LONGREAD
Welke waarden ze had, vroeg ik. Welke waarden ze waardeert.
Zucht, niet zo’n vraag. De laatste keer dat ze zich hierover boog, zat ze op de middelbare school, zei ze licht vervreemd. Een beetje kunstmatig allemaal, zo’n oefening, toen een verplicht onderdeel van toch al weinig levendige lesstof.
Bovendien zouden haar antwoorden cliché zijn, vermoedde ze.
Binnenin of buitenom, de vraag ging met frictie gepaard.
Ze wilde geen voor de hand liggende antwoorden geven, maar kon er niet echt omheen: verbinding, dát was belangrijk. Echte verbinding. Interpersoonlijk, zou ze later verfijnen.
‘Dat zou waarschijnlijk iedereen zeggen’, voegde ze eraan toe.
‘Fijn dat we op dat punt op één lijn zitten met elkaar’, grapte ik subtiel, met de intentie haar uit te nodigen hardop denkend na te gaan welke waarden nog meer voor de hand liggend ‘maar’ belangrijk zijn. Met de intentie sociaal in verbinding te staan, gedurende het onderzoeken en inclusief de gevoelde onzekerheid.
Doorzettingsvermogen en moeite doen. Richtingsgevoel, zingeving. Ook het gevoel een plek te hebben op deze wereld, waar je zogezegd thuis bent.
Vier, vijf waarden, kwaliteiten of ervaringen passeerden en hadden haar aandacht. Ze werden in toenemende mate oprecht onderzocht. Karakteristiek nam ze de tijd. Tegelijk wilde ze het ‘goed doen’, wat bleek uit de vraagtekens die volgden op het poneren van haar waarden. De kwaliteiten die ze benoemde kwamen zichtbaar tot uiting in haar zelfonderzoek.
Ze stokte toen ze sprak over ‘groei’ als waarde. Stilte volgde voor en na een vluchtige opmerking dat groei ontegenzeggelijk tussen haar waarden thuishoorde.
Ik vroeg haar waarom dit, groei, zo belangrijk voor haar was. Vele van de vele gezichtspieren spanden zich aan. ‘Ik weet het niet’, zei ze, ‘ik denk van alles maar ik kan geen concreet antwoord geven. Er gaat veel in me om en het lijkt me allemaal van belang.’
Deze waarde legde kwetsbaarheid bloot en het was niet zozeer cliche om dit te belichten als wel kenmerkend voor de moeite die het kostte om expliciet moeilijke ervaringen te waarderen. De moeite signaleerde de emoties, ze werd fijngevoeliger voor haar binnenwereld, naar ervaring meer kwetsbaar in het sociale contact.
Door stil te staan bij ‘groei’ en dit als waarde te waarderen, volgden er geen twijfels over de oppervlakkigheid van haar antwoorden, maar vrees voor de diepte ervan. De blik van de ander was binnen de kortste keren veroordelend. Dit was pijnlijk én een verdediging. Zodra er aan de oppervlakte iets niet leek te kloppen (lees: onveilig leek), bleef de diepte vrij uit zicht.
Het vroeg meer van haar geduld en dus van gelijkmoedige tolerantie om te luisteren naar de ontknopingen in haar lijf die ze in eerste instantie als typerend voor haar warrig-zijn betekenis gaf. Ze identificeerde zich met haar gevoel en was naar eigen zeggen dus ook een warrig persoon. Een moment leek een eeuwigheid te duren, het gevoel zwol aan en de gedachten pasten zich moeiteloos aan. Even was ze identiek aan het ongewenste gevoel. Schaamte verdeelde en heerste over de anderszins toch oneindig verbonden mogelijkheden aan formaties in haar geest en lichaam.
‘Dit heb ik nu altijd’, zei ze, ‘dan klap ik ineens dicht en voordat ik in staat ben de juiste woorden te vinden, is de ander mij voor en verlies ik het momentum om stem te geven aan wat er dan misschien, mogelijk, wellicht…denk ik…in mij leeft, wat ik als essenties heb kunnen filteren in een veelheid aan allemaal even zo belangrijke opties.’
‘Dat is waardenvol!’, zei ik met een ietwat schuchtere glimlach.
We boomden hierover door en voor ze het door leek te hebben, uitte ze zoveel van wat ze juist dacht niet uit te spreken. Ik spiegelde dit niet meteen want ik gaf de interactie en het inhoudelijke onderzoek als zodanig nog even de voorkeur boven het meta-cognitief reflecteren op het proces.
Hoewel alle antwoorden in mijn ogen goed waren zoals ze zijn en reflecteerden wat van belang was, misschien wel juist waar het groei betrof, wilde ik de beweging als fijnmazige zoektocht niet ontkrachten door een alles omvattende en daarom soms verstikkende abstractie in het gesprek te voegen. Ik moedigde openheid naar binnen toe aan (bij haar) en mijn rol hierbij was faciliterend, niet direct duidend of oplossend, meende ik vanuit mijn waardengedrevenheid. Ik poogde mijn waarden na te streven en voelde mij juist daarom in een ietwat wankele positie; behoedzaamheid hield me attent scherp en zorgzaam op een ruimte-scheppende achtergrond. Het ging tenslotte niet om haar of mijn momentum, maar een voortgaande beweging die cognitief als verscheidende waarden te duiden is.
‘Misschien’, zei ik, ‘is het een mooi idee om eens te schrijven over de ervaringen die je niet zo waardeert, waar je mee worstelt. Schrijf daarover op waarderende wijze, waarom je ze wél zou kunnen waarderen.’
‘Hoe bedoel je’, vroeg ze onzeker en nieuwsgierig onderzoekend tegelijk. Ze gingen moeiteloos en emotievol samen.
We cultiveerden vertrouwen. Vaker in het contact deed één van ons twee stappen vooruit en de ander één achteruit, maar elke keer kwamen we op gelijke pas uit, ervoer ik, dus een tijdelijke frictie deed het contact niet omkieperen tot een langdurige breuk of verontrustende hapering. Slechts wankelen, soms tot een gezamenlijke glimlach aan toe. Dan spanden we ontspannend samen, bedacht ik me tussendoor.
‘Ik bedoel; schrijf bijvoorbeeld over onzekerheid en waarom je onzekerheid waardeert.’
Ze zweeg en was niet direct geprikkeld tot actie, hoewel schrijven haar gevoelsmatig ontleedt.
‘Zoals je zei, verbinding is een waarde die (gelukkig!) veel mensen waarderend benoemen. Hoe belangrijk is onzekerheid eigenlijk en welke waarde heeft onzekerheid, zou je onzekerheid kunnen waarderen?’
Een zelfde zwijgen bracht mij in beweging met haar onzekerheid mee te bewegen. Haar zwijgen vertelde mij dat ik het nogal in een bekende hoek zocht en dit gesprek was niet bedoeld als een test. Faciliteren en loslaten, dat was mijn doen en laten in deze.
Ik vervolgde: ‘Of zelfs, welke waarde heeft het dat je je overweldigd kan voelen door de hoeveelheid opties die je zogezegd voor je ziet, die je overweegt en die je in ogenschouw wilt nemen alvorens een open vraag integer, oprecht en assertief te benaderen in gesprek?’
‘Ah’, zei ze leergretig als vrijwel altijd, ‘hier weet ik raad mee, dit is interessant, anders dan ik had verwacht…’
‘Hier valt zeker iets óp te waarderen! Dat conflicten groei brengen is logisch, maar welke waarde ‘je overweldigd voelen’ nu eigenlijk heeft…’
Het gesprek zou een voorbeeld kunnen vormen en we zouden het hiermee retorisch kunnen afronden, maar dit wilde ik niet benadrukken. Dat het ‘hier en nu’ er helemaal toe doet, zou vanzelfsprekend aan bod komen in haar zelfonderzoek; daarop vertrouwde ik.
Ik vond het een indrukwekkend contact; we hielden op het juiste moment pas op de plaats.
Ja, mooie oefening, dacht ik naderhand. Om juist dat hardop te waarderen waar je initiële reactie afwijzend over zou zijn.
Dat iemand je vraagt: ‘zeg wat zijn eigenlijk jouw waarden?’, en dat je invoelend, reflectief en zoekend tot de tijdelijke conclusie komt dat ‘onzekerheid’, ‘twijfel’, ‘kwetsbaarheid’, ‘verdriet’ en ‘licht geraakt zijn’ je waarden zijn. Ja, ook verbinding, autonomie, gedrevenheid en originaliteit.
Al reflecterende en invoelende blijken ze bovendien allemaal met elkaar verbonden, warrig en prachtig veel!
Een tijd terug voelde ik zelf rebellie richting een waardenoefening. Dit resulteerde in auto-coaching, wat mopperde ik nu op mijn oefeningen?, en ik schreef met oppervlakkige tegenzin een rijtje waarden op. Even zag ik er slechts een rijtje in, tot ik persoonlijke ervaring begon te spiegelen en toe te dichten aan het rijtje en de woorden niet slechts taal betroffen, maar de resonantie van de keuze in mijn beleving en leven. Eénlagigheid onderging complexificatie en ik zocht woorden die tegelijkertijd ook buitengewoon belangrijke waarden inhielden.
Contingentie, serendipiteit, evolutie.. en…liefde. Ik vond het meteen goed om met liefde te eindigen, want mocht iemand rechtvaardiging zoeken voor de andere ongewone waarden, dan omvatte liefde dermate veel dat ik mij geen zorgen maakte over de harmonie in mijn argumentatie. Blijkbaar vond ik dát belangrijke waarden, cohesie en status, reflecteerde ik later op ironische wijze.
Of…zou het accurater zijn hier van ‘relaties’ te spreken? Ook wel ‘verbinding’ genaamd. Liefde zei genoeg, besloot ik wederom. Ik overtuigde mezelf met een omvattende abstractie, merkte ik op, wat me ertoe aandreef om de praktijk van liefde intenser te leven in contact dan erover te spreken als waarde. Ook hier was de meerwaarde van de oefening evident.
Contingentie moest en zou ook benoemd worden, want het hield mijn optimisme met beide benen op de grond, vond ik. Mogelijkheden zijn er alom, veel van wat daadwerkelijk gerealiseerd wordt, is afhankelijk van toeval, filosofeerde ik dissonant verder.
Toen ik dertien was schreef ik dat de ‘dood het ultieme doel van leven is’. Ik had toen wat meer durf, vrees ik, al werd de helderheid die ik toen had gesteund door de tenminste beargumenteerbare lagere complexiteit van mijn georganiseerde leven.
Tegenwoordig kan ik eventjes van mijn eigen fricties wegkomen via een woord als waarde waarvan niet iedereen de betekenis kent en die bij uitstek in het midden laat welke gevolgen aan het woord verbonden waren. Contingentie, ondanks en dankzij de liefde!
Nu, in navolging van bovenstaand gesprek over waarden, plaats ik onzekerheid met stip bovenaan.
Aan mij het avontuur uit te zoeken waarom, grijns ik intern. Onzekerheid ontmoet avontuurzin in een waarden-omdraai.
Vast en zeker tref ik gaandeweg Dabrowski’s wijsheid meermaals aan in dit onderzoekje.
Positieve Desintegratie als bakermat voor onzekerheid als waarde, dat is allerste emotioneel logisch!
In de tussentijd kijk ik uit naar het volgende gesprek over ‘je overweldigd voelen’ als waardevolle ervaring. Misschien komen we uit op een alomvattende abstractie en een ademhaling of vier zonder woord en met waarde.
We settle for the world as it is, even when it doesn’t reflect our values and aspirations.