Cliënt: “Zo’n tekst als ‘Today is a gift. That’s why it is called the present.’ Jak, daar krijg ik zo’n jeuk van, een misselijk gevoel haast, of in ieder geval kriebels, and not in a good way.”
Ik: “Haha hmm…oké. En welk verband leg je tussen die tekst en jouw gevoel?”
Cliënt: “Nou, dat het overdreven teksten zijn die ons voorschrijven dat we happy moeten zijn.”
Ik: “Ben je dan niet happy?”
Cliënt: “Daar gaat het niet om, het gaat erom dat die woorden misleidend zijn.”
Ik: “Misleidend, want…?”
Cliënt: “Ja, het is niet reëel om mensen voor te houden dat elke dag een cadeau is, dat is onzin.”
Ik: “Is dat wat de tekst doet en beoogt, denk je?”
Cliënt: “Nou, dat weet ik niet, maar het is wel het effect.”
Ik: “Op wie?”
Cliënt: “…ja…op mij oké, maar ik zal toch niet de enige zijn.”
Ik: “Ook al zou je de enige zijn, je bent waardevol om aandacht aan te besteden. Hoe wil je omgaan met het conflict tussen jou en de tekst?”
Cliënt: “Ik heb wel last van dat soort teksten, het zijn ook niet alleen spirituele quotes die me raken, het gebeurt eigenlijk overal. Mensen kunnen zo… dom zijn. En terwijl ik door al die situaties heen laveer, ik ben daar zoveel tijd en energie aan kwijt, mis ik… ALLES. Ik kom niet toe aan… het… ja, wat is het, het leven eigenlijk.”
Ik: “Ik vermoed dat je jezelf mist… en dat daar een mogelijkheid ligt om anders om te gaan met conflicten tussen jou en geschreven of mondelinge teksten.”
Cliënt: “Hoe dan?”
Ik: “Er zijn twee perspectieven die ik je wil voorleggen. Het eerste is doorgaan met wat je nu doet: het conflict omzeilen door je aandacht te laten afleiden door de tekst en je automatische reacties daarop. Wat er gebeurt, is dat je de tekst aanwijst als veroorzaker van jouw reacties erop. De jeuk en misselijkheid, de kriebels, worden geïnterpreteerd als reële aanwijzingen dat die tekst inderdaad misselijkmakend ís. Die keuze heeft als voordelen dat het humor aanzwengelt, we zullen er hoogstwaarschijnlijk andere kleffe teksten bij halen en daar om lachen, plus het is comfortabel en bevestigend: zie je wel, die teksten zijn onzinnig, het ligt niet aan jou. Daartegenover staat een nadeel: het is een garantie op herhaling van precies die nare gevoelens bij toekomstige, vergelijkbare teksten. De automatische opkomende walging zal dan weer opspelen en je blokkeert onbewust je eigen groei. Dat is keuze 1.
Een andere keuze is om naar jezelf te gaan luisteren tijdens je reacties op de omgeving. Bij keuze 2 verleg je je aandacht van de tekst naar het effect van die tekst op jouw binnenwereld. De tekst zie je dan hoogstens als aanleiding van je gedachten en gevoelens. Je laat je niet afleiden door je eigen, eerste talige reacties, en ziet ze als signaal om naar jezelf te luisteren. Contact te maken met je gevoelens, te begrijpen welke verbanden je legt en welke pijn je projecteert op de tekst. Na dat zelfonderzoek is er meer ruimte om andermans tekst waar te nemen en te plaatsen, wat kan betekenen dat de tekst inderdaad een zekere onbewustheid in zich draagt. Dat kán, maar het hoeft je niet weg te houden van je eigen bewustwording. Deze keuze is in essentie een keuze voor bevrijding, voor liefde, zelfkennis en autonomie. In eerste instantie zal dat niet zo voelen, het kan confronterend en moeilijk zijn, het vraagt om vastberadenheid en beoefening. Als je dat aandurft, dan zal het je dichterbij jezelf brengen, bij je creatiekracht en natuurlijke schoonheid…
Voor beide perspectieven is wat te zeggen, belangrijk is de overtuiging waarmee je kiest. Voor welke optie wil je gaan?”
Cliënt: “Ja, de 2e, maar ik ben bang om het te doen, ik weet dat het goed is, maar ik ben bang.”
Ik: “Dat kan en dat mag… Volgens mij wijst het erop dat je een doorvoelde, bewuste keuze aan het maken bent… Is er iets wat je fijn vindt nu je je bang voelt?”
Cliënt: “Nou, ik moet het gewoon even voelen denk ik. Je zei daarstraks ‘schoonheid’ en toen kwam er heel veel verdriet naar boven…”
Ik: “…”
Cliënt: “Ik weet niet waar dat verdriet vandaan komt.”
Ik: “En wat is je neiging in de omgang met je verdriet?”
Cliënt: “Tranen wegvegen, naar een verklaring zoeken, overheen praten, mezelf tot de orde roepen…”
Ik: “Als dat je neiging is, kan het helpen om het in de tegenstelling te zoeken…”
Cliënt: “Ook maar voelen dan…”
Ik: “Als beeld kun je voor ogen houden dat je je verdriet wilt leren kennen, dat je je verdriet volgt in plaats van dat het jou moet volgen.”
Cliënt: “Ik besef nu waarom die zogenaamde kleffe teksten me zo raken.”
Ik: “Oh?”
Cliënt: “Ze spiegelen me in een zachtheid en een vreugde die ik mezelf niet gun. En ik interpreteer ze als oppervlakkig en dat doet pijn, omdat ik zo verlang naar erkenning van mijn complexiteit en naar diepgaande relaties.”
Ik: “Ja…die behoeften verdienen je aandacht, daar zit je invloed. Misschien laat die ‘oppervlakkigheid’ mogelijk juist extra ruimte voor jouw wijsheid?”
Cliënt: “Ja, dus ik moet door die pijn heen, zonder erin te verdrinken. Pfff, oké hashtag uitdaging.”
Conflictvolle capaciteiten
In bovenstaande dialoog heb ik een deel van een gesprek met een cliënte uitgelicht. Zij herkent zichzelf in de perspectieven hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit, en ervaart haar capaciteiten momenteel veelal als lastig en conflictvol. Ze verlangt naar meer gemak, evenwicht en plezier.