Cliënt: “Ik ben altijd al een zeer kritisch persoon geweest. Dat heb ik van huis uit meegekregen. Een goed stel hersens en het vermogen om zelfstandig na te denken. Onontbeerlijk voor een gezonde ontwikkeling. En naar mijn idee is het gebrek eraan de oorzaak van vele maatschappelijke problemen.”
Ik: “What a gift, never lose it.”
Cliënt: “Jazeker.”
Ik: “Nou, mooi.”
Cliënt: “…”
Ik: “…is er iets?”
Cliënt: “Nou, ik ben hier om gecoacht te worden, dus ik wacht op je aanpak.”
Ik: “Oeh, ik zou niet durven joh, bij zo’n kritisch persoon als jij. Ik ben bang dat ik iets verkeerds zeg, nee hoor, ik waag me er niet aan, volgens mij weet jij het zelf het best.”
Cliënt: “Hè hè…”
Ik: “Hmm?”
Cliënt: “Ja, je daagt me uit. Vind ik wel een leuke manier hoor, moet ik zeggen. Je spiegelt me in een herkenbare dynamiek. Ik krijg weinig echt nuttige feedback en mijn medewerkers lijken me niet te durven tegenspreken. De moedigste van hen heeft me dat zelfs een keer toevertrouwd. Terwijl ik wel echt open sta voor hun mening.”
Ik: “Oh ja?”
Cliënt: “Ja. Als het bijdraagt aan het functioneren van het bedrijf. Ideeën waarvan je denkt, ha daar was ik zelf niet opgekomen, of feedback die echt iets toevoegt.”
Ik: “Oké, en in alle andere gevallen?”
Cliënt: “Dan vind ik het tijdverspilling. Vermoeiend.”
Ik: “Oh, dat klinkt als een vervelende ervaring, dat je die als tijdverspilling duidt. Dat lijkt te raken aan zingeving en levenslust.”
Cliënt: “Ja…interessant dat je tijdverspilling koppelt aan levenslust en zinvol bezig zijn…”
Ik: “Vertel?”
Cliënt: “Nou, ergens vind ik het niet zo netjes van mezelf om anderen als tijdverspilling te beschouwen. Ik wil me namelijk wel met anderen kunnen verbinden. En bekeken vanuit een positiever perspectief, dat van die levenslust en zingeving, lijkt er ineens meer ruimte te zijn.”
Ik: “En in die ruimte ontstaat hoop, zo meen ik aan je te zien. Overigens is dat perspectief niet zozeer positiever als wel intiemer, natuurlijker en waarachtiger. Jouw levenslust en behoefte aan zingeving waren er zogezegd eerder dan je oordeel tijdverspilling en je ervaring van vermoeidheid.”
Cliënt: “Hmm. Dit soort waardering is nieuw voor me.”
Ik: “Een nieuwe ervaring…oké, mag ik je dan aanmoedigen om ‘m zo vol mogelijk te ondergaan? Op die waardering komen we later nog terug, misschien niet vandaag, maar uit je opmerking begrijp ik dat het een belangrijk thema voor je is. Even terug, je initiële punt samenvattend: je hecht veel waarde aan je kritische denkvermogen en tegelijkertijd merk je dat het ongewenste effecten heeft op je omgeving. En je wens is om meer, vaker, kwalitatieve inbreng te ontvangen van je mensen. Is dat in die formulering herkenbaar voor je?”
Cliënt: “Ja.”
Ik: “En wat is volgens jou de belangrijkste factor die dat nu verhindert?”
Cliënt: “Een factor van belang is dat ik vaak sneller en groter denk dan veel anderen. Een disbalans, die ik ook in mijzelf herken, ik raak uit balans in interactie met de omgeving. En inmiddels ben ik er ook achter, door allerlei cursussen en gedoe, dat ik zelf een andere invloed moet uitoefenen. Dus ik heb allerlei technieken geprobeerd: mijn mond houden, open vragen stellen, doorvragen, complimenten geven, geduld oefenen. En dat werkt wel enigszins, maar er is nog meer te halen denk ik.”
Ik: “Oké, dat klinkt gedreven en vindingrijk. En wat vind je verder van het functioneren van je personeel?”
Cliënt: “Of ze hun werk goed doen, bedoel je? Ja top, op hun uitvoering heb ik niets aan te merken, het zijn stuk voor stuk specialisten, net als ik. Ik werk uitsluitend met experts.”
Ik: “Oké, dus we kunnen nu focussen op jouw uitvoering. Vertel eens wat meer over de situaties waarin je die technieken toepast.”
Cliënt: “Vorige week: teamoverleg en brainstormsessie over onze branding en strategie. Ik open het overleg met vragen in de trant van ‘wat zijn jullie ideeën en wensen?’, ‘wie heeft er nog nagedacht over…’ enzovoort.”
Ik: “Het lijkt erop alsof je de irritatie van toen ook nu weer intens voelt. En toen?”
Cliënt: “Teleurstellend weinig. Oor-ver-dovende stilte.”
Ik: “En toen?”
Cliënt: “Toen ben ik boos weggelopen.”
Ik: “Oké, dus je gevoelens werden te intens om je zittend te houden. Mag ik een paar kritische noten kraken?”
Cliënt: “Graag.”
Ik: “Punt 1: je bedient je van constructieve technieken, alleen ze zijn nog niet uitgelijnd met je intenties en emoties. Je stelt open vragen, terwijl je gezicht een verbetenheid toont die je innerlijke frictie aan het licht brengt. Punt 2: jouw me…”
Cliënt: “Ja, maar dat is omda…”
Ik: “Wat doe je nu?”
Cliënt: “Ja, ik onderbreek je, sorry. Ga door.”
Ik: “Dat niet alleen, je reageert direct inhoudelijk. En dat geeft tussen ons niet, alleen je wilt iets veranderen, dus we gebruiken alles wat zich nu voordoet om van te leren. Het kunnen onderbreken is een prima vaardigheid, noodzakelijk zelfs zou ik zeggen. Alleen…hoe zet je ‘m in?”
Cliënt: “Ja, ik snap het. Het maakt verschil of ik dat onderbreken bewust doe of niet. En vanuit welk gevoel dat onderbreken gebeurt.”
Ik: “Yes. Laten we dit moment benutten door iets meer te leren over wat er in jou zo snel reageerde. Kun je daar contact mee maken? Waren er bepaalde gedachten, gevoelens, emoties, neigingen die je herkende? Je hoeft die nu nog niet te benoemen en het is ook niet nodig dat je ze volledig, tot in detail, overziet. Dat kan ook later. Maar begin ergens, en zie meer dan je voorheen zag. Ben je daar?”
Cliënt: “Ja…”
Ik: “Oké, heel goed, houd die concentratie vast, terwijl je luistert naar het volgende. Dan ga ik door met punt 2… jouw medewerkers lijken jouw oordeel haarfijn op te pikken en houden wijselijk hun mond. Je zegt wel dat je hun inbreng wilt horen, maar mentaal sta je klaar om dat wat je wordt aangeboden, te beoordelen en af te serveren. Punt 3: je prijst jezelf om je kritische denkvermogen, terwijl je dat vermogen zelf niet kritisch tegen het licht houdt. Er ontstaat frictie in jou en als je die niet bewust ervaart en organiseert, dan komt die taak bij je omgeving te liggen. En nu, voordat je verbaal reageert, voel eens wat er in je omgaat…en merk op welke gedachten je hebt…zou je ze met me willen delen?”
Cliënt: “Nou, een van de eerste dingen die bij me opkomt, is dat ik nog niet eerder zo lang naar kritische feedback heb geluisterd als nu. In andere situaties had ik er allang iets tegenin gebracht. Door dat niet te doen, overdenk ik je woorden meer. Ik zie al die situaties in gedachten voorbijkomen…en ik ervaar een soort lichte schaamte. Waarom pak ik dat zo aan?”
Ik: “Geniale vraag! Je bent op weg naar een dieper begrip van en voor jezelf. Je bent meer dan de kritische persoon waar je je mee vereenzelvigt. Je kritische houding is geen inherent kenmerk van wie jij bent, maar een gedragspatroon gebaseerd op je natuurlijke capaciteiten. Nu kunnen we op onderzoek naar die natuurlijke capaciteiten, plus je historie, psychologische automatismen, emotionele staat, drijfveren en intenties. Dat vraagt om leren waarnemen wat er zoal door je heen gaat, terwijl je doet wat je doet. Want dat je oprecht wilt ontwikkelen, dat is helder.”
Cliënt: “Ja, dat is denk ik wel nodig, alleen ik heb nog geen idee hoe dat eruit ziet…”
Ik: “En dáár zit nu je interventieruimte, je potentiële groei. Het niet-weten en dat accepteren. Er niet zoals gebruikelijk controlerend op reageren. De onzekerheid toelaten en onderzoeken wat die inhoudt.”
Cliënt: “Dus ik moet een laag dieper.”
Ik: “Als je dat wilt, ja. En, valt dit voor jou in de categorie ‘feedback die echt iets toevoegt’, zoals je eerder zei?”
Cliënt: “Hmm, dat ga ik nog eens scherp beoordelen, haha!”
Zichzelf weer herkennen in eigen gedrag
Dit gesprek is gebaseerd op de persoonlijke ontwikkelingswensen van diverse cliënten, die zichzelf (weer) willen kunnen herkennen in hun eigen gedrag.