Wat vind ik deze blog moeilijk om te schrijven. (Over)bescherming, het is een onderwerp waar ik 4 jaar geleden volkomen in gevangen zat. Mijn doel was, mijn dochter gelukkig te maken. Maar dat lukte me niet. Ik voelde me zo mislukt als moeder, want ik kon haar niet beschermen voor het ongelukkig zijn. En hoe meer ik het probeerde, hoe meer het mislukte. Hoe meer raad ik kreeg, hoe meer ik dacht:

Dat kan werken voor jou, MAAR bij mij is het anders.

Ik was wereldkampioen in JA…. MAAR zinnen. Niets hielp en ik werd hopelozer en hopelozer, droeviger en droeviger en “mislukter” en “mislukter”.

Handvatten zoeken

Op dat moment volgde ik ook een opleiding ontwikkelingsgericht werken met kinderen gebaseerd op het gedachtegoed van Feuerstein. Ook daar probeerde ik handvatten te vinden om verder te kunnen. Mijn docent probeerde mij behoedzaam te helpen. Maar weer speelde mijn JA…. MAAR op. Op een dag gaf hij mij een boek over de verbondenheid tussen mensen. Over welke verbintenissen bestaan en welke ruimte je binnen deze relaties inneemt. Het was een vrij zwaar boek om te lezen, maar toch zette ik door. Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben wanneer ik dé sleutel tot geluk zou hebben laten liggen door op te geven.

Hoe verder ik las, hoe kwader ik werd op mijn docent. Dit was helemaal geen boek met tips, maar een regelrechte aanval op mij. Door me dit boek te geven, suggereerde hij dat ik geen goede band had met haar. Wat dacht hij wel: Ik was wel diegene die elke dag holde en sprong voor oplossingen. Ik was ook diegene bij wie het meisje kon zijn wie ze was en kon uitbarsten in huilbuien. Ik was diegene die de eerste signalen opmerkte dat er iets niet ok was. En deze man vertelde me even dat wij geen goede verbinding hadden. (Ik weet nog dat ik blij was dat er tussen twee opleidingsdagen een maand pauze was, want ik zou niet zijn komen opdagen. Zo gekwetst was ik.)

Zoveel jaren later besef ik dat mijn docent me al die tijd heeft willen helpen, maar hij raakte niet door mijn JA… MAAR-schild. Hij wilde me al die tijd aantonen dat ik teveel van stapel liep, dat ik me te letterlijk verantwoordelijk achtte voor mijn dochters geluk en dat dat mijn ondergang was. Mijn verbinding met haar was niet gezond, maar symbiotisch. Ik maakte haar afhankelijk van mij zodat ze zelf de kans niet kreeg om te groeien en te ontwikkelen. Ze was overgeleverd aan mijn grillen en stemmingen. En samen zakten we dieper en dieper.

Via boeiende ontmoetingen en gesprekken zijn we als gezin gegroeid. En zijn we zelfs dankbaar voor deze periode, want ze heeft ons zoveel rijker gemaakt.

Waarom vertel ik dit nu? Dagelijks ontmoet ik betrokken ouders die in dezelfde valkuil als ik trappen. Hun betrokkenheid op hun kind is zo groot, dat ze zichzelf ondergraven. Hun grootse zorg is: Hoe kunnen we ons kind gelukkig maken? En dan ben ik heel stout en kan ik het nu soms niet laten om te denken:

Ocharme dit kind. Als zijn ouders wegvallen heeft hij niet geleerd om gelukkig te zijn.

Helikopteren

Ikzelf heb mijn kind jaren verhinderd om te leren gelukkig te zijn door haar leven zo te willen regelen zodat ze succesvol zou zijn in mijn ogen. Kwam ze een ongeluk tegen, nam ik haar in mijn armen om te troosten en te beschermen tegen het kwaad. Zag ik dat er iets vervelends zou aankomen, probeerde ik dit al te minimaliseren zodat ze het einddoel zou halen (dan was ze gelukkig). Maar anderzijds gaf ik ook aan dat ze altijd haar best moest doen, zodat ze later gelukkig zou zijn. Ik zorgde nu en later voor haar geluk… in mijn gedachten.

Ik was een echte helikopter-ouder die constant boven haar kind draaide. Maar toch ontkende ik het in alle toonaarden. Ouders die ik hier in mijn praktijk ontmoet, leiden of lijden aan dezelfde Helikopter-ziekte. Ze voelen zich zo verantwoordelijk voor hun kind dat ze alles opmerken, voorzien en sturen. Opvoeding lijkt voor hen eerder een project dan een normale alledaagse activiteit.

Angst en vertrouwen

Op het eerste gezicht zijn helikopter-ouders goed bezig. Ze zijn altijd met hun kind in de weer, zorgen voor een brede ontwikkeling d.m.v. hobby’s en denken na over de toekomst van hun kind. Maar in realiteit zijn deze ouders niet aan het opvoeden. Ze zijn in hoofdzaak bezig met hun eigen angsten weg te nemen. Ze stippelen het pad van hun kind nauwkeurig uit om een zo mooi mogelijke toekomst te kunnen creëren. Alles wat hun kind kan hinderen of schaden wordt vermeden of verwijderd.

Onderhuids geven ze hun kroost de boodschap dat ze zonder hen kunnen. Kinderen worden hulpeloos en afhankelijk gemaakt door hun ouders. Het is aangetoond dat de mate van controle in verhouding staat met het gevoel van angst van een kind. Deze kinderen zien overal angst en durven niet ontdekken en onderzoeken en plooien terug op hun ouders. Deze kinderen verliezen de voeling met hun eigen kunnen en hun eigen gevoelens.

Ruimte creëren

Het is nodig om letterlijk en figuurlijk ruimte te geven aan je kind. Dit is ruimte om te leren groeien: leren wat het leuk vindt, leren wat het nog niet zo goed kan en waar zijn talenten liggen, leren hoe het met tegenslagen en successen omgaat en leren hoe om te gaan met de consequenties van fouten en lezen hoe het deze weer oplost. Elk kind moet dit leren op zijn tempo en in zijn omgeving. Maar elk kind leert dit door vallen en opstaan. Beperk een kind hierin en je beknot zijn ontwikkeling en zelfstandigheid.

Aanpak

  • Aanvaard gevoelens van boosheid en verdriet. Het is heel normaal dat je droevig of boos bent als een oefening niet lukt. Dan horen dat het niet erg is, is het laatste dat je wilt.
  • Vergroot de vrijheid in functie van leeftijd. Geef je kinderen tools om stappen te zetten, hoewel je weet dat dit fout kan lopen. Zorg voor een vangnet, maar laat ze ontdekken.
  • Leer oplossingsgericht denken. Bied geen kant en klare oplossingen aan, maar laat hen nadenken over oplossingen. En wees er gerust in, ze hebben een heel valies vol prachtige oplossingen.
  • Omarm mislukkingen en fouten, want het zijn leermomenten. Wees oprecht blij met leermomenten, gebruik ze om een positief gesprek op gang te brengen.
  • Verwoord je vertrouwen. Wat doet het met jou als je baas je bij een moeilijke opdracht aangeeft dat hij er alle vertrouwen in heeft dat je dit project op een correcte manier zal afronden?
  • Moedig uitdagingen aan zonder angstig te zijn. Kinderen hebben antennes voor de gevoelens van ouders, vooral deze die afhankelijk zijn. Wees je hiervan bewust zodat ze vrij kunnen ontwikkelen.
© Tekst Adi van den Brande van Het Lampje | Redactie Alice K. Burridge van Green Writing | Beeld via Unsplash | Stichting Hoogbegaafd!