onderprikkeling en ook depressies. Op mijn 35e werd ADHD vastgesteld; aan hoogbegaafdheid dacht ik wel maar ik durfde er niet over te beginnen. Wat als ik inmiddels niet zo slim meer was? Door/tijdens mijn periodes van bore-out had ik ook geheugenproblemen.

Hoogbegaafdheid is mijn ‘olifant in de kamer’. Mijn oudste zoon is ook hoogbegaafd, ik vind het zoveel makkelijker om voor hem op te komen dan voor mezelf!

Inmiddels ben ik, mede dankzij de ADHD-medicatie, een traject gestart als buitenpromovendus. Omdat ik blij word van nadenken, maar ook om iets te ‘bewijzen’.

Marlies
17 maart 2021

Onderwijs overleefd

Met een hoogbegaafde aanleg heb ik dankzij een tempo-probleem door ADD een relatief normale schoolcarrière doorlopen. Pas later kwam ik erachter dat vele hobbels in mijn leven werden veroorzaakt door mijn hoogbegaafd zijn. Het was een forse strijd om succesvol te worden in de maatschappij en na een aanvankelijk geslaagde carrière als medisch specialist bleek toch de balans met privé niet langer haalbaar. Door actief zoeken naar referentiekaders in en buiten de vereniging van hoogbegaafden, Mensa, ben ik in staat geweest om zowel voor mezelf alsook voor mijn dochters en anderen in mijn omgeving de juiste begeleiding en ontwikkelingsweg te vinden.

Mijn hoogbegaafde dochters hebben met succes hun schooltijd doorlopen, ondanks het gebrek aan passend onderwijs. Het was vaak zwaar en heeft voor mij als ouder ook veel extra inspanning gekost om een optimaal ontwikkelingsproces te faciliteren. Vele mensen in mijn omgeving hebben niet het geluk gehad de juiste ondersteuning en setting te vinden om de schooltijd te overleven.

Juist vanwege de schadelijke effecten van niet-passend onderwijs vind ik het van belang dat een structurele ontwikkeling wordt ingezet om in alle onderwijssettingen (niet alleen, maar zeker ook, in specifieke onderwijsvormen voor hoogbegaafden) de inzichten en wetenschappelijke basis te implementeren voor de ontwikkeling naar een gezonde leeromgeving voor hoogbegaafden.

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Marja van Ingen Schenau-Roovers
17 januari 2021

Van alleskunner naar ?

Al van kleins af aan gaat veel me vrij gemakkelijk af, zo uiteraard ook de basisschool. Extra lessen rekenen, Spaanse les, computerlessen (dat was destijds een ding), noem het maar op, ik kreeg het en ik deed het allemaal met vrij weinig inspanning. De enige keer dat ik een onvoldoende haalde op de basisschool (topografie), was omdat ik eerst de toets van een vriendje had gemaakt die om mijn hulp vroeg. Behulpzaam als ik was, maakte ik eerste de zijne en later de mijne en zodoende kwam ik tijd tekort voor mijn eigen toets, vandaar de onvoldoende.

Ondanks alle extra stof haalde ik weinig energie uit naar school gaan, had ik weinig echte vriendjes en wanneer de stof niet interessant was (erg vaak in mijn geval…) dwaalde ik af en was mijn focus gericht op iets anders. Meestal keek ik naar buiten, was ik aan het dagdromen en zat ik te wiebelen op mijn stoel. Mij laten testen op ADHD is ooit ter sprake gekomen, maar is niet doorgezet. Ik was veel buiten, vond toen (nog steeds) natuur en beestjes fascinerend en sportte zo vaak als ik mocht (iets minder nu…).

Aan het einde van groep 8 werd ik een beetje opstandig en na het (voor mij) slecht maken van mijn CITO-toets (546), mocht ik met wat tegenstribbelen van school toch naar het Gymnasium. Hier was ik al snel klaar mee, vakken waar ik totaal geen interesse in had deed ik niets aan, behalve wanneer ik straf kreeg (wat vaak gebeurde) en vakken die ik interessant vond, haalde ik zonder moeite. Helaas kreeg ik een stuk meer oninteressante vakken en waren zodoende mijn cijfers erg slecht. Met hakken over de sloot over naar de tweede klas, geen Gymnasium meer, maar Atheneum. Helaas veranderde er niks in het systeem en weinig in de vakken en bleven mijn streken en punten hetzelfde. Door mijzelf veel af te zetten tegen school en de mensen eromheen, moest ik vaker buiten eten dan ik in de aula mocht zijn.

Na twee jaar strijden op deze school, over naar de volgende, wel naar de derde klas en ook nog VWO. De mensen veranderden, de vakken niet, het systeem en de manier van werken ook niet. Hier had ik kort de motivatie om mij in te zetten voor de dingen die ik niet interessant vond, helaas niet lang genoeg om mijn punten goed te houden. Wederom met veel strijd, hakken over de sloot naar de vierde klas. Dit is waar de lol pas echt begon, vol in mijn pubertijd, hardcore was upcoming en ik had vriendjes in die scene. Dit was ongebruikelijk op mijn school voor iemand in het VWO, dus mijn vriendjes kwamen dan ook niet uit mijn klas. Enkele vriendjes had ik op het VMBO (zelfde school), maar de meeste ‘vrienden’ kende ik via via vanuit de hardcore-scene. Destijds sprak je elkaar aan, als je in een zelfde soort outfit liep en zo had ik wat aanspraak in mijn bomberjack, kisten en kale kop (ook ongebruikelijk voor iemand op het VWO, op mijn school).

Je ziet het misschien aankomen, maar ik was dus weinig op school. Ook niet bevorderlijk voor je cijfers moet ik zeggen en dus bleef ik zitten. Dit kwam puur door mezelf natuurlijk, maar als mijn toenmalige mentor mij wat gegund had (ik bleef zitten op één onvoldoende te veel die bijgesteld had kunnen worden), kon ik over naar de vijfde klas waar het wél interessant zou worden voor me (een aantal interessante keuzevakken). Echter gunde deze man mij helemaal niks, aangezien ik opstandig en vervelend was in zijn ogen, ik vroeg altijd aan iedere leraar om uitleg en liet het er niet bij zitten als ik niet tevreden was. (Ik doe dit overigens nog steeds bij mijn werkgever, echter ben ik er een stuk tactischer in geworden en lukt het mij vaak om te krijgen waar ik naar op zoek ben.)

Omdat mijn vader leraar was op mijn school, had ik het voor elkaar gekregen toch een aantal vakken af te sluiten ondanks dat ik bleef zitten. Dit maakte dat ik in mijn tweede keer de vierde klas een hele hoop vrije tijd had. Dit leidde tot een extra project, wat ons een aantal zaken gaf: een eigen lokaal, geld voor boodschappen en spullen, en vrijheid om dingen te ondernemen. Misschien dat iemand ooit dacht dat een stel 16/17jarigen op het VWO geld en ruimte geven een goed idee was, maar die had geen rekening met mij (en mijn bondgenoot zittenblijvers) gehouden. Zodoende kochten wij spelcomputers, tv, banken, koelkast en heel veel drank en snacks. Toen het op een vrijdagmiddag helemaal uit de hand liep (winkelwagens door glazen deuren heen, flessen drank door de lokalen heen en mateloos veel overlast), hebben ze een aantal van ons uit het project gezet en een nieuwe start gemaakt zonder ons. Dit was ook het einde van mijn middelbareschooltijd. Ik mocht nog mee als begeleiding naar Rome, voor een jongen met epilepsie en een hele bult andere issues (want behulpzaam was ik zeker nog!), maar daarna moest ik van school af.

17 jaar, geen school meer en niet meer verplicht om school te volgen, dus dan maar werken. Een aantal jaren flink hard werken, in verschillende sectoren, heeft mij als persoon geleerd wat discipline, respect en hard werken is. Tussendoor toch geprobeerd om een HAVO-diploma te behalen via een verkort traject, maar dit liep sneller fout dan iemand stop kan zeggen. Ik wist niet waar ik aan begon, kende de stof niet en snapte er helemaal niks van dus ik stopte maar meteen weer.

Op mijn 21e een toelatingstest gedaan voor het HBO(PABO) en de test ruim gehaald, dus op naar het HBO! Het hier iets langer vol kunnen houden, maar na ruim een half jaar en mega onbegrip vanuit mijn stagebegeleidster weer afgehaakt. Ik moest van haar alles zelf doen, het was immers het HBO, ik wist echter nog niet misschien hoe ik een reflectieverslag moest schrijven en de producten die ik aanleverde kreeg ik terug zonder opmerking (op een grote rode streep na). Ik begrijp het vanuit haar nu denk ik, maar het sloot helemaal niet aan bij wat ik nodig had. Ik haalde alle toetsen puur op basis van mijn logica, maar de momenten dat ik moest leren (wat is dat nou? Nooit gedaan of hoeven doen) liep het meteen fout. Ook bij verslagen schrijven waarop ik moest reflecteren, naar mezelf kijken en zien wat ik deed, totaal onmogelijk op dat punt voor mij.

Hierna toch maar weer gaan werken, dat ging me goed af en lekker geld verdienen was een prima bijkomstigheid. Op mijn 27e besloten dat zuipen, feesten en werken toch niet het leven is dat ik wilde en op zoek naar een baan mét opleiding. In deze periode mezelf erg vaak tegengekomen, maar voor dit verhaal niet helemaal van toepassing.

MBO-4-opleiding gevolgd, één dag in de twee weken naar school en daarnaast 40 uur werken. Op deze opleiding hoefde ik niet na te denken en de verslagen die ik schreef mochten van een zeker niveau zijn dat ik ze allemaal in 1 dag (de laatste voor de deadline) heb kunnen schrijven (wel maak ik me 3 maanden druk over dingen die ik niet doe, heb ik ze in mijn hoofd al een aantal keer geschreven, maar maak ik ze op het laatste moment).

Nog altijd heb ik niet kunnen leren leren, ik begreep het concept niet, kon staren naar boeken zonder dat er informatie binnenkwam en zodoende gaf ik het leren gewoon op. Gelukkig kwam ik met mijn logisch redeneren en grote bek (zo werd het genoemd, ik noemde mezelf gewoon kritisch) ver genoeg en haalde ik de opleiding zonder al te veel te hebben gedaan. Mijn manager begreep mij, ik kreeg de kans op dingen te ondernemen en uit te zoeken. Deed taken die helemaal niet binnen mijn functie vielen, maar alles liep als een zonnetje.

Zodoende een vervolgopleiding gaan volgen. Na een tijdje kreeg ik een andere manager die mij niet begreep (en vice versa) en raakte ik in een dal. Ik snapte wederom niets van de opleiding en wat ik er voor moest doen en wist niet hoe snel ik ervan af moest zien. De discussies, gesprekken en feedback in deze opleiding waren een verademing en hier ben ik écht naar mezelf gaan kijken, ook ontmoette ik in deze periode mijn vriendin die hier zeker in heeft geholpen! Echter was de stof zo oninteressant dat ik zeker wist dat ik hier absoluut niet mee verder wilde.

Half jaar thuis gezeten en zwart gewerkt, waarna ik weer aan een MBO-4 opleiding ben begonnen mét baan. 30 uur werken en één dag naar school. Het diploma van deze opleiding mag ik (mits mijn opdrachten worden goedgekeurd) 8 februari 2021 ophalen. In de drie jaar dat ik deze opleiding gevolgd heb, heb ik ongeveer niks geleerd aan stof dat te maken heeft met mijn werk. Ik heb her en der wat termen opgeslagen die ik interessant vond, maar de diepte zijn we naar mijn idee nooit maar eens geprobeerd in te gaan. Ik vond dit aan het begin frappant, aangezien ik niets dacht te weten van de sector en dus veel te leren had. Ik heb zeker nog heel veel te leren, maar de basis ging mij vanzelf goed af. Iets dat ik vanaf het begin terugkrijg van mijn collega’s.

Ongeveer een half jaar geleden ben ik mij gaan verdiepen in hoogbegaafdheid en kwam ik er achter dat er erg veel van mij past bij veel verhalen die ik erover heb gelezen. Mijn vader en broertje zijn hoogbegaafd, wat maakte dat ik mijzelf niet hoogbegaafd vond. Dit heb ik ondertussen bijgesteld, na ontzettend veel verhalen en informatie die ik erover heb gelezen. Er viel zo veel op zijn plek en al typende over mijn (school)carrière wordt het zelfs nog meer duidelijk.

Ik heb nergens, op een school waar ik gezeten heb, de begeleiding gevonden of gekregen die ik nodig had. In al mijn gevolgde opleidingen ben ik nooit benaderd over hoe iemand mij kon helpen. Ik moet toegeven dat ik nooit ergens aan de bel getrokken heb, omdat ik vond (tegenwoordig wat minder) dat ik alles zelf moest doen. Dit heeft mij gelukkig niet tegengestaan om een MBO-opleiding te volgen, maar er alleen al aan denken om een HBO-opleiding te volgen, doet mij terugdeinzen. Niet omdat ik denk dat ik het niet kan, maar wel omdat ik denk dat ik het niet aankan.

Dit is in, misschien niet zo’n korte, vogelvlucht mijn ervaring met het onderwijs..

Mocht ik ooit de kans hebben om anderen, kinderen en jongeren, te ondersteunen in hun reis en/of strijd, zal ik deze kans zeker grijpen.

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Boris
30 december 2020

130+ maar toch in de sociale werkvoorziening

Op de lagere school hoefde ik weinig te doen. Het kwam toch wel aanwaaien. Ik was wel altijd een eenling. In de laatste jaren duidelijker dan daarvoor. Maar goed dat ik toen nog niet wist wat ik nu weet. Cito uitslag: Slim genoeg voor het gym, maar te langzaam. Dus maar naar de brugklas havo/atheneum. Van daaruit naar de havo. Na een keer te zijn blijven zitten in de eerste of tweede klas (van de 11 leerlingen die van mijn basisschool naar deze instelling voor hoger onderwijs gingen, zijn er destijds 10 die of in het eerste of in het tweede jaar bleven zitten!) ging ik na het vierde jaar weer niet over.

Daarop ben ik naar de MTS gegaan. Ook daar twee keer niet overgegaan naar een volgende klas. Daarna het beroepsleven in. Of eigenlijk ook weer meer tijd niet dan wel. Na drie jaar had ik zoiets van “ik ben slimmer, moet meer aankunnen”. Maar concentratie en geheugen waren waardeloos. Een maand of tien in dagtherapie gegaan. Daarop een jaar lang wis- en natuurkunde op havo-niveau opgehaald aan een avondopleiding voor volwassenen, zodat ik een propedeuse HTS kon halen. Daar de verkorte versie gedaan die de HTS bedacht had voor mensen die van de MTS af komen. Dus met een aantal vakken uit het vierde jaar in het eerste jaar erbij had ik die opleiding maar afgemaakt. Veel ging er (erg) goed. Vooral ook door de klassikale lessen.

Daarna door naar de Universiteit in Aken, Duitsland, hier net over de grens. Waar ik totaal ben vastgelopen. Dingen die ik eerst begreep, snapte ik ineens niet meer. Wat aan het begin van een lange zin stond, wist ik halverwege de zin niet eens meer. Ik ben doorgegaan tot het zeer bittere einde. Heb in de tussentijd nog gesprekken gehad bij de lokale GGZ instelling waar ik jaren eerder in dagtherapie was geweest. Het heeft niet mogen baten. M’n lichaam verzet zich tegen elke poging tot serieus leren en dat eigenlijk al sinds ik op school zat. Een handleiding, die ik vroeger van voor tot achter doorlas, hoef ik nu niet meer te lezen. Ik snap het gewoon niet meer. Kan ‘m niet meer volgen. Het lukt gewoon niet meer.

Inmiddels werk ik al zo’n 13 jaar in de sociale werkvoorziening, Zie problemen aankomen en heb ook al een oplossing verzonnen, voor de meesten, inclusief het management, zien dat er een probleem is. En zelfs als je het management ziet wat er mis is, snappen ze het niet. Er gaat veel mis, heel, heel veel. Ik zie het met lede ogen aan en kan er niets aan doen. Ga er langzaam aan aan kapot. Zit al jaren met een bore-out. Uit mijn handen komt NIKS. Niet wat ik wil doen en niet wat ik moet doen. Life sucks. En niet zo’n beetje ook!

Mathy van Nisselroy
28 december 2020

De lange weg naar mijn kinderdroom

Ik ben nu 48 jaar oud, dus mijn schooltijd ligt al een aardige poos achter me. Dat wil zeggen dat ik die heb doorgebracht in een tijd dat er nog geen enkele aandacht voor hoogbegaafdheid bestaat in didactische kringen.

Voor zover ik me dat kan herinneren heeft het tijdens mijn lagere schooltijd niet voor heel veel rimpels gezorgd. Ik ben een dromer, die tijdens de lessen de hele tijd naar buiten aan het staren is, een eenling, helemaal verzonken in mijn eigen wereld. Dat resulteert in niet echt briljante cijfers, maar ik krijg nu wel af en toe al de voor de komende jaren zo regelmatig terugkomende mantra te horen: “Je bent zo slim, waarom doe je daar niks mee?” Thuis zit ik liever boeken te lezen dan dat ik met andere kinderen speel. Als ik ga spelen, dan doe ik dat ook vaak alleen, en speel ik de verhalen na die ik gelezen heb.

Voor de middelbare school selecteert men voor mij de HAVO; het is een pientere jongen, maar zijn cijfers zijn niet goed genoeg voor Atheneum. Terugkijkend denk ik eigenlijk dat dit nog een goed advies was ook. Aangezien ook het onderwijs op de middelbare school niet aansluit bij hoe ik denk en functioneer, loop ik ook hier al vrij snel een beetje verloren. De niet-exacte vakken zijn een eitje, maar in de exacte vakken loop ik hopeloos vast. Wiskunde is een gruwel, en ik realiseer me pas (veel) later dat dit komt omdat ik een systeemdenker ben. De wiskundelerares probeert mij sommetjes te leren in het vertrouwen dat dan op een gegeven moment het onderliggende systeem duidelijk wordt. Niet dat ik het op dat moment onder woorden kan brengen, maar ik wil dus graag eerst weten hoe het systeem in elkaar zit, voordat ik aan die sommetjes begin. Noch de wiskundelerares, noch het onderwijssysteem uit de jaren 80 zijn daarop ingesteld. De 13-jarige hoogbegaafde ook niet trouwens; zoiets kun je op dat moment natuurlijk helemaal niet articuleren, als je dat überhaupt al doorziet.

Waar ik op de lagere school nog toevlucht zoek in het dromerig uit het raam staren heeft zich intussen de puberteit aangemeld, en vertaal ik mijn onvrede intussen in, laten we zeggen, suboptimaal aangepast gedag. Dit leidt natuurlijk onvermijdelijk tot aanhoudende concentraties met the Man(1) en een soort koude oorlog tussen mij en het (school)systeem. Ik denk dat ik geluk gehad heb met het feit dat the Man in dit geval een begripvolle conrector is, die mij de hele tijd met zachte hand probeert te helpen, al weet ook hij niet goed hoe.

Bizar genoeg is dit ook het moment waarop ik er achter kom dat ik hoogbegaafd ben. Een van de tegenoffensieven in de koude oorlog bestaat eruit dat ik naar een jeugdpsycholoog moet. Ik kan me niet veel van die sessies herinneren, behalve dat ik er volgens mij weinig aan gehad heb. Een van de dingen die ik moet doen is een IQ-test. Daaruit wordt geconcludeerd dat ik een bovengemiddeld hoog IQ heb, hetgeen voor akte wordt genomen, waarna men er niks mee doet. Omdat ‘men’ geen flauw idee heeft wat dat is. Ik ook niet. Dus klooi ik nog een jaar of twee door. Voor de meeste vakken hoef ik niet of nauwelijks te blokken en die waar dat wel voor moet doen laat ik gewoon links liggen totdat the Man me het spreekwoordelijke mes op de keel zet en ik me net genoeg inzet om er een 5,6 uit te slepen.

Ik wil al sinds ik klein ben graag archeoloog worden, maar ja, daar heb je Atheneum voor nodig. Als ik de HAVO bijna af heb zijn mijn cijfers niet van dien aard dat het schoolbestuur het ziet zitten om mij naar het Atheneum te laten doorstromen. Misschien zijn ze ook allang blij dat ik vertrek. Daarin kan ik ze niet helemaal ongelijk geven, gezien mijn suboptimaal aangepaste strapatsen.

Omdat ik ook goed kan tekenen en de ongeleide aspecten van het kunstenaarsbestaan mij wel aantrekken, beland ik op de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht. Dat is geen succes. Ten eerste kom ik er al vrij snel achter dat er een verschil is tussen goed kunnen tekenen en het leuk vinden om dat de hele tijd te doen, maar ik loop ook hopeloos verloren. Zonder ook maar een greintje zelfdiscipline, zonder te weten hoe je in hemelsnaam moet studeren voor de theorievakken, ga ik roemloos ten onder.

Compleet stuurloos breng ik spreekwoordelijk een paar jaar door in de wildernis. Omdat thuiszitten niks is, ga ik via een Duitse oom in de bouw werken, eerst in Luxemburg, dan in Keulen, Berlijn en Leipzig. Het feit dat die plekken ver van huis zijn speelt in niet gering mate mee in mijn keuze.

Het is zwaar werk, de dagen zijn lang (12 uur, zes dagen per week) en de omstandigheden zijn soms beroerd. Maar ik heb er geen spijt van. Ik leef in een internationale gemeenschap met Britten, Nieuw-Zeelanders, Duitsers, Fransen en Polen en ik leer enorm veel. Niet alleen kan ik nu vloeken als een bootwerker in vijf talen, maar van de vaardigheden die ik in mijn werk oppik heb ik natuurlijk voor de rest van mijn leven profijt. Maar wat het belangrijkste is dat ik daar heb geleerd is zelfdiscipline. De twee belangrijkste dingen die ik daar heb geleerd zijn zelfdiscipline en doorzettingsvermogen.(2)

Mijn droom om archeoloog te worden is nog steeds springlevend, maar ik twijfel of ik het zal redden om weer terug naar school te gaan. Mijn lief overtuigt me om het te proberen: “Je kunt het niet doen en jezelf de rest van je leven zielig vinden, of je probeert het en als het lukt, dan heb je je droom verwezenlijkt. Lukt het niet, dan heb je het in ieder geval geprobeerd.”

Omdat ik intussen de 21 gepasseerd ben meld ik me in Leiden aan voor een toelatingsexamen. Dat blijkt een eitje te zijn en bloednerveus neem ik in september 1997 plaats in een collegebank voor mijn eerste college archeologie. Het blijkt een meesterzet te zijn. Vanaf het eerste moment ben ik gegrepen door de materie. Ik heb nog steeds enorm veel moeite met het hoe van studeren, maar de in de bouw opgestoken discipline betaalt zich nu terug. Als ik één ding goed kan, dan is het wel ervoor zorgen dat ik ’s ochtends om half negen in die collegebank zit, onverschillig wat er de avond tevoren gebeurd is. Een eitje, in de bouw moest ik om zeven uur present zijn.

Mijn moeite met studeren weet ik deels op te lossen door samen met een vriend elke maandag tot en met donderdag na de colleges te gaan eten in de Mensa om daarna in de universiteitsbibliotheek tot half negen ’s avonds te gaan studeren. Door die intensieve training, want daar komt het wel op neer, lukt het me ook later (meestal) om te blijven zitten en door te ploeteren.

Mijn jaren op de universiteit zijn geweldig. Daar vind ik precies wat ik zocht: kennis, en niet alleen dat, maar ook kennis die ik op kan doen op een manier die me ligt: veel keuze in de vakken die je wil volgen en veel vrijheid om dat te doen in een volgorde die je zelf wil. Tenminste, de ruimte om die vrijheid te nemen is er. Dat ook universiteiten een systeem hebben vind ik makkelijk om te negeren en/of te omzeilen. Ik moet toegeven dat ik daarbij wel geluk heb gehad: Archeologie is op dat moment een kleine faculteit met weinig studenten, op een gegeven moment krijg ik in de gaten dat mijn professor, waar ik een goeie klik mee heb en waarmee ik een diepe afkeer voor the Man deel, zijn invloed aanwendt om me een beetje uit de wind te houden.

Het zal opvallen dat het woord hoogbegaafd in de laatste twee paragrafen niet meer gevallen is. Ik ben er dan ook jaren niet meer mee bezig geweest. In de bouw kom je het niet zoveel tegen. Als gespreksonderwerp dan, ik ben daar zeer intelligente mensen tegen het lijf gelopen. Ik ben een keer met een van hen, de Engelse Alan, aan het kletsen en ik vraag hem naar aanleiding van zijn kennis en duidelijke potentieel: ”What are you doing here man?” waarop hij riposteert: “No, what the fuck are you doing here!?” Alans vermaning heeft ook in belangrijke mate bijgedragen aan mijn beslissing om naar de universiteit te gaan.

Op de universiteit ben ik er nooit mee bezig geweest. Je bent omringd door slimme mensen (de meesten dan toch) zodat het eigenlijk ook niet zo’n thema is. Wat ik me intussen wel realiseer is dat het maar goed is dat ik niet naar het Atheneum ben gegaan. Als ik na de middelbare school naar de universiteit was gegaan, dan zou ik dat kansloos hebben verknald, net zoals ik dat met de kunstacademie heb gedaan.

Bijna drie jaar geleden komt hoogbegaafdheid pas in mijn leven als de niet alles-, maar veel bepalende factor die mijn leven op allerlei fronten beïnvloedt. Wat dat allemaal precies inhoudt is voer voor andere tijden, maar ik ben daardoor wel, nu pas, in staat geweest om terugkijkend een boel dingen te verklaren die ik lange tijd niet begrepen heb. Het hierboven staande verhaal is dan ook onvermijdelijk een onscheidbaar amalgaam van herinneringen en recente inzichten over die herinneringen.

Ik kan enkel gissen wat de grootte van het effect van fatsoenlijke begeleiding en/of aangepaste lesprogramma’s zou zijn geweest, als ik daar toegang tot had gehad. Hoogbegaafdheid is niet de enige horde voor een getormenteerde puber. Ik weet wel zeker dat mijn schoolcarrière een stuk rustiger zou zijn verlopen (geen slecht resultaat voor de al genoemde getormenteerde puber), maar waarschijnlijk ook voorspoediger. Ik heb nergens spijt van en kijk met genegenheid terug op mijn tijd met Alan en zijn collega’s, maar wellicht had ik mijzelf de wildernisjaren, die niet alleen maar excitement and adventure and really wild things(3) waren, dan kunnen besparen.

(1) Een in de VS gebruikte term voor organisaties of personen die met autoriteit bekleed zijn (of dat van zichzelf vinden).
(2) Vrij naar Monty Python’s Flying Circus: The Spanish Inquisition.
(3) Douglas Adams: The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy.

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Yannick Raczynski-Henk
28 december 2020

De hel

Het liep al mis in de kleuterklas: nonchalante klasgenootjes, pesterijen, saai speelgoed, simpele knutselopdrachten en onrechtvaardig handelende leerkrachten, … Het begin van een nachtmerrie, waar de grenzen van mijn persoonlijkheid en hooggevoeligheid al snel op de proef werden gesteld, en dan kwam die hersenvliesontsteking daar nog bij…

Ik kroop weg, in een hoekje, bang van mensen, de wereld, … gewoon van alles… dit leidde tot de diagnose autisme, voor mij was dit de poort naar de hel.

De jaren daarop werden er maatregelen opgesteld door die diagnose, die moesten verhinderden dat ik overprikkeld geraakte, vooral op het vlak van leerstof werd zuinig omgegaan. Ik weet het nog goed: “Gelukkig hangt er nog een klok in de klas, dat is het enigste wat enigszins vooruit gaat”. De school verloor al z’n kleur en glans en uiteindelijk weigerde ik nog naar school te gaan…

Ik werd naar een autismevriendelijke school gestuurd aangezien men ten einde raad was, over deze jaren kan ik weinig woorden zeggen, want woorden kunnen de pijn, die ik daar gevoeld heb, niet verwoorden.

Het enigste lichtpuntje dat ik nog had was het hoger, ik startte aan de universiteit met de studie geologie, een waar fiasco want ik bleef, na al die jaren, opnieuw op mijn honger zitten. Na een jaar gaf ik er de brui aan, het licht ging uit…

Op 22-jarige leeftijd las ik toevallig uitgebreid over hoogbegaafdheid, een ware shock… euh… maar dan was… dat… door… En plots wakkerde het licht weer aan. Nu ben ik nog steeds bezig met deze vaak pijnlijke trauma’s en ervaringen te verwerken en een plaats te geven in mijn leven.

Aan alle (U)HB kinderen, (U)HB jongeren en ouders van U(HB)’ers: prijs jullie gelukkig dat jullie/jullie kind(eren) de correcte diagnose gekregen hebben en laat het zeer duidelijk klinken dat onderwijs dat afgestemd is op jullie/hun leerhonger een zeer grote vereiste is voor de ontplooiing van jullie/hun unieke en prachtige persoonlijkheden.

Rondelez Djordy
23 december 2020

Onbegrepen

Toen ik een jaar of 11 was, zag ik een aflevering van Het Klokhuis over hoogbegaafdheid. Ik herkende me daar wel deels in, vooral de vragen in mijn hoofd, maar niet in het gemakkelijk leren. Ik zei thuis dat ik me er deels in herkende, maar de reactie was dat ik toch niet hoogbegaafd kon zijn omdat niet alles klopte. De basisschool gaf mavo-advies en de boodschap dat ik blij mocht zijn als ik dat haalde. Maar de cito zei havo en al mijn vrienden en vriendinnen gingen naar havo of vwo. Ik ging via mavo/havo, havo/vwo naar drie vwo, gehaald, maar toch weer havo-advies. Thuis vonden ze havo wel best, daarnaast werd er van alles verwacht zoals bijbaantje, sporten, thuis meehelpen. Ik werd gepest op school, voelde me altijd anders dan de rest. Dus ik deed havo met een extra vak.

Daarna HBO, ik week af van de rest, dat was duidelijk, maar ondanks dat mochten ze me. Ik liep met name bij projecten altijd een week of 3 voor op de rest van de groep voor mijn gevoel. Mijn ideeën werden altijd met een paar weken vertraging uitgevoerd. Op de universiteit zou dat toch wel beter gaan? Nee dus, precies hetzelfde. Zelfs minder aansluiting dan op het HBO. Afstuderen aan de universiteit, mijn begeleider had een duidelijke visie over de onderzoeksvraag waar ik op uit moest komen. Mijn opzet was appels met peren vergelijken volgens de docent, haar voorstel was wiskundig twee identieke modellen vergelijken volgens mij. Ik heb drie keer een alternatief onderzoeksvoorstel gedaan en beargumenteerd waarom, maar ze bleef al mijn voorstellen afkeuren. Ik heb haar voorstel uiteindelijke uitgevoerd en het bleken twee wiskundig identieke modellen. Nu ik 40 ben begrijp ik eindelijk dat ik wel hoogbegaafd ben en maak ik dezelfde worsteling met mijn kinderen door.

Karin
20 december 2020

Het begon goed deel 2

In mijn ervaringsverhaal over het onderwijs heb ik verteld hoe ik in 5 scholen mijn havo afgerond heb met twee vingers in mijn neus. Ik dacht dat het een misverstand was. Dat wanneer ze zouden zien hoe slim ik werkelijk was dat er roem en rijkdom naar me toe zouden stromen. Een studiekeuze maken vond ik moeilijk. Ik was in alles wel goed vond ik. Het eerste probleem bij de eerste studie was dat ik moest opletten in de les om de studie te volgen. Dit had ik op de basisschool en middelbare school nooit hoeven doen. Ik vond ook dat het beroep niet belangrijk genoeg was voor de talenten die ik had. Dat was ook het probleem bij de tweede en de derde studie.

Daar bovenop had ik ook constant suïcidale gedachten. Ik deed een poging en moest daardoor ook met mijn derde studie stoppen. Ging therapie in. Laat ik maar niet beginnen over de problemen die ik met therapie heb.

Ik besloot sinds ik toch goed was in alle schoolvakken ik dan maar de pabo zou doen. Dit keer zou ik er echt werk van maken om te tonen hoe goed in school was. Het lukte. Ik haalde verreweg de beste resultaten van de hele pabo. Leraren, mijn stageleerlingen en stagebegeleiders waren dik tevreden over me. Een groepje klasgenoten moesten me constant treiteren op de meest kinderachtige wijze. Waarom? Omdat ik veel hoger scoorde dan hen? Omdat ze daardoor dom leken? Omdat tijdens een les waarin we debatteerden ik steeds een afwijkend standpunt had dan dat van hen en ik de hele groep eruit debatteerde? Omdat ik het belangrijk vond dat het onderwijs seculier bleef? Ik week op zoveel manieren af van hen, maar ik wilde hun levens niet moeilijk maken, terwijl zij dat wel constant tegenover mij deden. Ze roddelden en verspreidden leugens. De toekomstige leraren gedroegen zich letterlijk als middenbouwers. Gedrag dat ze zelf zouden afstraffen als leerlingen van hun klas dat deden. Na vele vriendelijke verzoeken om te stoppen met dit kinderachtige gedrag ging het op een gegeven moment te ver en verloor ik mijn controle. Ik schold. Ze hadden nu alle bewijs om bij de directeur aan te kloppen dat ik niet spoorde en een gevaar was voor het onderwijs. De directeur vond het makkelijker om de grotere groep gelijk te geven ondanks het feit dat ik allang bewezen had een voorbeeldstudent te zijn.

Ik werd geschorst, terwijl ze vrij spel hadden om meer leugens te verspreiden. Ik had zogenaamd iemand bedreigd en heb geen zin om verder op te schrijven wat ze verder gezegd hadden. Het was mijn vierde hogeschool. Na drie basisscholen en twee middelbare scholen. Ik had mijn alles op alles gezet. Ik had goede cijfers en vlak voor mijn propedeuse leek ik alles en iedereen tegen me te hebben. Ik zou nooit meer naar school gaan na deze ervaring.

Maar tien jaar later zijn er een heleboel meer volwassenen die aan de pabo beginnen. Ik geloof niet dat een situatie als met de tienermeisjes van toen zo makkelijk voorkomt. In hun systeem staan nog steeds mijn cijfers van toen opgeslagen als het goed is. Daarom wil ik in februari weer beginnen. Het onderwijs kan op erg veel vlakken veel beter dan wat ik gezien heb en daar help ik graag bij. Ik vind het leuk om met schoolvakken en schoolkinderen te werken en ben er erg goed in.

Reza
21 november 2020

Vaak vervelend

Op de kleuterschool begon het al. Andere kinderen wilden niet met me spelen. De juf was kwaad en dreigde me op te laten sluiten. Als het schooltje dicht ging stonden op de hoek kinderen mij op te wachten om te pesten en te trekken. Ik wilde er niet heen maar mijn ouders forceerden dat. Toen de lagere school. In de klas kwam een meisje uit Nieuw Guinea. Kinderen ‘vonden’ dat ze stonk. Dezelfde kinderen die nota bene in Sinterklaas geloofden. Stommelingen kortom. Ik zat vaak naar buiten te kijken, vogeltjes en zo. Niets te beleven. Iedere week werd ik door oudere jongens aangevallen. Vaak kwam ik met open knieën thuis. Soms stond er een groepje om me heen. Als ik iemand aankon werd er een sterkere figuur ingezet. Soms hielp mijn vader me er uit en liepen we zwijgend naar huis. In de zesde klas dreigde van alles mis te gaan. Ik moest nog een jaar op de lagere school blijven.

Ook het vervolg was problematisch. Op de Mulo had ik een kans om te slagen van 1 op 10. Mijn ouders wilden toch de HBS. Inmiddels had ik judo geleerd en had ik mijn belagers hun lesje geleerd. HBS: in het jaar schommelende resultaten: begin november en begin februari ging het mis. Een zeldzame gevaarlijke seizoensdepressie die niet onderkend werd. De verveling bleef. Ik las de bibliotheek leeg, tenminste als ik de boeken voor ouderen te pakken kon krijgen. Dol op filosofen, maar op mijn vijftiende had ik ze allemaal gehad. Uiteindelijk, via vele bijlessen om dat stomme onderwijs te snappen, toch afgestudeerd. Naar de HTS in Amsterdam om opvolger te worden van mijn vader die aannemer was. Fascinerende wereld en ik werd lid van Provo. De HTS bezocht ik weinig. Ging veel hasj gebruiken en zelfmoord werd een steeds belangrijker thema. Toen zwerven en LSD. Lang zou ik niet meer leven. Gearresteerd met 30 gram hasj en 10 LSD tabletten. Negen maanden gevangenis waarvan een half jaar voorwaardelijk. Ernstige, onbehandelde shock.

Na de gevangenis geweigerd op meerdere HTS’en. Had de voorpagina van de Telegraaf gehaald tenslotte. Eindelijk een school in Hengelo. Daar vonden ze mij en mijn ideeën spannend. Onderwijshervormingen doorgevoerd die tot op de dag van vandaag deze HTS populair maken. Veel gepubliceerd. Leuke tijd.

Toen naar de universiteit. Stomme opleiding. Soms was een werkcollege leuk met een getalenteerde onderwijsgevende. Besteedde er drie uur per dag aan. Tentamens: een zesje of zeventje was voldoende. Soms vond ik iets leuk en kreeg ik opeens een tien. Weer naar mijn vader. Dit is niet te doen. Een bekend adviesbureau dreigde zich te verslikken in een megaklus en zat op mij te wachten. Zou misschien ten koste van de door mijn vader betaalde studie gaan maar anders was het ook niet te doen. Mocht van mijn vader. Werd een reuzensucces en toch haalde ik op tijd mijn kandidaats economie. Toen naar de Interfaculteit bedrijfskunde. Wel aardig, de Studenten werden op voorhand geselecteerd en maar één op de drie werd toegelaten. Bleek al snel dat ik de beste was van het spul. Had nogal eens aanvaringen met professoren omdat ze mijns inziens tekortschoten. Weer naar mijn vader: ik wilde hiermee ophouden. Voor mij niet zinnig. Mijn vader zei dat het behalen van zo’n Drs.-titel het leven later aangenamer en makkelijker zou maken en drong erop aan het af te maken. Met wat medestudenten een eigen onderzoeksbureau begonnen naast de studie.

Zo ben ik uiteindelijk toch Drs. Ing. S. van de Raadt geworden. Ook universitair hoofddocent omdat ik persé geen professor wilde worden. Te eentonig!

Steven van de Raadt
19 november 2020

Maar waarom denken jullie zo klein?

Binnen mijn opleiding werken wij alleen met groepsopdrachten. Héérlijk leek me dat, ik kon oneindig nieuwe dingen leren, enorm veel creatieve vrijheid; de hele wereld zou voor mij open liggen. Na drie weken was ik wel van mijn roze wolk gedonderd, het ging weer hetzelfde als altijd.

Docenten die niet snappen dat ik oneindige uitdaging nodig heb, enorm veel kennis wil vergaren, veel creativiteit heb en enorm veel doorzettingsvermogen. Groepsgenoten die bepaalde dingen niet belangrijk vinden, want daar worden we toch niet op beoordeeld. Maar hoeee vet als we het wel doen? En als we dan dit doen, of dan zus en zo! Gewoon omdat het kan. “Puck, je moet niet zo groot denken” kreeg ik terug. Maar waarom denken jullie zo klein?

Na twee weken verveelde ik me al, klein is voor mij niet genoeg. Maar verdieping is er niet voor eerstejaars Hbo’ers. Er is geen besef van wat ik zoek en wat ik nodig heb. En wanneer ik mij dan heb aangesloten bij de tweedejaars zonder enige voorkennis, dan is de vraag ‘wat doe jij hier?’.

In het hoger beroepsonderwijs mis ik de mogelijkheid tot oneindige groei en de sturing die daarbij nodig is. Gelijkgestemden vinden is moeilijk, maar wat zou het fijn zijn als de docent mijn behoefte zou begrijpen en er samen naar oplossingen gezocht zou kunnen worden.

Puck
18 november 2020

Versnellen: wanneer je studieplanning ingewikkelder ligt dan de studie zelf

Met hoge verwachtingen startte ik op het HBO: nu ging ik uitgedaagd worden en keihard studeren! Helaas merkte ik al snel dat die uitdaging er niet was, dat de theorie heel breed en laagdrempelig was en dat ik zonder veel moeite mijn propedeuse ook wel ging halen. De studie was leuk, maar kwam niet in de buurt van wat ik verwachtte en langzaam begon ik dit ook richting docenten uit te spreken: ik mis uitdaging.

Fijn ervaringen zijn er ook! Mijn signalen werden opgepakt en ik mocht deelnemen aan het (voor VWO-ers bedoelde) versnellersprogramma waar een handjevol leerlingen jaarlijks gebruik van maakt. De studie in 3 jaar afronden waardoor je meer op je bordje kreeg, ruimte had voor verbreding en verdieping en uitgedaagd werd zelf je studie in te delen. Met name dat laatste blijkt een uitputtingsslag: het versnellen mag, maar betekent dat je regelmatig op meerdere plekken tegelijk moet zijn, aanloopt tegen docenten die helemaal niet op de hoogte zijn van het versnelde programma (“wat doe jij als 2e jaars in mijn 4e jaars les? Dit lijkt mij echt niet de bedoeling!”) en vakken die doorlopen tot na je afstuderen waarvan je zelf maar moet bedenken hoe je het dan vorm gaat geven.

Mijn school denkt wat mee, dat is prettig. Maar echt worden uitgedaagd en gewaardeerd om wie je bent en wat je kunt als hoogbegaafde, is op het HBO een moeilijke kwestie… wat zou het soms fijn zijn om gewoon gemiddeld te presteren, om niet die hunkering te hebben naar diepte, kennis en uitdaging.

Anoniem
17 november 2020

Mijn desillusie van het hoger onderwijs

Doordat ik fundamenteel anders dacht dan de opdrachten van mij vroegen op de basisschool en ik de cognitieve prikkels buiten school veel interessanter vond, ben ik na de basisschool begonnen op het VMBO. Ik wist dat ik anders was dan mijn klasgenoten maar hoogbegaafdheid als verklaring lag ver buiten het referentiekader van zowel mij als dat van mijn omgeving. Want ja die Cindy deed het niet zo goed op school. Na jaren van persoonlijke worstelingen, eenmaal erachter gekomen dat zelfs uitzonderlijke hoogbegaafdheid op mij van toepassing bleek te zijn, keek ik enorm uit naar het hoger onderwijs, ‘eindelijk op mijn plek’ dacht ik. Als kind had ik het ideaalbeeld van de universiteit, daar zou alles mogelijk zijn!

Psycholoog worden is mijn droom, dus voor mijn stap naar de Universiteit had ik een vooropleiding nodig. Ik begon na het behalen van het colloquium doctum dan ook super enthousiast aan het HBO. Want dit was het hoger onderwijs! De plek waar eindelijk plaats zou zijn voor mijn divergente manier van denken en creëren. De eerste colleges heb ik tot grote frustratie van mijn klasgenoten naar hartenlust vragen gesteld, waar ik keer op keer de deksel op mijn neus kreeg. Want mijn vragen reikten verder dan het curriculum, onnodig dus… De eerste toetsen wilde ik laten zien wat voor kennis ik had. En ik wist zeker dat ik een hoog cijfer zou halen want dit vakgebied is mijn passie, ik weet er alles van! … huh op het nippertje een 6…? Ja, want ‘je antwoorden zijn te abstract’. en ‘je denkt te moeilijk’. … Maar ik kan niet anders denken dat dit? En al die verbanden dan? Die kan ik toch niet ineens niet-zien? Ik liep met kennis van de stof de collegezaal in, om vervolgens verward de collegezaal weer uit te lopen. De stof werd met tussenstappen aangeboden die mijn hoofd niet maakte. Maar bij elke docent aangeven dat ik tegen mij hoogbegaafdheid aanliep, dat vond ik eng. ‘Kom ik dan niet arrogant over? Vinden ze mij dan een aansteller?’

Ik merkte dat ik wanneer ik thuis bleef betere resultaten haalde, maar door de onderprikkeling hard achteruit ging in mijn psychische gezondheid. Ik had een aantal lieve en welwillende docenten die mij hielpen en opperde om te versnellen, wat mij een grote uitkomst leek! Maar de examencommissie zag dat anders in. Mijn situatie bleek geen reden tot uitzondering, hoogbegaafdheid zou geen handicap zijn.

Naarmate het propedeusejaar vorderde raakte ik verder in mijzelf gekeerd en afgestompt… aan de docenten lag het niet. maar het enthousiasme waar ik mee begon was verdwenen. De discrepantie tussen mij en de maatschappij groeide met de dag en eindigde in 4 opnames in de acute psychiatrie, verspreid over het propedeusejaar. Uiteindelijk heb ik vanuit het ziekenhuis mijn propedeuse gehaald.

Zou de universiteit dan die plek zijn waar er plaats is voor mijn manier van denken…?

De studieadviseur keek mij wat beduusd aan toen ik vroeg of de universiteit begeleiding biedt voor hoogbegaafde studenten. ”Uhm….Nee, we hebben op de universiteit geen coördinator hoogbegaafdheid ofzo.”

Geen plek voor divergentie… en daar blijf ik op vastlopen. Ik voel mij een kopieermachine tijdens mijn studie, ik wil en kan zelf denken. Waarom mag dat nou niet!? Mijn hoofd loopt over van ideeën en theorievorming. Maar ik sta achter geen enkel essay dat ik inlever, en ga er standaard vanuit dat ik vastloop op vraagstelling tijdens MC-tentamens. Met vragen stellen ben ik gestopt. Zodat ik minder verval in discrepantie en existentiële worstelingen. Want dat beeld van de universiteit dat ik had als kind, die plek waar alles zou kunnen, blijkt een steeds kleiner wordende kamer te zijn.

We hebben nog een flinke stap te zetten wat betreft het onderwijs voor hoogbegaafden.

Wat zouden we gave dingen kunnen bereiken als we met elkaar een plek kunnen creëren voor hoogbegaafden in het hoger onderwijs. Ik blijf mij daarom inzetten voor inclusie en bewustwording. Weg met dat stigma!

Cindy
16 november 2020

Niet alle hulp heeft nut

In de eerste klas van mijn middelbare school werden leerlingen onderworpen aan een IQ-test. Tot de verbazing van mijzelf en mijn ouders werd ik vanuit deze test doorverwezen naar een testcentrum, vanuit waar ik al snel dé stempel kreeg. Ik werd op de middelbare school in de “MGT groep” geplaatst: een groepje meergetalenteerde kinderen. Op de basisschool zat ik ook al in zo’n groepje. Helaas ging bij beide groepen hetzelfde mis: degene die deze groepen moest begeleiden wist niet hoe hoogbegaafden in elkaar steken. De insteek leek: “laat ze maar doen waar ze zelf in in hebben, ze zijn toch heel slim”. Dát werkt niet. We hebben júist heel veel behoefte aan begeleiding – begleiding van mensen die weten hoe een hoogbegaafde in elkaar steekt en wat wij nodig hebben. Na het afronden van de middelbare school was het afgelopen met de specialistische begeleiding.

In het hoger onderwijs mochten we het zelf uitzoeken, iets wat ik nog steeds heel jammer vind. Ik merkte wel dat ik anders dacht dan anderen, maar omdat ik en mijn gedachten vaak in de minderheid waren begon ik ontzettend aan mezelf te twijfelen en me aan te passen aan de rest. Zonde, en het resultaat? Een burn-out. Na een coachingstraject bij iemand die wél veel verstand had van hoogbegaafdheid (en in mijn geval, hooggevoeligheid) begon ik pas te begrijpen wat werkt voor mij, en waar mijn krachten liggen. Inmiddels weet ik wat mijn krachten en talenten zijn en waar ik uitdagingen voor mezelf kan vinden, maar toen was ik al bijna afgestudeerd. Ik wil hiermee duidelijk maken: doe niet zomaar iets, maar verdiep je echt in wat hoogbegaafden nodig hebben en hoe ze denken. Daarbij wil ik ook benadrukken dat elke hoogbegaafde anders is, en dat gepaste begeleiding echt heel belangrijk is. Zo niet, dan hebben de “plusgroepjes” weinig zin.

Maike
16 november 2020

Een kat in het nauw maakt rare sprongen

Na mijn VWO ben ik begonnen aan een universitaire studie Pedagogische Wetenschappen. Ik keek er enorm naar uit; ik had de universiteit heel hoog staan. Hier zou ruimte zijn voor creativiteit, zouden kritische zienswijzen worden toegejuicht, zou ik al mijn ideeën kwijt kunnen, zou ik kennis opdoen binnen mijn interessegebied en kon ik hopelijk met mijn ervaringsdeskundigheid van jaren therapie, de wereld voor de volgende generatie een stukje mooier maken. Dat was het ideaalbeeld. Helaas bleek dat ook binnen de universiteit een gekaderd systeem bestaat, een duidelijk heersend paradigma dat alternatieven uitsluit. Hoewel ik op resultaten niet ben uitgevallen, voelde ik ten diepste dat ik (relatief) onderpresteerde. Ik voelde geen grond, geen begrip, geen draagkracht voor wat ik in me had. Wat ik bedacht viel buiten de lesstof, buiten het curriculum en de getoetste kennis. Tegelijkertijd haalde ik juist hierdoor slechte cijfers, omdat ik veel te moeilijk nadacht.

Gelukkig heb ik mijn Bachelor in de ‘gebruikelijke’ drie jaar gehaald. Wel frustreerde ik me elk tentamen weer over de beperkte kennis die gevraagd werd te worden gereproduceerd. Ik vond geen uitdaging en kreeg regelmatig te horen ‘dat we het voor het tentamen niet zo diep hoefden te kennen’. Er was een mogelijkheid tot een Honoursprogramma, maar mijn resultaten waren niet bovengemiddeld. Daarnaast had ik het idee dat het aanbod eerder ging om ‘meer werk’ dan om ‘dieper/uitdagender werk’.

Tijdens mijn afstuderen liep ik tegen de kaders van de wetenschappelijke schrijfstijl aan. Mijn scriptie heb ik een aantal keer moeten herschrijven, omdat ik te breed schreef. Ik kon echter niet anders, alles had voor mijn idee met elkaar te maken, elke associatie wilde ik toelichten of ontkrachten. Uiteindelijk is mijn scriptie een minuscuul deel geworden van de plannen die ik in mijn hoofd had. Voor mijn gevoel ben ik al die jaren van mezelf verwijderd geraakt omdat ik zoveel moeite had om mezelf aan te passen om binnen het kader te kunnen presteren. Dat ik anders denk dan anderen werd ook tijdens mijn stage duidelijk. Ik schoot alle kanten op, was in het begin totaal niet mezelf, omdat ik inmiddels het gevoel had dat hoe ik dacht en deed zo out-of-the-box was en daarom niet gewaardeerd zou worden. Vandaar ook de titel; een kat in het nauw maakt rare sprongen. In het proces van geforceerd conformeren ben ik een deel van mijn authentieke zelf kwijtgeraakt.

Wat ik in deze tijd heb gemist is een coach die mij hielp mijn opleiding te voltooien zónder mezelf kwijt te raken. Die me inzicht gaf in mijn manier van denken en dit accepteerde. Het systeem zal niet zo snel worden aangepast (hoogbegaafden zijn immers in de minderheid), maar hoogbegaafden kunnen wel worden gecoacht in het milder kijken naar zichzelf binnen dit systeem, de mismatch te erkennen en een balans te vinden in wat kan en wat mag. Daarbij zou ik graag willen zien dat de creatieve ideeën die hoogbegaafden hebben niet worden gestild doordat het niet in de leerdoelen of het curriculum zou staan, maar deze vorm van uitdaging juist wordt aangemoedigd.

Sanne
16 november 2020

Ik raakte mezelf volledig kwijt door het onderwijssysteem

Op de peuterspeelzaal viel het mijn moeder al op: Ik wilde niet meedoen met de andere kinderen. Ik wilde mezelf ontdekken en mijn creativiteit uiten. En dat ik anders was, dat merkte ik zelf ook al heel snel op. Op de basisschool zat ik altijd boordevol vragen, maar deze durfde ik niet te stellen uit angst voor afwijzing van de klas en de leraren. Ik mocht deelnemen aan de plusklas, maar ook hier was de uitdaging ver te zoeken. En zo raakte ik mezelf steeds verder kwijt. Want te weinig uitdaging en te veel onbeantwoorde vragen, begon ik steeds meer aan mezelf te twijfelen. Hoe kwam het toch dat ik zo weinig aansluiting vond?

Afgelopen jaar ben ik er, na depressies, PTSS en persoonlijkheidsproblematiek, achter gekomen dat ik hoogbegaafd ben. En dat het volgens mijn psycholoog ook heel logisch is dat er problemen zijn ontstaan tijdens het ontwikkelen van mijn persoonlijkheid. Als hoogbegaafdheid gemist wordt en het kind niet de juiste begeleiding krijgt, kan het kind zichzelf helemaal kwijtraken. En dat gebeurde bij mij ook, omdat ik wel door had dat ik mezelf anders ontwikkelde, maar hier totaal geen begeleiding in kreeg. Nee, ik moest me vooral lekker aanpassen en niet te veel aandacht vragen. De cijfers waren goed, dus niks aan de hand.

Nu ik een universitaire studie volg en me eindelijk bewust ben van mijn hoogbegaafdheid, valt me pas op hoeveel worstelingen hoogbegaafdheid met zich meebrengt. Omdat mijn manier van verwerking niet aansluit bij de volgorde van de aangeboden literatuur, levert dat me aan het begin van het blok standaard veel frustratie op. Daarnaast merk ik constant dat de literatuur voor mij niet diep genoeg op de stof in gaat, maar tijd om er wel voldoening uit te halen is er niet. Die tijd stoppen we in het schrijven van verslagen waarin onze eigen gedachten eigenlijk niet genoemd mogen worden, want dat is niet wetenschappelijk. En zo kan ik nog veel meer punten op kunnen noemen waar ik tegenaan loop.

Het vervelendste vind ik nog dat hoogbegaafdheid niet als ‘handicap’ gezien wordt. Want ondanks dat mijn IQ heus weleens goed van pas komt, ben ik van mening dat het ook heel belangrijk is om hoogbegaafde leerlingen goed te begeleiden. Zeker omdat ik me nu een beetje verloren voel in een wereld waarin helemaal niks is afgestemd op mijn intense belevingswereld (zowel qua cognitie en gevoel als qua rechtvaardigheid en bewustzijn).

Daphne
15 november 2020

Een afgiftepunt voor mijn anders zijn?

Laatst vroeg iemand mij waar ze haar hoogbegaafdheid kon inleveren. Ik zei haar dat ze dat niet bij mij kon doen, niet hóefde te doen, maar waar wel kon ik haar niet vertellen.

Lang geleden is de gedachte aan het inleveren van mijn hoogbegaafdheid ook bij mij de revue gepasseerd. Dat duurde niet lang en het antwoord op wat dan een geschikt afgiftepunt is ben ik mezelf bewust schuldig gebleven.

Aan het begin van mijn studententijd verbond ik me met de studievereniging en daar leek ik helemaal niets van de rituelen te begrijpen. De leden waren vooral met heel andere dingen bezig. Niet eenzijdig goed of fout, ongetwijfeld voor veel mensen hartstikke goed, gezellig en leuk zelfs, maar niet voor mij. Ook op het reisje met de internationale studievereniging trof ik een soort groot zuipfestijn aan, maar nu zijn deze mensen vaak wel elkaars collega’s in mijn toenmalige sector.

Ik keek om me heen en zag dat er meer mensen waren die toch een andere dynamiek kenden en het ritme dat in onze aard verankerd lag stuurde ons anders aan. Het was alsof er een daglengteverschil bestond.

Ik heb toch mijn weg gevonden door om te gaan met elkaar wederzijds beter aanvoelende mensen. Ook al zaten we samen in een voor ons niet zo passende omgeving, bood het ons voor de duur van onze studies toch een onderlinge uitlaatklep en een plek voor relativering en afwijkende humor.

Je kunt in je schulp kruipen als je anders bent, ogenschijnlijk normaal, en toch verandert dat niets aan de andere spelregels in jouw leven. Het is handig om binnen de omgevingen waar jij je begeeft besef te hebben van de heersende opvattingen, maar dat hoeft niet te betekenen dat dit het dan maar voor je is. Je doet jezelf dan tekort.

De meerderheidsspelregels leren begrijpen is een extra stap omdat je die van nature niet of minder zelf doorleeft. Allerlei op tradities en rituelen gebaseerde gedragingen, uitzonderingen, paradigma’s, procedures en processen zijn voor jou niet logisch. Zoek dan alsnog naar raakvlakken. Als die er niet zijn, zoek dan naar nieuwe omgevingen, omdat je anders na verloop van tijd stikt. Zeker als institutionele verandering naar meer inclusie niet gerealiseerd kan worden.

Zorg dat je altijd iets hebt om je op te verheugen. Leer nieuwe mensen kennen. Omgevingen en mensen waar jij meer authentiek kunt zijn bestaan. Soms moet je wat langer zoeken om ze te ontrafelen, maar je kunt ze ook zomaar tegenkomen. Leer vooral om jezelf te zien in eigenheid, zodat je weet waar je op moet letten. Dit is een verscherping van het waarnemingsvermogen dat je altijd al in je had.

Ik hoop van harte dat het hoger onderwijs inclusiever wordt voor hoogbegaafden en iedereen met een goed stel hersens die anders leert. Zodat een afgiftepunt voor anders zijn niet nodig is.

Anoniem
15 november 2020

Genieën, dat waren jongens zoals Einstein

Na ruim tien jaar ben ik uit de wetenschap gestapt. Een passie is niet meer. Kapotgegaan aan overmatige conditionering. Ik ben eruit gestapt, of beter, gegooid, of gevallen. Ik waag me er niet meer. Eens was onderzoek doen een passie, maar ik zal niet meer terugkeren naar hetzelfde vakgebied. Mijn officiële toegang tot wetenschappelijke artikelen is afgesloten. Ik besta niet meer.

Als je een (potentieel) IQ hebt van 130 tot 140 en je hebt het geluk hoogopgeleid te zijn, is het nog enigszins mogelijk om een werkomgeving te vinden waar zich nog enkele individuen bevinden met wie je je kunt onderhouden op een vergelijkbaar niveau, al is dat lang niet altijd makkelijk.

Als je extreem hoogbegaafd bent val je vrijwel overal buiten. Je hoeft haast niet te hopen dat je voldoende wordt uitgedaagd in een bestaande organisatie of dat je in de bedrijfscultuur past. Je bent zo zeldzaam dat het grootste deel van wat je beweegt buiten het waarnemingsveld valt van recruiters, hiring managers en collega’s, mocht je het geluk hebben om überhaupt aan een baan te komen en niet als te intimiderend gezien worden. Een eigen traject met ruimte voor verschillende manieren van leren en ontwikkelen is dan noodzakelijk. En dat in een onderling respectvolle omgeving.

Ik ben mijn hele leven onder de radar gebleven. Mijn begaafdheid wordt namelijk heel makkelijk weggezet als arrogantie. Misschien stond ik voor sommigen zo dichtbij dat het te onwaarschijnlijk was om iemand als ik tegen te komen, met stelselmatige onderschatting tot gevolg. Ik ben daarbij niet op cruciale momenten de juiste mensen tegengekomen. Ik had geen ouders die vochten voor het beter vervullen van mijn uitzonderlijke leerbehoeften. En genieën, dat waren jongens zoals Einstein.

Deze maatschappij doet van alles voor mensen die niet mee kunnen komen omdat het tempo te hoog ligt. Hun “handicap” kan door vrijwel alle andere mensen worden waargenomen. Aan de andere kant kan je zo uitzonderlijk begaafd zijn dat je de keuze hebt om je aan te passen onder druk van het poldermodel, buigend voor de in welke omgeving dan ook geldende meerderheid, of om ten onrechte te worden buitengesloten. Je redt jezelf immers wel altijd in je eentje, voor jou hoeft niks gedaan te worden, zo is vaak de gedachte. Dat isoleert en maakt eenzaam. In sommige gevallen kan een vlucht naar internationale organisaties nog enig soelaas bieden. Voor de rest ben je op jezelf aangewezen, al dan niet als ondernemer.

Ik heb veel onderzoek verricht. Voor wie legde ik die gouden eieren eigenlijk? Ook nu nog bestaat de veronderstelling dat ik gratis en voor niets nog een tijd kom doorwerken alsof er niets veranderd is. Brood op de plank is niet voor de slimste mensen weggelegd, want wie zo diep voor wat ooit een passie was wist te gaan, moet daar wel heel wat anders voor over hebben dan geld.

Er is niet eens een exitgesprek geweest. Geen gebak, geen afscheidsborrel, geen koffie, alleen de kale, geautomatiseerde brief enkele weken geleden die mijn einde aankondigde, en nu wederom geautomatiseerd het eindigen van mijn online toegang tot wetenschappelijke kennis direct van de bron. Even borrelt frustratie in me op. Maar daarmee verander ik geen systemen en verbeter ik mijn leven niet. Ik ben niet voortijdig uitgevallen en alsnog val ik erbuiten.

Laatst vond iemand dat ik erg veel kennis heb opgedaan. Daar had ik lang niet bij stilgestaan. De academische wereld ligt in elk geval achter me: ik zal me er niet weer vertonen. Mijn onderzoeksmaterieel heb ik opgeborgen. Ik zal mijn zinnen op andere passies zetten, want die heb ik gelukkig. Als het lukt, want zekerheid bestaat niet.

Ik ben extreem hoogbegaafd en onzichtbaar.

(Geschreven in 2018)

Anoniem
15 november 2020

Uitdaging in het hoger onderwijs

Beste allemaal,

Op de basisschool was ik traag met mijn rekenwerk. De leerkracht gaf mij minder werk en wist niet dat ik de sommen drie keer opnieuw uitrekende, ik wilde absoluut geen fouten maken. Op de middelbare school werkte dit perfectionisme door tot faalangst met heftige uitbarstingen in de thuissituatie. Ik wilde de stof in één keer begrijpen, vooral met wiskunde. Wanneer mijn vader mij hielp, wilde ik eigenlijk tijdens zijn uitleg of zelfs voorafgaand aan zijn uitleg de boel al snappen.

Na het VWO ben ik naar de pabo gegaan. “Je vergooit je vwo,” was een uitspraak die sommige mensen deden met eventuele afkeurende blik. De universitaire pabo was een optie, daar heb ik ook naar gekeken. Maar toen ik bij de open dag hoorde dat bijna de helft van de studenten afviel in het eerste jaar, dacht ik “Dan maar gewoon pabo.” De opmerkingen van mensen die er negatief naar keken, liet ik van mij afglijden. “Ik weet dat ik de pabo wil doen, dus dan ga ik ervoor. Hoe kan je iets vergooien, als je doet wat je het liefste wil doen?” Dat was mijn motto en tegelijkertijd mijn blinde vlek.

Door die blinde vlek zag ik niet dat ik mij in het eerste jaar van de pabo compleet aanpaste. Eerst stelde ik nog gretig vragen: “Waar is dat actief leren van Kaleidoscoop op gebaseerd?” Ja, voor dat soort vragen moest ik naar de universiteit. Maar dat wilde ik niet (of kon ik niet, dacht ik), ik wilde de pabo doen. In mijn eerste jaar ben ik nog naar het decanaat gegaan. Ik wilde meer uitdaging en keuzevrijheid en vooral niet naar de universiteit. In m’n derde jaar van de pabo kregen we 3EC om zelf in te vullen, om te werken aan een zelfgekozen doel, zolang we het maar konden verantwoorden. Wauw, wat ben ik in die 84 uur gegroeid in zelfkennis! Ik hervond m’n motivatie, ontdekte nieuwe dingen over mezelf (hooggevoeligheid) en zocht naar uitdagingen. Ik vertrok voor een half jaar naar Breda voor een externe minor hoogbegaafdheid en heb ontzettend veel geleerd, ik mocht namelijk onderzoek doen! Het vierde jaar van de pabo leek op m’n laatste half jaar in Breda. Even de tanden op elkaar en afmaken die opleiding.

Inmiddels zit in in een premaster. Ik begon zeer gemotiveerd. De motivatie is er nog zeker, alleen wel wat gedaald, doordat ik inzag hoe sterk er getoetst wordt op feitenkennis. Ik mis de interactie van het HBO, in de colleges lijkt soms een taboe te hangen op vragen stellen. Ik daag inmiddels mezelf uit in m’n werk als leerkracht naast de premaster. Ook lees ik veel. Maar soms voelt het wel alleen.

Kortom: zorg voor ruimte, ga in gesprek en differentieer ook in het vervolgonderwijs!

"Maaike"
13 november 2020

Ik had een goed stel hersens…

… dat zei mijn oma altijd, hoewel ik niet altijd even goed begreep wat ze precies bedoelde. De herkenning kwam pas 30 jaar later, toen ik een HB coach leerde kennen.

Op school deed ik altijd waar ik zin in had. Vooral puzzelen vond ik erg leuk, en daar heb ik veel van mijn tijd aan besteed. In de zesde klas (groep 8) las ik boeken over atomen en sterren, gewoon omdat ik dat leuk vond, en ik had geen flauw benul van mijn HB-zijn. En toen ik in 3 havo alweer een 10 kreeg voor een scheikunde proefwerk begreep ik al helemaal niet waar mijn mede-ll zo’n moeite mee hadden. Dat was toch simpel? Het periodiek systeem kon je toch dromen?

Na diverse omzwervingen belandde ik op HBO informatica. Dit was een vier-jarige opleiding waar ik gelukkig, door het kwartaal-systeem, vooruit kon werken. Ik was dan ook in drie jaar klaar, en nog zag ik het niet. Ik was volgens mijn vrouw wel bijzonder, maar vaak werd naar mij verwezen als het zwarte schaap.

Sinds die HB-coach in 2005 (ja, ik ben 54) veranderde mijn leven compleet. Het had even tijd nodig, maar ik ben tegenwoordig het witte schaap. De rest is zwart!

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Camiel Wijffels
12 november 2020

Twee basisscholen en twee middelbare scholen

Ik doorliep twee basisscholen en twee middelbare scholen. Ik heb daarbij te vaak moeten ondervinden hoe het is om als hoogbegaafde niet erkend te worden in mijn ontwikkel- en leerbehoeften. Ik heb in groep 5 wel even mogen proeven aan meer autonomie krijgen in het leren en ontwikkelen, maar dat tijdens mijn verdere schooltijd nooit echt kunnen ondervinden.

Ik wist dat een goed diploma later wel eens handig kon zijn. Daarom ben ik niet uitgevallen. Ook al voldeed het onderwijs niet aan mijn leerbehoeften en werd ik vooral op mijn eerste middelbare school hevig gepest. Ik gun het alle kinderen dat ze hun schooldiploma op een beter afgestemde, meer plezierige en meer traumasensitieve manier kunnen behalen. Met als belangrijkste doel om daarna te kunnen doen wat hen gelukkig maakt.

Ook in het hoger onderwijs ondervond ik vaak een gebrek aan aansluiting bij mijn leer- en ontwikkelbehoeften. Wel vond ik de onderzoeksstages fijner dan het volgen van vakken. Ik heb in 2012, tijdens het laatste jaar van mijn universitaire studies, de basis gelegd voor Stichting Hoogbegaafd!

Niet erkend worden is letterlijk alsof je niet kunt bestaan. Maar jouw stukje menselijke diversiteit is er wel degelijk. Hoogbegaafdenonderwijs dat past is daarom noodzakelijk! Helaas is dat nog lang niet altijd en overal de werkelijkheid.

Lees ook dit interview in Metro.

Bekijk ook deze uitzending van Ik Durf Het Bijna Niet Te Vragen.

VOEG JOUW VERHAAL TOE

Alice
10 november 2020

Dom voelen door een hoge intelligentie

Naast hoogbegaafd ben ik autistisch en daardoor werken dingen bij mij op een andere manier. Er was geen maatwerk in het onderwijs. Er was een lijn uitgezet voor de gemiddelde leerling en iedereen moest deze volgen, op welke manier je ook van dit gemiddelde afweek. Dat leerlingen die moeilijker leren dan de gemiddelde leerling wat extra hulp nodig hebben weet men al heel lang, dat is namelijk heel duidelijk. Hier bestaan ook al lange tijd interventies voor. Over leerlingen die op andere manieren afwijken van het gemiddelde is veel minder bekend, laat staan dat hier rekening mee gehouden wordt. Hieronder zal ik een aantal punten uitlichten waar ik persoonlijk tegenaan liep:

  • Ik kon lessen niet volgen. Ik was wel aanwezig, maar het lange verhaal van de docent volgen gecombineerd met de aantekeningen op het bord bekijken en de informatie verwerken was voor mij te veel. Dit heeft meerdere oorzaken:
    1. Het waren veel te lange verhalen. Ik wil weten waar het naartoe gaat. Omdat ik concepten snel kan begrijpen ben ik geen ellenlange uitleg nodig en raak ik hierdoor juist afgeleid en de weg kwijt.
    2. Ik ben visueel ingesteld. Ik kan perfect uit een boek leren maar niet door een mondelinge uitleg van een docent.
    3. Door mijn autisme kan ik niet multitasken. Ik kan niet luisteren, op het bord kijken, aantekeningen maken, eventueel in een boek kijken en de informatie verwerken tegelijk. Dit terwijl als ik uit een boek leer ik dit heel snel en goed kan.
  • Door bovenstaand punt had ik tijdens de lessen geen flauw idee waar het over ging. Dit had tot gevolg dat ik me altijd dom voelde. Zelfs al haalde ik goede cijfers door een avond van tevoren zelf thuis te leren.
  • Ik miste dingen. Ik denk altijd veel verder door en als ik iets niet begrijp dan voel ik me dom. Bijvoorbeeld: als je bij scheikunde leert dat als je stofje X en Y bij elkaar gooit en het kleurt groen dan toon je een bepaald iets aan (bij wijze van spreken). Ik denk dan: maar waarom wordt het dan groen? Wie heeft bedacht dat je het daarmee aantoont? Hoe bewijs je dat?
    Dit versterkte mijn gevoel van dom zijn.
  • De gemiddelde leerling wordt blij van sociale activiteiten en wil de hoeveelheid leerwerk en informatie zoveel mogelijk geminimaliseerd hebben. Voor mij was het echter omgekeerd. Dit zorgde voor een gevoel van raar zijn.

Dit is een vrij beknopt overzicht, maar het toont hopelijk enigszins aan waar je tegenaan kan lopen wat veel mensen niet door hebben. Ik heb uiteindelijk universitaire diploma’s gehaald, maar puur op wilskracht. Qua leervermogen was het ook geen probleem, maar voor niets lessen bijwonen die mij veel energie kosten en dan alles thuis nog moeten doen, plus de enorme onzekerheid omdat ik mezelf zo onderschatte maakte het ontzettend zwaar.

Pas enkele jaren na mijn afstuderen kwam ik erachter hoezeer ik van informatie houd, en hoe makkelijk ik informatie opneem, als het maar op mijn eigen manier gaat, en hoe blij ik daarvan word.

Liza (pseudoniem)
6 november 2020