Onze kinderen groeien op met schermen: touchscreens, smartphones, tablets, laptops (in welk huis is nog zo’n logge pc te vinden?). Wat voor de Ouder(e) generatie nog bijna ondenkbaar was, is voor onze kinderen niet meer dan normaal. Ik herinner me nog de keer dat mijn toen vierjarige zoon naar de TV liep om naar het volgende kanaal te “swipen”. Je kan het ze ook zeker niet ontnemen, want ze moeten met hun tijd mee. Maar is die huidige ontwikkeling wel zo fijn?
Wij als Ouder(e) generatie denken vaak met weemoed terug aan de tijd waarin we naar buiten werden gestuurd om te spelen: “kom maar terug als de straatlantaarns aangaan”. Wij leerden om te gaan met de buurtkinderen, of je ze nou aardig vond of niet, of ze nu slim waren of niet. Weer of geen weer, wij waren buiten. We leerden compassie te hebben met degene die in de sloot gevallen was tijdens het voetballen. We leerden om het zelf uit te praten als er ruzie was en we leerden iets anders te doen als de bal lek was. Maar de huidige generatie zit liever achter een scherm virtueel te spelen. O wee als de wifi het niet doet!
Om nog maar niet te spreken over de brutaliteit die mijn zoon overneemt van TV, zoals “kom op gast!” en “loser”. Ik mis bij mijn zoon soms de compassie en het begrip voor anderen, wat ik hem zeker wèl probeer bij te brengen. Maar in de game-wereld is het normaal om anderen “te vernietigen” of om in Minecraft dieren te vermoorden…
Het is lastig om een balans te vinden tussen “vroeger” en “nu”, tussen geen schermen en te veel schermen. Hoogbegaafde kinderen leven meestal meer “in hun hoofd” en natuurlijk zijn er ook genoeg leerzame spelletjes. Zelf speel ik ook graag een potje Wordfeud of Candy Crush, maar ik merk aan mijn zoon dat hij zich toch anders gedraagt (lees: beter en minder boos) als hij een dag géén schermen heeft. Daarom hebben we hier de regels ingesteld dat hij op dinsdag en donderdag niet achter het scherm zit en dat hij alleen in de weekenden tot 12.00 TV kijkt. Het grappige daaraan is dat mijn zoon dat zèlf stiekem ook wel fijn vindt. Hij geeft zichzèlf soms een “geen-schermen-dag”!
Ook vanwege hun sensitiviteit is het voor hoogbegaafde kinderen soms lastig om aansluiting te vinden bij andere kinderen. Hoogbegaafde kinderen nemen vriendschappen over het algemeen veel serieuzer dan andere kinderen, dus raken ze sneller gekwetst als een vriendje van de vorige school niet eens meer weet wie ze zijn of nu ineens niet meer met ze wil spelen.
Al met al is het vaak lastig voor onze hoogbegaafde kinderen om aansluiting te vinden. Daarom prefereren ze wel eens de digitale wereld boven de echte wereld. Maar vanuit mijn persoonlijke ervaring lijkt mijn zoon daardoor toch bepaalde sociale vaardigheden minder makkelijk op te pikken…