Dat is wat zijn basisschool vroeger over mijn man zei, en waarom we nu dus voor fulltime hoogbegaafdenonderwijs gekozen hebben voor onze zoon. Nu we door ons kind weten wat hoogbegaafdheid inhoudt, herkennen we er steeds meer van onszelf van vroeger in.
Zo blijkt dit dus ook (nog) bij onze zoon te zijn: het zit er wel in, maar het komt er niet uit. Hij laat niet zien wat hij kan, want hij h/er/kent zijn eigen potentie nog niet en zit zichzelf enorm in de weg.
Veel hoogbegaafde kinderen, en voornamelijk de kinderen die lekker in hun vel zitten, hebben een onverzadigbare zucht naar kennis en willen steeds iets nieuws. Hoe meer interessante onderwerpen, hoe beter.
Mijn kind niet… Mijn kind raakt verlamd door zijn perfectionisme en een niet mis te verstane faalangst.
Gelukkige kinderen die zich veilig voelen kennen geen limieten; die willen niet beperkt worden.
Mijn kind heeft juíst kaders nodig om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen, waarin de kans op fouten (in zijn hoofd) gelimiteerd wordt en waarbinnen hij zich veilig voelt.
‘Nieuwe dingen? Brrr dat is eng! Want dat kan ik nog niet, dus de kans dat ik fouten maak is groot.’
Dan blokkeert hij en hij ontzegt zichzelf daardoor zó veel! Het liefst zou hij alles in één keer kunnen, zonder dat hij daarvoor al te veel moeite hoeft te doen – hij moet leren leren – want leren gaat nu eenmaal gepaard met fouten maken. En dat is waarschijnlijk zelfs de beste leermeester! Laatst zei hij nog:
‘Op de eerste twee scholen hoefde ik niks te doen, alles ging vanzelf.’
Maar nu op de fulltime hoogbegaafdenschool wordt hij aan het werk gezet. Hij vindt het helemaal niet prettig om uit zijn comfortzone te moeten komen. Het liefst blijft hij “onzichtbaar”. Van ontlopen heeft hij een sport gemaakt en hij ziet altijd alléén maar spoken en beren op de weg. Zijn potentie is eindeloos, maar zonder structuur ziet hij juist eindeloze mogelijkheden om fouten te maken. Dus doet hij niets méér dan het vereiste werk en ook dat gaat met moeite, omdat hij de lat onbereikbaar hoog legt voor zichzelf.
Ik word daar erg verdrietig van, maar waarschijnlijk heb ik makkelijk praten omdat ik niet vastzit en blokkeer. Daarom hebben we nu een coach in de arm genomen en die zal er nog een hele kluif aan hebben. Want met al mijn wijsheid, liefde en goede wil lukt het mij helaas niet om tot hem door te dringen – hij is een levensechte oester – en is het voor hem makkelijker, waarschijnlijk vooral omdat het veiliger voelt, om met een buitenstaander te praten.
De vele misconcepties over hoogbegaafden maken mij daarom ook erg verdrietig:
‘Hij is toch zo slim? Dan moet alles toch makkelijk gaan?’
‘Hoezo is hij ongelukkig? Ik wou dat ik zo slim was, dan wist ik het wel!’
‘Ach, jullie zijn toch ook gewoon groot geworden zonder al die poespas?’
‘Hoezo heeft hij uitdaging nodig? Hij kan toch wel gewoon even een boekje lezen op de gang als de rest nog bezig is?’
Die exclusie vóelen ze. Afwijzing is wat ze al zo vaak ervaren hebben in hun jonge leventje. …En dan vind je het gek dat ze geen moeite meer doen?
Hoogbegaafd zijn is vaak helemaal niet “makkelijk”. Ga de thuiszitters maar eens tellen. Kijk maar eens naar de kinderen die ondertussen in therapie en aan de medicijnen zijn, al dan niet omdat ze vaak ten onrechte óók gediagnosticeerd zijn met AD(H)D, PDD-NOS, autisme of wat dan ook. Tel de kinderen die buikpijn hebben als ze naar school moeten. Zie de kinderen die onderpresteren om maar niet op te vallen en vervallen zijn in “sociaal gewenst gedrag” om er maar bij te mogen horen. Deze kinderen zijn óók nog eens zeer sensitief, waardoor ze helemaal in de knoop raken. Daar word je als ouder echt niet vrolijk van.
Deze kinderen verdienen minstens net zoveel aandacht en hulp als de kinderen die aan de onderkant van het intelligentiespectrum zitten, vooral ook omdat jeugdtrauma’s later nog voor veel problemen kunnen zorgen. Die continue afwijzing en het onbegrip kunnen heel goede redenen zijn dat veel hoogbegaafden niet eens de universiteit halen.
Mijn zoon heeft ondertussen met zijn 9 jaar oud al een heel gepantserd fort om zich heen gebouwd en gedraagt zich nu onverschillig. Hij zegt:
‘Ik ben niet níet gelukkig, maar ik ben niet Ongelukkig.’
Als daar je moederhart niet van breekt dan weet ik het niet meer…
Dit doet mij pijn.. Omdat ik herken het hoe je zoon voelde. Zo voelde ik ook in mijn kinderjaren en mijn puberjaren. Bedankt voor de blog dat je hebt geschreven.