Ere wie ere toekomt
Sinds mijn zesde speel ik al schaak. Noem het stereotiep, maar het was voor mij een uitlaatklep voor mijn brein waar het onderwijs die niet kon bieden. Ik heb tot mijn veertiende getraind bij de juniorendivisie van de lokale schaakclub. Hierna betrad ik de seniorendivisie. Een ander stereotype aangaande het schaakspel toonde zich daar ook: mijn tegenstanders waren vooral heren op leeftijd, en ik zat daar als veertienjarige een beetje ongemakkelijk tussen. Tijdens een van mijn éérste wedstrijden sloeg ik de dame van mijn tegenstander van het bord. Toen mijn schaakmentor kwam kijken wat er voor commotie was, greep ik de [...]