Ouders kloppen bij mij regelmatig aan om hun kind studievaardigheden aan te leren. Het doel? Graag goede resultaten op het rapport, want die toetsen lopen toch nog niet zoals zou moeten. Hij weet het wel, maar… Ze komen dan ook met bepaalde verwachtingen over wat die studievaardigheidstraining moet inhouden: onderlijnen, samenvatten, mindmap, studieplanning, studiekaartjes, …
Groot is vaak de verbazing als ze merken dat ik daar eigenlijk relatief weinig bij stilsta. De realiteit is dat ze dit vaak al in school hebben gezien en dat het kind daar meestal weinig problemen mee heeft (of ze die technieken ook gebruiken, is een totaal andere kwestie). Wat ik wel aanbied, zijn alternatieven en omkadering.
Ik ben geen aanhanger van leerstijlen, van de recentste hype in leermethodieken en time management die voor iedereen is weggelegd en vooral zeer makkelijk aan te leren zouden zijn. Wel van eigenaarschap, voorkeuren en van inhoud naar methode.
Wiskunde studeer je nu eenmaal anders dan geschiedenis, sommige onderdelen lenen zich beter tot visualisatie of auditieve hulpmiddelen dan andere en we zijn niet allemaal ochtendmensen of stilzitters. Wat bedoel ik met eigenaarschap? Wie zijn doelen kan meebepalen, zal zich hier ook gemotiveerder voor voelen, zal mee willen dat deze doelen behaald worden.
Ook daar moet je allemaal rekening mee houden. Dat is zoeken en maatwerk, zowel voor het kind als voor mij. Leren leren is méér dan je cursussen instuderen, het zijn ook alle factoren daarrond.
Studeren bestaat uit drie delen: de voorbereiding, het studeren van de inhoud en het herhalen. Die driedeling gaat aan hoogbegaafden vaak voorbij. De voorbereiding is er niet of amper: noteren tijdens de les? Waar is dat boek nu weer? Moeten wij dat ook kennen? Planning? Studeren is herkennen, herlezen of samenvatten en herhalen is al compleet uit den boze (waarom zouden ze ook?).
Ik wil hier niet elke hoogbegaafde over dezelfde kam scheren, er zijn kinderen met minutieuze planningen en samenvattingen, maar die het doel compleet voorbij schieten. Wie zich strak aan de ingeplande vijf bladzijden per uur houdt, studeert niet. Die volgt een planning.
Deze drie stappen vragen veel van een kind, meer dan we soms als ouder of leerkracht beseffen. In mijn praktijk werk ik daarom allereerst aan het zelfinzicht van het kind: wat kan ik (niet), wanneer kan ik het goed (genoeg), hoeveel tijd heb ik nodig, wanneer studeer en pauzeer ik het beste, welke studietechnieken liggen mij, heb ik nu gelezen of geleerd,…?
En we zijn er nog niet: leren is durven mislukken en zoeken tot je vindt wat je ligt. Dat is doorbijten als het nog niet lukt. Dat is durven geloven dat het ‘leren leren’ een persoonlijk groeimoment is. Dat is voor ouders leren loslaten, dat is voor het kind leren geloven dat hij het alleen kan.
Dat zijn een hoop vaardigheden om een toets tot een goed einde brengen, niet?