Ik heb van basisschool, middelbare school en het hbo (2x) veel steun ervaren. Ik merkte ook dat als mijn resultaten goed waren, de reactie eerder was: ‘nu, dan ben je toch klaar’ en niet ‘mooi, dan bieden we je mogelijkheden om een stap verder of dieper te gaan.’ Zonde. Zonde van het leerpotentieel en de kansen om als school of opleiding meer dan de standaard op te leveren.

Ik heb zelf mijn uitdagingen opgezocht en zodoende mijn schooltijd tevreden genoeg doorlopen. De scholen gaven mij die ruimte, maar wel vanuit een passieve houding. Op de basisschool ontstond de uitdaging vanzelf doordat ik door ziekte en ziekenhuisbezoeken heel veel schooltijd miste. Zelfs na maanden thuis zitten, kon ik na dat schooljaar gewoon over.

Op de middelbare merkte ik in de eerste dat ik toch het een en ander aan hiaten had opgelopen. Desondanks voelde het eerste jaar havo/vwo als een platte herhaling van de basisschool en deed ik weinig voor school. Ik mocht gymnasium doen. Ik heb een leerstoornis op taalgebied, waardoor Frans, Duits en Engels achterbleven op alle andere vakken. Latijn is een leertaal en daar stond ik prima voor. Toch maar naar vwo 3. Maar een taalstoornis zonder ondersteuning lost niet vanzelf op en de uitdaging van gym (Latijn) wegnemen, helpt daarin niet. Door naar havo 4. Daar sloeg verveling toe en docenten en leerlingen vroegen zich hardop af wat ik er deed met mijn 8’en en 9’s, ik ook. Het schoolsysteem is rigide, dus de profielvakken op vwo-niveau doen was uitgesloten. Leerkrachten hadden me niets uit te leggen, ik legde eerder hen en klasgenoten de lesstof uit (serieus waar). Zodoende kreeg ik vrijstellingen voor alle profielvakken. Zo zonde om er niets voor in de plaats aangeboden te krijgen vanuit school. Ik richtte me op werk en vrijwilligerswerk tijdens die twee veel te eenvoudige laatste jaren havo.

Door naar het hbo. Ik wilde wat betekenen voor de maatschappij, dus wist ik niet wat ik dan met zo’n theoretische opleiding in het wo moest. Liever iets praktischer. Het eerste jaar maakte ik er nog wel wat van, maar ik vond de theorie veel te eenvoudig en oppervlakkig. Na elke toets kregen we een korte enquête en ik gaf elke keer aan dat het toch moeilijker moest worden. In de tweede veranderde helemaal niets. Uit protest en om mezelf nog ergens mee uit te dagen, besloot ik om geen boek open te slaan dat schooljaar en geen enkele aantekening terug te lezen. Ik zou alleen de lessen en hoorcolleges volgen. De cijfers gingen inderdaad naar beneden, maar onvoldoendes haalde ik nog steeds niet. Met het ‘bewijs’ in handen dat de opleiding echt te makkelijk is, werd ik niet gehoord. Niemand keek op of om. Dat voelde wel eenzaam. In de derde met stages ervoer ik dat ook het werkveld mij erg tegenstond en ik oriënteerde me op een andere hbo-opleiding.

Het vierde studiejaar stond voor de deur en in het afstuderen met een onderzoek had ik erg veel zin in. Eindelijk weer iets leuks. Ik zou de opleiding dus wel afmaken. Maar wat moest ik nu in hemelsnaam met 5 maanden afstuderen doen? Ik deed effectief al maar 2 dagen i.p.v. 4 omdat ik anders te snel ging. De andere dagen deed ik vrijwilligerswerk elders. Dus besloot ik alvast met die andere opleiding te beginnen die ik had gevonden. Zo hield ik mezelf beter bezig. Het afstuderen heb ik met een mooi cijfer afgerond. Zo had ik een paar maanden na mijn afstuderen ook al de propedeuse van de 2e opleiding te pakken en door vrijstellingen nog maar 2,5 jaar te gaan van de nieuwe studie.

De nieuwe opleiding was inhoudelijk ook minder diepgaand dan ik wilde. Ik stelde voor om onderwerpen aan de opleiding toe te voegen. Docenten zeiden ja, maar deden nee. Zonde. Ik frustreerde hen ook op mijn beurt. Een docent had hard gewerkt aan een toets die je niet zou kunnen halen als je niet had geleerd. Ik zat vol in het afstuderen van de eerste opleiding dat ik geen tijd meer had om voor deze toets te leren en haalde een 6,4. De docent tijdens een evaluatiegesprek vroeg waarom ik dit cijfer haalde en accepteerde mijn antwoord dat ik niet had geleerd absoluut niet. Moest zij nou net mij tegenkomen… Dat gesprek bleef me bij, ook omdat het mij met 1 tiende verschil afhield van cum laude afstuderen.

Vooral in de stages en het afstuderen in de tweede opleiding begon ik te twijfelen over het latere werken. Ik moest voor een aantal weken 4x 8 uur werken aan mijn stage- of afstudeeropdracht, maar ik wist echt niet hoe ik dat moest gaan doen. Met minder dan de helft van de tijd haalde ik al mijn planning ruimschoots. Ik had veel en veelte veel tijd over. Hier kwam wederom geen verrijking vanuit de opleiding en was iedereen al heel blij met mijn resultaten.

Gelukkig is het flexibele werken de norm geworden in mijn werkveld, maar ik worstel nog steeds met de discrepantie tussen de tijd die ik nodig heb en de resultaten met bijbehorende tijd die de werkgever verwacht. Niemand die dit lijkt te begrijpen. Het is mijn stille geheim, mijn stille worsteling.