Het zijn enkele van de meest voorkomende vragen bij informele introducties. Wat zijn je hobby’s? Wat vind je leuk om te doen? Waar ligt jouw interesse? De meeste mensen hebben hier simpele concrete antwoorden op, ze hebben één of een paar hobby’s die ze vasthouden gedurende hun hele leven. Soms ontdekken ze iets nieuws, maar ze keren altijd terug naar hun oude vertrouwde hobby. Dat is nou eenmaal ‘hun ding’.
Ik heb echter nooit een goed antwoord op die vragen kunnen geven. Mijn interesse ligt overal waar ik het kwijt kan. Omdat ik, dankzij mijn hoogbegaafdheid, vrijwel alle onderwerpen goed kan volgen, zelfs als het technisch wordt, wil ik me gerust verdiepen in bijna ieder onderwerp dat ik tegenkom. Het mezelf uitdagen met nieuwe, vreemde materie geeft mij voldoening – en die materie, dat kan van alles zijn. Deze “omni-interesse” heeft mijn keuzes voor studieprofielen ook beïnvloed. Waar anderen kozen voor vakken die ze leuk, interessant of makkelijk vonden, koos ik altijd voor de vakken waar ik het minst van wist – daar viel het meest te leren.
Mijn hobby’s lijken ook nooit echt lang te blijven hangen. In de afgelopen tien jaar heb ik van tekenen tot paardrijden, van fotografie tot videogames en van geschiedenis tot geografie gedwaald. Alles vond ik helemaal geweldig, tot ik op een punt kwam waarop het als een verplichting aan begon te voelen of dat de lol er simpelweg af is – meestal na pak ‘m beet anderhalf jaar – waarna ik weer op zoek ga naar iets nieuws. Soms kom ik enkele jaren later wel weer terug op een oude hobby, maar deze gaat er dan met hetzelfde tempo ook gewoon weer uit. Ik kan blijkbaar gewoon geen hobby’s vasthouden.
Ik vraag me af of dit gevolgen gaat hebben voor mijn toekomstige carrièrekansen. Als ik interesse voor een hobby niet langer dan twee jaar vast kan houden, kan ik dat dan wel met een baan? Of word ik gedoemd tot een pijnlijke keuze tussen constant baan-hoppen of onplezierig werk? Kan ik het me wel veroorloven om me te specialiseren, of is dat een verspilling van mijn tijd – en van mijn collegegeld, wat dat betreft?
De oorzaak van dit gebrek aan commitment ligt volgens mij bij diezelfde omni-interesse. Alles is interessant, dus een nieuw onderwerp, een nieuwe potentiële hobby om mezelf op los te laten, is ook heel interessant. Mijn huidige hobby, die heb ik al een poosje, die ken ik nou wel. Mijn drive om continu te blijven leren drijft mij steeds weg uit mijn comfortzone van vrijetijdsbesteding, en pusht me naar iets nieuws. Dit is alleen maar positief voor mijn mentale verrijking en ontwikkeling, maar het maakt het beantwoorden van die ogenschijnlijk simpele vragen niet makkelijk. “Waar ligt jouw interesse?” “Uhh, ja, waar niet?”