Het leven ís niet leuk…

Deze uitspraak deed mijn nu tienjarige zoon kort geleden. Door zijn antwoord op mijn navraag waar die uitspraak op gebaseerd was, bleek eens te meer dat hij intellectueel zijn werkelijke (chronologische) leeftijd ver vooruit is.

Dat is ook één van die dingen waardoor hoogbegaafdheid zo lastig te begrijpen en te doorgronden is voor leerkrachten en ook wel voor ouders: die asynchrone ontwikkeling. Even eenvoudig vertaald: hoogbegaafde kinderen vorderen niet gelijkmatig/gelijktijdig op het intellectuele, emotionele en lichamelijke vlak; dat trekt “scheef”.

Ergens verwacht je, doordat je bijvoorbeeld al heel diepzinnige filosofische gesprekken met het kind kunt voeren, of omdat hij/zij op jonge leeftijd al aardig doorheeft hoe de economie werkt, of ze je bijvoorbeeld al alles in detail kunnen vertellen over fotosynthese, dat ze zich ook niet meer als kind zullen gedragen… Maar hoe gecompliceerd dat brein nu ook al werkt, dat wil nog niet zeggen dat ze de rest, zoals emoties en gedrag, maar bijvoorbeeld ook bewegingen, óók al kunnen reguleren op diezelfde “intellectuele leeftijd”. (Mijn vermoeden: hoe hoger het IQ, hoe schever het kan trekken.)

Hun denkende brein (intellect) is namelijk al zo veel verder dan hun lijf. Ze weten gewoon nog niet goed hoe ze om moeten gaan met allerlei prikkels en emoties, die zeker bij een hoogsensitief kind nog eens extra intens zijn. Het is voor menig volwassene al lastig genoeg om onder woorden te brengen wat ze waarbij voelen, laat staan voor een kind dat nog in ontwikkeling is, nog veel woorden en begrippen te leren heeft en nog niet zo veel levenservaring heeft. Dat kan dan voor verschillende uitingen zorgen die niet per se bij hun intellectuele of chronologische leeftijd horen.

Frustratie, bijvoorbeeld, kan zich bij het ene kind uiten in boosheid en agressie, zoals een kind van acht met een woedeaanval als van een kleuter. Een ander kind zal zich stilletjes terugtrekken en bijvoorbeeld weer gaan duimzuigen of broekplassen. En weer een ander kan clownesk gedrag gaan vertonen, uitingen op een manier die meer passend zouden zijn bij een lagere chronologische leeftijd. Zoals bijvoorbeeld een tiener die een eigen bedrijf heeft opgezet maar nog wel met zijn knuffel slaapt of een kind van zeven dat nog niet goed kan fietsen of zwemmen.

Dit zorgt allemaal niet alleen voor verwarring bij de omgeving, maar ook zeker bij het kind zelf.

Hier een paar voorbeelden van de vele innerlijke frustraties:

  • Fysiek/motorisch kunnen ze nog niet wat ze in hun hoofd van plan zijn;
  • Ze worden door anderen (nog) niet serieus genomen omdat ze “te jong” zijn;
  • Ze kunnen het mentaal niet goed verwerken dat ze sommige dingen fysiek nog niet kunnen of mogen;
  • Verwachtingen drukken op ze (Je bent toch zo slim? Kun je dan nog niet eens…??);
  • Ze krijgen te veel prikkels die ze emotioneel nog niet goed kunnen verwerken.

Er zijn helaas heel veel hoogbegaafde kinderen die hierdoor in de knoop zijn geraakt, die zich niet goed genoeg voelen, gefrustreerd zijn, negatieve of zelfs zelfmoordgedachten hebben en/of “onhandelbaar” worden.

Daarom is het zó enorm belangrijk dat hoogbegaafde kinderen op tijd gezien en goed begeleid worden! Dat zou héél veel ongelukkige kinderen kunnen voorkomen, zoals bijvoorbeeld door lange “wat is er toch met dat kind – medische molen trajecten”!

© Tekst Alicia Puik van Puur Alicia | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld Corrie Grupstra van Byldwurk | Stichting Hoogbegaafd!